
Hoor
huiver stil
hoor
je gebeente kraken,
om diep
heel diep te gaan,
jezelf te zien
O wee O wee
valt voor de donder
nog niet mee.
Slijp je zwaard
want angst
en pijn
zal je nu
deelachtig zijn.
Verdediging
heeft echt geen zin
het zwaard verroest,
de spiegel
ga je in.
Je jankt en krijst
eerst valt
je lijst
steeds minder
blijft erover.
Duisternis
is nu je kleed
en wat er
dan nog rest
is zweet.
De koude angst
duurt nog het langst
kan
uren
dagen
maanden zijn
.
Totdat het voelen
van de pijn
je heel maakt,
niet meer verloren
je schreeuwt
‘IK BEN GEBOREN’