Type: | versje |
Tien kleine negertjes die zaten op een hek
En dat ene kleine negertje trouwde met een grote negerin, ik heb het zelf gezien, toen waren er weer tien
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.
Ik heb nog een andere versie en zelfs het boekje met uitklapbare plaatjes (wat tegenwoordig waarschijnlijk niet meer verkocht kan/mag worden… ha ha).
10 Kleine nikkertjes,
die smulden eens terdege,
Eén ervan at veel te veel,
toen waren er nog maar negen.
Negen kleine nikkertjes,
die dansten de hele nacht.
Eén werd van het dansen ziek,
toen waren er nog maar acht.
Acht kleine nikkertjes
die stonden verkleumd te beven.
Eén bevroor er helemaal stijf,
toen waren er nog maar zeven.
Zeven kleine nikkertjes,
die dronken uit een fles.
Eén rolde er omver,
toen waren er nog zes.
Zes kleine nikkertjes,
die gingen elkaar te lijf.
Eén kreeg daarbij een harde klap,
toen waren er nog vijf.
Vijf kleine nikkertjes,
die reden op een stier.
Eén tuimelde er plotseling af,
toen waren er nog vier.
Vier kleine nikkertjes,
die zwommen van hopsalderie.
Hap, zei opeens een grote vis,
toen waren er nog maar drie.
Drie kleine nikkertjes,
die voeren eens op zee.
Eén ervan viel overboord,
Toen waren er nog maar twee.
Twee kleine nikkertjes,
die gooiden met een steen.
De dikste ervan werd opgebracht.
Toen was er nog maar één.
Dat éne kleine nikkertje,
ik heb het zelf gezien,
die trouwde met een negerin
en nu zijn er weer tien.
Hartelijke groet,
Tien Kleine Negertjes
Elf kleine negertjes die zagen Rooie Stien
Stien die had een kwaaie dag, toen waren er nog maar tien
Tien kleine negertjes die stonden in de regen
Eentje was van suikergoed, toen waren er nog maar negen
Negen kleine negertjes die stonden samen op wacht
Eentje die heeft zich doodgewacht, toen waren er nog maar acht
Acht kleine negertjes die waren aan het beven
Eentje heeft zich doodgebeefd, toen waren er nog maar zeven
Zeven kleine negertjes, die dronken uit een fles
Eentje heeft zich lens gedronken, toen waren er nog maar zes
Zes kleine negertjes, die sloegen een oud wijf
Eentje heeft zich doodgeslagen, toen waren er nog maar vijf
Vijf kleine negertjes, die dronken een glas bier
Eentje stikte in het bier, toen waren er nog maar vier
Vier kleine negertjes, die zaten op mijn knie
Eentje sloeg ik er vanaf, toen waren er nog maar drie
Drie kleine negertjes die zaten op de plee
Eentje is er doorgetrokken, toen waren er nog maar twee
Twee kleine negertjes die zogen aan een speen
Eentje heeft hem ingeslikt, toen was er nog maar ‚‚n
En dat ene kleine negertje, ik heb het zelf gezien
Trouwde met een negerin, en toen waren er zo weer tien