Een haantje en twee hennetjes
die zaten in een hok
de hennetjes die kakelden
het haantje dat zei “tok”
Toen kwamen die twee hennetjes
vlak voor het haantje staan
die zei: “Nu moet je één-twee-drie
aan ’t eitjes leggen gaan”
Want zien ze dan die eieren
zo helder wit en fris
dan zingen alle kinderen
dat het morgen Pasen is.
Wij zingen om die eitjes niet
wat denkt die domme haan
Wij zingen omdat Onze Lieve Heer
uit het graf is opgestaan.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.