Mijn moeder (84 jaar) kent dit versje gedeeltelijk uit haar hoofd, maar halverwege raakt ze in de war.
Wie kan het hele versje voor ons aanvullen?
Het begint zo:
Hans stal eens een grote worst
hoe of die bengel het wagen dorst
Hij at ervan op zijn gemak
en stak de rest toen in z’n zak
Maar zijn Mama bemerkte al ras
dat er een worst gestolen was,
“Wie is er in de kast geweest?” vroeg ze
en Jan zei onbevreesd “Ik niet Mama, maar Jans de meid, die zag ik eten straks van tijd tot tijd. Ik heb haar in de kast zien gaan, en denk dat ZIJ het heeft gedaan.”
“Dan moet ze weg, op staande voet” zei nu Papa ter deeg verwoed, “Ofschoon ze immer eerlijk scheen, ik duld geen dieven om me heen”
……
en hier kan m’n moeder zich alleen herinneren dat de hond en de kat ook nog de schuld krijgen, en dat het eindigt dat Papa het stuk worst dat uit z’n zak steekt ziet, en dat Jan “klappen kreeg dat het klonk”.
Ik ben erg benieuwd wie dit versje helemaal kent.
Bij voorbaat heel hartelijk dank.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
YES! Gonda, héél hartelijk dank!
Nu heb ik hem weer helemaal compleet.
Ik ga er een mooi printje van maken en naar m’n moeder mee toe nemen.
Echt héél hartelijk dank!
Ofschoon ze immer eerlijk scheen
ik duld geen dieven om mij heen.
Ach nee vader Jans deed het niet
maar filaxs de hond.
dan zal ik hem smijten dat hij kruipt
en jankend naar zijn hok toe sluipt
hij greep filaxs al bij een oor
ik zal hem mores leren hoor.
Ach nee vader filaxs deed het niet
maar de kat die straks het huis verliet
keek al zo loerend om zich heen
dat is de dief en anders geen
Dan zal ik haar verzuipen
ha’ daar is ze ga haar achter na
of is het soms het poesje niet
door wie de diefstal is geschied?
Ach nee vader het was een wilde kat toen ik straks het huis betrad
keek ze al loerend om de kast toen ik weg was deed ze het vast.
Toen sprak vader jouw leugenaar
je hebt wel duizend leugens klaar
die worst stal jij want zie schavuit
de rest steekt nog je broekzak uit
Ofschoon vader hem niet het huis uitzet zoals hij wou doen met jans de meid
ofschoon men hem ook niet verdronk
hij kreeg toch klappen dat het klonk
Heel hartelijk dank voor uw reactie 🙂
Alle beetjes helpen, en hopelijk krijgen we met nog meer hulp het hele versje weer compleet.
Ik herinner me nog de volgende regels:
“dan zal ik haar verdrinken…” (over de kat)
“Een eind stak nog zijn broekzak uit”
En: “jij leugenaar, jij hebt wel honderd leugens klaar”