
Type: | versje |
Het lammetje
het lammetje stond in de (waar stond dat rot beest nou)
Oja
het lammetje
het lammetje stond in de wei.
o o wat was dat beestje (wat was dat beestje nou)
Oja.
het lammetje
het lammetje stond in de wei
o o wat was dat beestje blij.
Wie weet hoe het verder gaat?
Lammetje loop je zo eenzaam te blaten
over die hei//over die hei//
hoe kom je hier zo van alle verlaten
bleef je niet liever daar ginds in die
lammetje hier groeien bloemen nog gras
hier is geen watertje dat je zou lusten
hier is geen schaduw om onder te rusten
en als je dan nog zo klein maar niet was
2
schaapje wij zullen de weg je wel leren
over die hei over die hei —2 maal
ga maar met ons en geen leed zal je deren
zeker wei brengen je weer in de wei
toe maak dan voort of we laten je staan
zeker je moeder ziet uit waar we toeven
waarlijk ik zou haar niet graag zo bedroeven
zoals jij je moeder vandaag hebt gedaan (2×0
Onze kinderen deden het zo:
Het schaap.
Het schaap loopt in de …
huh? waar liep dat schaap ook al weer?
Oooh ja.
Uhum.
Het schaap.
Het schaap loopt in de wei.
Oh, wat was dat schaapje…
huh? wat was dat schaap ook al weer?
Oooh ja.
Uhum.
Het schaap.
het schaap loopt in de wei.
Oh, wat was dat schaapje blij.
Toen kwam er een grote …
huh? wat kwam er ook al weer?
Oooh ja.
Uhum.
Het schaap.
Het schaap loopt in de wei.
Oh wat was dat schaapje blij.
Toen kwam er een grote hond,
die beet dat schaapje in zijn…
Huh?
Waar beet die hond ook al weer?
Oooh ja.
Uhum.
Het schaap.
Het schaap loopt in de wei.
Oh wat was dat schaapje blij.
Toen kwam er een grote hond,
die beet dat schaapje in zijn…
Oooh nee, dat mag ik niet zeggen van mijn moeder