Daar zijn geen schooner bloemen,
Dan aan de hemel staan,
De reine margarieten,
Die ’s avonds opengaan.
’t Zijn bloemen die nooit welken,
Maar bloeien te allen tijd,
In zomer en in winter
In volle heerlijkheid.
Het zijn de wonderreine,
Die God bloeien laat
Voor wie in stille nachten
Den blik ten hemel slaat.
Zij hebben al geschenen
Zoo menig donkren nacht,
Zij hebben al zoo velen
In ’t lijden troost gebracht.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.