Zolang ik mij kan herinneren, woonde mijn Oma en Opa Cornelissen op het Dr. Baumannplein te Halfweg. Boven de winkel van kruidenier Pronk, een fanatieke aanhanger van de voetbalvereniging N.A.S te Zwanenburg.
Er waren altijd kostgangers in huis die op de vlak bijgelegen suikerfabriek werkten. Een van de kostgangers was juffrouw de Bruin, een vroedvrouw, die al zolang in huis woonde, dat zij bij het interieur hoorde. Zij kwam ook altijd mee op verjaardagen en andere feesten.
Oma was een geweldige kok. Haar cake, tulbanden en appeltaarten waren van unieke kwaliteit. Oma bakte haar brood zelf. Mijn vader nam, toen hij nog thuis woonde, een heel wit brood mee naar zijn werk. Naar het werk, waar dan ook in Noord-Holland, altijd op de fiets, gereedschapskist achterop.
Oma had volgens mijn vader geen fouten. Hetgeen mijn moeder betwistte. Iedereen heeft fouten zei mijn moeder dan. Mijn moeder niet, was het antwoord van mijn vader. Ik moet zeggen, ik heb de fouten van mijn Oma ook niet kunnen ontdekken.
Mijn Opa had een stuk grond aan de Amsterdamse Trekvaart, op welk stuk grond hij kippen, schapen, kalveren etc. hield. De kostgangers hadden dus altijd een vers eitje. Verder verbouwde hij zijn eigen groenten.
Wij kwamen vaak op visite bij Oma, mijn zuster Tineke en ik. Dan werd er een specerijenpotje geopend en kregen wij geld voor een ijsje.
Waar is de tijd gebleven.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.