Vrolijk rent door bos en beemden
’t IJzeren paard maar lustig voort.
Krachtig snuivend dartelt briesend,
Door geen zweepslag aangespoord!
Altijd is ons zwartje klaar,
Om te hollen, hollen maar.
Of ’t hele dagen rondzwerft,
Nimmer is het moede of mat.
En mijn eigen ogen zagen dat
Hij kachelkolen at……
Hij behoeft niet op de baan,
Onder ’t eten stil te staan!
Is dat niet een aardig zwartje?
Is dat niet een kostelijk beest?
Neen, er is geen beter draver,
Op de wereld ooit geweest!
Spoortrein heet zijn lange staart.
Kent ge nu de naam van ’t paard?
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.