De regen viel geweldig uit de lucht:
Elk bleef in huis, of bergde zich ter vlucht;
Doch Krelis ging bedaard zijn wegen:
Hij scheen, hoe ’t regende, onverlegen.
Klaas die dit zag, riep lachend: ‘Maat,
Ga jij zo langzaam langs de straat?’
Maar Krelis, schoon zijn kleren dropen,
De regen stoof gelijk een rook,
Sprak: ‘Lieve Klaas, wat helpt mij ’t lopen?
Het regent ginder ook.’
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.