Ik zal niet droevig klagen,
Dat niemand mij troost in mijn leed;
Juist daarom kan ik het dragen,
Omdat geen mens het weet.
Geen troost, geen mededogen,
Maakt ooit dit hart gezond,
Want zagen nieuwsgierige ogen
De grote, open wond,
En peilden nieuwsgierige handen
Hoe diep die wonden zijn,
Hoe smartelijk zouden ze branden
Met haast onduldbare pijn!
Want iedere blik zou schrijnen,
Wat toch reeds zo moeilijk geneest.
Alleen door rustig te schijnen
Ben ik ook rustig geweest.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.