Home / Voordrachten / Trek het je toch niet aan

Trek het je toch niet aan

Met dank aan Jack Renders voor het insturen van de tekst

Men joeg Adam en Eva uit ’t aards paradijs omdat
daar moeder Eva een appeltje op at.
Zeg sprak toen moeder Eva, zeg hoor eens beste vent,
zeg laten we samen vluchten daar waar ons niemand kent.

Maar ach, trek ’t je toch niet aan hoor
sprak Adam fijn.
Er zullen op deze aarde, nog wel andre appelen zijn.
En kunnen we geen appelen vinden en zijn er geen appelen meer,
al kunnen we geen appelen vinden, dan eten we maar een peer.

Des morgens streek boer Jansen over zijne kale kop.
Terwijl hij toch voelde, er stond geen haar meer op.
Waar zijn m’n blonde lokken, de trots die ik bezat,
Waar is de tijd gebeven, dat ik nog haren had?

Maar ach, trek ’t je toch niet aan hoor
‘k heb me genoeg geamuseerd,
‘k heb in mijn levensmorgen genoeg geprofiteerd.
Ik heb veel best genoten bij feestpartij en wijn.
Dan gaat de zon weer onder en komt de manenschijn.

Het vrouwteje van boer Klaassen was stijf van reumatiek,
een van z’n beste koeien was ook gevaarlijk ziek.
Ach zuchtte boertje Klaassen, ach was ik maar nooit getrouwd,
dan had ik ’t in mijn leven toch niet zo erg berouwd.

Maar ach, trek het je toch niet aan hoor,
sprak Klaassen toen
we kunnen toch niet alles
opniew weer overdoen
z’n vrouwtje is gestorven, verdriet dat doet ‘m pijn,
maar bedek toch eens boer Klaassen, ’t had de koe wel kunnen zijn.

Dit ie meer een licht gezongen voordracht versje dat vroeger op familiefeestjes werd voorgedragen.