
Zou ik mijn kind niet vaccineeren
Met zuivre koepokstof,
Zou ik dien wreeden gesel niet bezweren,
Die reeds zoovelen trof?
God zond den dood om ’t menschdom te genezen,
Met zonden zwaar belaân,
Doch heeft ons tevens zijn genâ gewezen,
Hoe hem te keer te gaan.
Geweldig komt het pestvuur ons bestoken,
Elk schoon zwicht voor zijn kracht,
Doch licht en schaad’loos wordt die kracht gebroken:
Een prik en ’t is volbracht.
Volgroote goedheid! nimmer te doorgronden
Is Godes heerschappij:
De Heer der Heem’len slaat zoo fel geen wonden,
Of schenkt er pleister bij.