Home / Versjes / Een witte duif

Een witte duif

Met dank aan Frank Hooyer voor het insturen van de tekst

Er vloog een witte duif hoog boven het beukenbos,
En van zijn verenkleed liet zacht een veertje los.
Het daalde zoetjes aan,
Juist waar drie dikke beuken staan.

En onder één der beuken groot
Stond net kabouterman.
Hij zag het dalend veertje gaan
En dacht er ’t zijne van!
De eerste sneeuwvlok dwarrelt neer,
Nu krijgen we dus winterweer!

En in zijn huisje in de grond
Kroop snel kabouterman,
De toegang stevig dichtgestopt
Dat kou niet binnen kan.
Ziezo, ’t mag sneeuwen , vriezen gaan,
Toch laat ik winter buiten staan.

Zij handjes wrijvend vergenoegd,
Spreekt zo kabouterman:
‘Maar….. ’t lijkt wel of het puft en blaast,
Hoe raar waar is dat van?’
Ten laatste houd hij het niet meer uit,
En als hij dan zijn deur ontsluit…..
Dan straalt de herfstzon goed en warm
Nog door het beukenbos.

De sneeuwvlok die een veertje was,
Ligt ginder op het mos.
En peinzend zegt kabouterman:
“Hoe toch z’n ding je foppen kan.”

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten