
Er reizen klanken in ’t heelal
Gaan alle kanten uit
En worden in hun vrije val
Door mensengeest gestuit
Ze treffen gaandeweg hun doel
Veroveren vele harten
De lading warm of bitterkoel
Kent blijdschap, diepe smarten
De schepping uit een geest ontlokt
Is grenzeloos, kent geen tijd
Soms klinkt ze blij, soms opgefokt,
of innerlijke strijd
Ze spannen samen tot muziek
Of naar een goddelijk spel
Soms een veelkleurig mozaïek
Onmisbaar als gezel.