Hé, lekker in de buitenlucht,
Wat heeft het flink gevroren!
De wangen pimp’len mij van kou,
En tint’len doen mij d’ooren.
Lach uit de kleumer bij het vuur,
Zoo’n sukkel toch, zoo’n stakker.
Ons stroomt het bloed nog dubbel gauw,
Ons maakt de kou juist wakker.
‘k Benijd den menschen in het Zuid
Geen ziertje nu den zomer.
Neen, elken dag weer warmte maakt
Ons elken dag weer loomer.
O, wintertje, ik zou je voor
Geen schatten willen missen.
Je sneeuw, je ijs, ze zullen mij,
Zoo heerlijk weer verfrisschen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.