Als ik wandel door de bossen,
op zoek naar frisse Lucht.
Breek ik dikwijls de nek
over verrotten van takkenbossen,
’t liefs ga ik dan op de vlucht.
Want de lucht is er niet meer puur,
in onze bossen in de natuur.
Vroeger waren de bossen schoon,
toen zongen wij met volle toon.
Wij trekken vrolijk naar het bos,
naar het bos in zomertooi.
Daar bloeit zo menig bloementros,
en het smalle pad begroeid met mos.
En door der twijgen blader dost,
klink vogelenzang zo mooi.
Nu slaak ik dikwijls een diepe zucht,
ik zoek niet meer op die verrotingslucht.
Het bos vergifd door zure regen,
en wandel nu maar langs de wegen.
Maar ook daar is het een grote troep,
koolmonoxide, gas en hondenpoep.
Ik hoop dat eens de bossen weer rein zijn.
Dat zij die na ons komen,
weer kunnen wandelen tussen de hoge bomen.
Dat dan weer de lucht is puur,
in onze bossen in de natuur.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.