
Ik keek naar het huis, naar het oude huis,
Dat stil in het licht lag te droomen,
Ik hoorde het fluisterend bladergeruisch
Der oude beukeboomen,
Die bevend wakker staan geschrikt
En nieuwen jammer vreezen…
Ik heb de boomen toegeknikt,
Ze met een glimlach toegeknikt,
Opdat ze niet bang zouden wezen.