
(jeugdherinnering)
ik smaak je zachte huid
van warme chocolade
als mijn lippen je beroeren
de fris begroeide heuvel
gesloten onontdekt
door jongenshanden
hunkert naar het onbekende
opgewonden duizelig
jouw adem in mijn mond
we vonden wat verborgen ging
nog voor de morgenstond
zijn stralen dansen deed tegen de muur
en het plafond kwam langzaam naar beneden
jij was vrouw geworden
en ik doodongelukkig
<b