Daar komt de vurige Pinksterbloem aan,
daar komt zij aangegangen,
met een schoon rozehoedje op,
al met twee bloeiende wangen.
Dan zingen de vogeltjes jong en oud,
zij dansen en zij springen.
Alle, alle, goud en amathee,
zo fijn, zo fijn, als Rozemarijn!
Pinksterbloem is opgestaan,
alleen, alleen ter rust gegaan,
al met een gouden wagen,
al met een gouden zweepstok,
met een schoon rozehoedje op.
En al mijn geld en goed is op!
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.