
De paashaas heeft het druk met al die eitjes
hij heeft er nog wel honderd in zijn mand
hij werkt zich suf om alles te verstoppen
en reist nu alweer dagen door het land
Hij brengt ze weg naar Amsterdam en Laren
soms ééntje – maar zo af en toe wel tien
hij zal echt blij zijn als het feest voorbij is
dan kan hij maandenlang geen ei meer zien