Onze pa is nu overleden en we weten dat hij dikwijls dat gedicht van rups naar vlinder vertelde. We dachten het bij de begrafenis te gebruiken. Er kwam ongeveer de volgende passage in voor:
bent gij vergeten dat gij ooit een rupsje was
Dank je om te helpen.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
De vlinder.
Och! zou het waar zijn, dartel beest!
Wat Grootmoê straks mij heeft verteld,
Dat gij een rupsje zijt geweest
(Gij, die nu rondzweeft over ’t veld!)
En kruipen moest langs tak en blad
Of in een pop verscholen zat?
Wat moet ge, als ’t waar is, vrolijk zijn,
Nu je zoo prettig vliegen mag,
En nu ge uit rozen en jasmijn
Uw’ maaltijd ophaalt alle dag….
En nu de vlerkjes, waar ge op zwiert,
Zoo kostelijk mooi zijn opgesierd! –
En in ’t priëel zat Grootemoê…..
Zij trok me zachtkens aan haar’ schoot
En sloot hare oogen biddend toe,
En zeî: ‘Zoo zal eens, na den dood,
Verlost van aardschen strijd en pijn,
De brave mensch een Engel zijn!