Een overspannen bakker, een brave man uit Tiel
ging naar een psychiater met een splinter in z’n ziel
Maar zie de psychiater, was ook niet al te fris.
Die riep opeens “M’n hemel, nou weet ik wat ik mis:
M’n neus, m’n neus, Mien waar is m’n neus?”
[Refrein:]
Mien waar is m’n feestneus, Mien waar is m’n neus
Waar is m’n feestneus gebleven?
Ik moet ‘m hebben als ik naar een feesie ga.
Ik zag ‘m net nog leggen in de lala, lalalala…
Mien waar is m’n feestneus, Mien waar is m’n neus?
Waar is m’n feestneus gebleven?
Hij was ’n grote boxer, een superzwaargewicht.
Hij danste langs de touwen en in het witte licht.
Maar hij kreeg opeens een loeier en vijftienhonderd piek.
En na die laatste poeier, toen zeitie laconiek:
“M’n neus, m’n neus, Mien waar is m’n neus?”
[Refrein]
Hij was een excellentie, hij leidde het debat.
Maar ook een excellentie, die wil nog wel eens wat
en in de eerste kamer, kreeg ie opeens zo’n dorst.
Toen greep ie naar de hamer en zong uit volle borst:
“M’n neus, m’n neus, Mien waar is m’n neus?”
[Refrein (2x)]
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.