Een vogeltje, vroeg in den morgen,
Zong vroolijk en zonder veel zorgen,
Als vogelkens zijn, een lied.
O vogeltje, hoû toch uw snater!
O denk aan den loerenden kater,
Gij zingt…. ge ontsnapt hem niet.
Een dichtertje, vroeg in den morgen
Des levens, zong zonder veel zorgen,
Als dichteren zijn, een lied.
O zangertje, hoû toch uw snater!
O zie toch dien loerenden kater,
Dien kritischen, spottenden sater,
Gij zingt…. ge ontsnapt hem niet.
Het vinkje bezweek onder wonden
En klauwen, en werd verslonden,
En ’t was met het vinkje gedaan.
En de ander? – hij scheurde zijn kleêrtjes
En liet er een bundeltje veêrtjes….
Maar vloog toch weêr op in de sfeertjes,
En spoedig ook groeiden zijn veertjes
Veel mooier, Meneertjes,
Weêr aan.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.