
Aan de oever van de Schie,
Zat een kikvos luid te wenen,
Met een zuigeling op haar knie.
En zo sprak zij tot de kleine:
Zie je daar die ooievaar?
’t Is de moordenaar van je vader.
Hij vrat hem op met huid en haar.
(variant op ‘Aan de oever van de Rotte, zie Jeugdliedjes van deze site)