Heer Jesus in der bruijloft quam
Van water maeckte hij wijn,
omdat wij souden vrolijc sijn,
Gelooft so moet den bruijgom sijn:
wijnken, wijnken, wijnken,
En nu: gaet in, gaet in.
Omdat wij souden vrolijc sijn
Dat ist, dat Hij begeert.
Heer Jesus is so mildenweert,
betaelt dat ghij begheert.
Wijnken, wijnken, wijnken,
En nu: gaet in, gaet in.
Den wijn die wil gedronken sijn
met even blijden moet,
tegen die doet en is geen boet
daeraen mag helpen gin.
Wijnken, wijnken, wijnken,
En nu: gaet in, gaet in.
Ter bruijloft van den coninxsoon
Daer sijn wij al genoit.
Salich sijn sij die sijn bereet
en hebben aen dat bruijloftscleet.
Wijnken, wijnken, wijnken,
En nu: gaet in, gaet in.
Als wij daer boven comen,
al in den Hemelstroon.
Daar sullen wij allegaer vrolijc sijn,
Heer Jesus sal den schinker sijn
Wijnken, wijnken, wijnken,
En nu: gaet in, gaet in.
Dit wijnken willen wij drinken
ter deser selver stont.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.