
Piet Smul trad in de Schuit van Leyden op Den Haag,
En toefde bij het roer, terwijl een Maartsche vlaag,
Verkeerde in zonneschijn; daar kwam een Knaap geloopen:
‘Een Kievitsei! wie wil ’t voor twee zesthalven koopen!
‘ ’t Is vroeg’ zei Smul ‘ik neem ’t – voor één zesthalf.’ ‘Zeg twee,
Mijn Heer; ik geef u ’t Ei in ’t Mandje meê!’
De koop lukt, en de Schuit wordt van den wal gestooten;
Met roept de Knaap: ‘Mijn Heer, haast was mij iets ontschoten;
Het vuur dient voor uw Ei niet al te hard gestookt;
Ons Grootje heeft het al verleden jaar gekookt.’