De sprokkellaar 14
Kromme klaas had hout gesprokkeld
Tot herstelling van zijn hut
’t was een flinke gezonde kerel
Nie heel bang en ook nie prut
Krek zat ie te kloppen kloppen
Boven op z`n strooien dak
Toen een kale klerk van het raadhuis
Hem daar bezig zag en sprak!!!
Klaas van het hakken van die takken
Motte gij mergen in het kot
En gij blijft voor veertien dagen
Zee de rechter achter het slot
Klaas zee niks,,en dacht ik zal gek zijn
Zelf naar `t spinhuis toe te gaan
Willen ze me komen halen
De ze komen ik zal ze staan
En verdraaid daar komen `s mergens
Twee gendames aan zijn huis
Klaas sloot gauw de deur van ´t hutje
Hield zich stil stil als een muis
Bong! zo klonk het, Klaas doe open!
Open doen zee Klaas, waarom
Wel ge mot naar het spinhuis kerel
Veertien dagen, open kom
En wie bende gullie heren
Wij gendarme,,,,,lompe vent
Daar geloof ik niks van niks nie
Hedde gullie een patent
Let op de kleren domkop
Op de wapens die ge ziet
Oooo zo´n kleed kan ik ook wel aandoen
Kleedsel maakt de man nog nie
Of ze riepen of ze scholden
Klaas gaf hun geen antwoord meer
En toen…´t hutje bleef gesloten
Keerde men naar ´t raadhuis weer
Toen ging ook den burgemeester mee
Toen waren ze mee z´n drieen
Open zei de burgevader
Nee zei Klaas… ik ken jou nie
Ik ben mijnheer de burgemeester
Klonk het weer, doe open gauw
Is het zeker, ik geleuf er niks van
Neeen ik open nie voor jou
Toen vertoonde de edelachtbare
De medaille op zijn borst
Zie zij hij, dit is het teken
Van zijn maiesteit en vorst
En wip, daar ging de zware grendel
In een oogwenk van de deur
Mar Klaas stelde de gendarme
Voor de tweede keer teleur
Ze doorzochte heel het huiske
Zolder, kelder, hoek en kast
Kromme Klaas wier nie gevonden
Waar die vent gebleven was
Haaa daar horen de gendarme
In de schoorsteen we geraas
Kek daar stond tussen aard en hemel
Boven zit de kromme Klaas
Heeee kom uit zo schreeuwen beien
Houde ons nou voor de gek
Doe de deur toe zo riep de kromme
`k zit hier in de kouwe trek
En terwijl ze staan te gapen
Maakt de sprokkellaar kort en goed
Floep daar gooit hij naar beneeen
Een twee drie een wolk van roet
De gendarme, wrevend kloppend
Zich verschuilend in hun kraag
En toen ze in de hoogte keken
Kregen ze een tweede laag
`t waren net twee zwarte duivels
Zonder horens zonder steert
Kwaad als heksen, schelden,razen
Stonden ze aan den vuile heerd
Is de deur nog nie gesloten! Akelig volk
`k zal hier kou gaan zitten lijden
Brrrrr daar viel een derde wolk
Toen wier een der mooie mannen
Zo verschrikkelijk boos en kwaad
Dat ie opsteeg naar de schoorsteen
Mar `t was alles zonder baat
Klaas bleef rustig op z`n houtje
Lachte de ander hartelijk uit
Klom toen `t tijd wier nog war hoger
Roepend! Kom maar op kornuit
Wip daar springt ie door zo´n gatje
Boven op z`n strooie dak
Wacht de ander heel geduldig
Tot ie z´n kop door de opening stak
Nou bonjour zei Klaas, ge kunt het
Klimmen als de beste kat
Mar van boven naar beneeen
Zeg eens jongens kunde dat
En hij wandelt heel parmantig
Nar de schoorsteen van z`n buur
En verdwijnt in een seconde
Daar was weer een andere kuur
Als een aap op hand en voeten
Klautert den gendarme´s hem na
Geeft z`n metgezel een teken
Dat hij gauw naar binnen ga
Nou begint het er te spoken
Midden in de schoorsteen Klaas
Boven een gendarm op `t randje
En onder ook nog zo´n baas
Kom riep Klaas! wie zal me vatten
Want van zelfers kom ik nie
Een nar onder en een nar boven
Kom dan zijn we hier mee drie
`t Is hier werm en heel gezellig
Mar `t stinkt er we nar roet
Toe kom gauw ik hou nie van sukkelen
Kom courage hou je goed
Toen die twee dat sarren hoorde
Vlogen ze op den sprokkelaar aan
En temidden van de schoorsteen
Kregen ze de man te staan
Nou zee klaas ge het `t gewonnen
Bende we smerig en we zwart
´k zeg ge zet toch flinke kerels
En ge het een mannenhart
Aanstonds moest ie mee nar ´t raodhuis
En door `t poortje van de trap
Alle drie mar uitgezonderd
Lachte hartelijk om de grap
Hier het oude gedicht.
De sprokkellaar 14
Kromme klaas had hout gesprokkeld
Tot herstelling van zijn hut
’t was een flinke gezonde kerel
Nie heel bang en ook nie prut
Krek zat ie te kloppen kloppen
Boven op z`n strooien dak
Toen een kale klerk van het raadhuis
Hem daar bezig zag en sprak!!!
Klaas van het hakken van die takken
Motte gij mergen in het kot
En gij blijft voor veertien dagen
Zee de rechter achter het slot
Klaas zee niks,,en dacht ik zal gek zijn
Zelf naar `t spinhuis toe te gaan
Willen ze me komen halen
De ze komen ik zal ze staan
En verdraaid daar komen `s mergens
Twee gendames aan zijn huis
Klaas sloot gauw de deur van ´t hutje
Hield zich stil stil als een muis
Bong! zo klonk het, Klaas doe open!
Open doen zee Klaas, waarom
Wel ge mot naar het spinhuis kerel
Veertien dagen, open kom
En wie bende gullie heren
Wij gendarme,,,,,lompe vent
Daar geloof ik niks van niks nie
Hedde gullie een patent
Let op de kleren domkop
Op de wapens die ge ziet
Oooo zo´n kleed kan ik ook wel aandoen
Kleedsel maakt de man nog nie
Of ze riepen of ze scholden
Klaas gaf hun geen antwoord meer
En toen…´t hutje bleef gesloten
Keerde men naar ´t raadhuis weer
Toen ging ook den burgemeester mee
Toen waren ze mee z´n drieen
Open zei de burgevader
Nee zei Klaas… ik ken jou nie
Ik ben mijnheer de burgemeester
Klonk het weer, doe open gauw
Is het zeker, ik geleuf er niks van
Neeen ik open nie voor jou
Toen vertoonde de edelachtbare
De medaille op zijn borst
Zie zij hij, dit is het teken
Van zijn maiesteit en vorst
En wip, daar ging de zware grendel
In een oogwenk van de deur
Mar Klaas stelde de gendarme
Voor de tweede keer teleur
Ze doorzochte heel het huiske
Zolder, kelder, hoek en kast
Kromme Klaas wier nie gevonden
Waar die vent gebleven was
Haaa daar horen de gendarme
In de schoorsteen we geraas
Kek daar stond tussen aard en hemel
Boven zit de kromme Klaas
Heeee kom uit zo schreeuwen beien
Houde ons nou voor de gek
Doe de deur toe zo riep de kromme
`k zit hier in de kouwe trek
En terwijl ze staan te gapen
Maakt de sprokkellaar kort en goed
Floep daar gooit hij naar beneeen
Een twee drie een wolk van roet
De gendarme, wrevend kloppend
Zich verschuilend in hun kraag
En toen ze in de hoogte keken
Kregen ze een tweede laag
`t waren net twee zwarte duivels
Zonder horens zonder steert
Kwaad als heksen, schelden,razen
Stonden ze aan den vuile heerd
Is de deur nog nie gesloten! Akelig volk
`k zal hier kou gaan zitten lijden
Brrrrr daar viel een derde wolk
Toen wier een der mooie mannen
Zo verschrikkelijk boos en kwaad
Dat ie opsteeg naar de schoorsteen
Mar `t was alles zonder baat
Klaas bleef rustig op z`n houtje
Lachte de ander hartelijk uit
Klom toen `t tijd wier nog war hoger
Roepend! Kom maar op kornuit
Wip daar springt ie door zo´n gatje
Boven op z`n strooie dak
Wacht de ander heel geduldig
Tot ie z´n kop door de opening stak
Nou bonjour zei Klaas, ge kunt het
Klimmen als de beste kat
Mar van boven naar beneeen
Zeg eens jongens kunde dat
En hij wandelt heel parmantig
Nar de schoorsteen van z`n buur
En verdwijnt in een seconde
Daar was weer een andere kuur
Als een aap op hand en voeten
Klautert den gendarme´s hem na
Geeft z`n metgezel een teken
Dat hij gauw naar binnen ga
Nou begint het er te spoken
Midden in de schoorsteen Klaas
Boven een gendarm op `t randje
En onder ook nog zo´n baas
Kom riep Klaas! wie zal me vatten
Want van zelfers kom ik nie
Een nar onder en een nar boven
Kom dan zijn we hier mee drie
`t Is hier werm en heel gezellig
Mar `t stinkt er we nar roet
Toe kom gauw ik hou nie van sukkelen
Kom courage hou je goed
Toen die twee dat sarren hoorde
Vlogen ze op den sprokkelaar aan
En temidden van de schoorsteen
Kregen ze de man te staan
Nou zee klaas ge het `t gewonnen
Bende we smerig en we zwart
´k zeg ge zet toch flinke kerels
En ge het een mannenhart
Aanstonds moest ie mee nar ´t raodhuis
En door `t poortje van de trap
Alle drie mar uitgezonderd
Lachte hartelijk om de grap