Wanneer een kat ons by nacht op zijn concerten tracteert,
Dan zou men haast vragen: ‘waar heeft het beest zijn zingen geleerd,
Daar hy over dag zich zoo zelden in den zang exerceert?’
Over dag neemt dit dier
Doorgaands op andere wijze zijn plezier:
Dan wandelt hy, by voorbeeld, wanneer het niet nat is,
(Want niemand die zoo bang voor vochtigheid als een kat is;
Ofschoon er menige jeugdige kat of kater
Om ’t zwemmen te leeren als zuigeling gaat te water,)
Dan wandelt hy, zeg ik, den moes- en bloemtuin eens om,
Mitsgaders het bleekveld, het kippenhok en de eendenkom,
Om zich te verzekeren, dat er nergens eenige sordes
Of vuiligheid liggen, en dat alles behoorlijk in orde is.
Terwijl hy nu en dan, als een volleerd acrobaat,
Voetjen voor voetjen over den rand van een schutting gaat
En er op- en afspringt, zonder ooit te schroomen,
Dat hy niet op zijn pooten weër te land zou komen.
Immers als springer en equilibrist is hy een bol,
Die het kan te raaien geven aan den gunstig bekenden menheer Auriol.
Ja, hy is nog vlugger zelfs dan nu wijlen Madame Saqui,
Al is zy als een zephyr gekleed, in een vleeschgekleurd jakkie,
En hy altyd in een bonte pels loopt, of winterpakkie.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.