
Concertgebouw Rotterdam
Voor het concertgebouw viel een juffrouw flauw
op een warme zomerdag
op een warme zomerdag
Dat zag een oude heer
een dikke oude heer
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Daar kwam een dorpspastoor
een dikke dorpspastoor
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Daar kwam een dame met een hoed
een dikke dame met een hoed
“Jesses wat een bloed”, zei de dame met de hoed
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Daar kwam een bakkersknecht
een dikke bakkersknecht
“Laat liggen waar ze ligt”, zei de bakkersknecht
“Jesses wat een bloed”, zei de dame met de hoed
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Daar kwam een violist
een dikke violist
“Stop maar in mijn kist”, zei de violist
“Laat liggen waar ze ligt”, zei de bakkersknecht
“Jesses wat een bloed”, zei de dame met de hoed
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Daar kwam een journalist
een dikke journalist
“Die dame wordt vermist”, zei de journalist
“Stop maar in mijn kist”, zei de violist
“Laat liggen waar ze ligt”, zei de bakkersknecht
“Jesses wat een bloed”, zei de dame met de hoed
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Daar kwam een travestiet
een dikke travestiet
“Heeft die meneer verdriet”, zei de travestiet
“Die dame wordt vermist”, zei de journalist
“Stop maar in mijn kist”, zei de violist
“Laat liggen waar ze ligt”, zei de bakkersknecht
“Jesses wat een bloed”, zei de dame met de hoed
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Daar kwam een wijkagent
een dikke wijkagent
“Kom es overend”, zei de wijkagent
“Heeft die meneer verdriet”, zei de travestiet
“Die dame wordt vermist”, zei de journalist
“Stop maar in mijn kist”, zei de violist
“Laat liggen waar ze ligt”, zei de bakkersknecht
“Jesses wat een bloed”, zei de dame met de hoed
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
En voor het Concertgebouw lag nog steeds die vrouw
“Het is alleen de kou”, zei de arme vrouw
“Kom es overend”, zei de wijkagent
“Heeft die meneer verdriet”, zei de travestiet
“Die dame wordt vermist”, zei de journalist
“Stop maar in mijn kist”, zei de violist
“Laat liggen waar ze ligt”, zei de bakkersknecht
“Jesses wat een bloed”, zei de dame met de hoed
“Daar bid ik niet graag voor”, zei de dorpspastoor
“Dat heb je met dit weer”, zei de oude heer
Op een warme zomerdag
En kijk daar komt Carmiggelt an
en die maakt daar een stukje van
op een warme zomerdag