Bewaarschool
Maar één ding stond voor Kees wel vast: dit was stukken beter dan de bewaarschool, waar hij tot zijn zesde naartoe gegaan was. Want heel veel meer dan de kinderen ‘bewaren’ deden ze niet op die school… Voor leergierige Kees dus niet zo’n uitdagende plek. Bovendien werd de bewaarschool geleid door twee “een beetje truttige” juffrouwen. Als de school uitging, riepen de juffen de namen van de kinderen één voor één, om zo aan de wachtende ouders duidelijk te maken welk kind kon worden opgehaald. Helaas voor de juffen werd de bewaarschool ook bezocht door een paar kinderen met de achternaam ‘Bil’. Dat kregen de dames niet over hun lippen, ze riepen steevast: “De kinderen Biel!”
Lagere school
Kees deed 7 jaar over de lagere school. Niet omdat hij niet mee kon komen, maar als rechtstreeks gevolg van de oorlog: in november 1944 ging de school dicht. Er was niet voldoende brandstof om de school te verwarmen, de leerlingen kregen ‘vakantie’ tot het voorjaar van 1945. De achterstanden die dit opleverde waren niet meer in te halen, dus Kees bleef zitten, samen met veel andere kinderen uit zijn klas.
Straffen
Een beetje jammer was het wel dat dit nu uitgerekend bij de meester van de vierde klas was. Deze meester kon nogal hardhandig zijn. In zijn la lag een rietje dat hij regelmatig gebruikte om je te laten voelen dat je fout zat. Maar ach, Kees was inmiddels al wat gewend: de juffrouw van de eerste klas had zich gespecialiseerd in het slaan met de liniaal… “Nou ja, in die tijd kreeg je wel meer een optater”, aldus een blijmoedige Kees.
Zo ook bij zangles, gegeven door een meester die Kees zich nog goed herinnert. Om de één of andere wonderlijke reden kregen de jongens uit de klas zangles op het uur dat de meisjes handwerkten. De zangmeester begeleidde op de viool. Maar ja, zingen met jongens… dat ging natuurlijk lang niet altijd zoals gewenst. Geen probleem voor de meester: de strijkstok was ook geschikt om de jongens in het gareel te houden.
Klappen kreeg Kees ook eens uit onverwachte hoek. Toen hij op het schoolplein een meisje uit zijn klas iets lelijks toevoegde, werkte ze hem tegen de grond en sloeg erop los. Door een meisje overwonnen worden, dat was niet echt een heldendaad…
Gelukkig waren er ook leukere momenten op het schoolplein: de kinderen speelden ‘diefje met verlos’, ‘slierten’ en ‘bok, bok, bok, hoeveel horens heb ik op mijn kop?’ Heerlijke spelletjes waar Kees graag aan meedeed!
Taal
Van alles wat Kees op school leerde, was het lezen en schrijven toch wel het allermooiste. Die begintijd in de eerste klas, toen hij in snel tempo leerde lezen! Vanaf dat hij het kon, las Kees alles wat los en vast zat: van het etiket op het potje pindakaas tot de dikste boeken, heerlijk vond hij het!
Gym
Gym was minder favoriet. De bejaarde meester, die zelf niets meer voor kon doen, liet je soms helemaal omhoog klimmen in het wandrek, niks voor de angstige Kees.
MULO
De overgang naar de middelbare school, de MULO, kostte Kees weer een half jaar. Dit had te maken met de zogenaamde ‘maart-scholen’ en ‘september-scholen’: op de ene school liep het schooljaar van maart tot maart en op de andere van september tot september. De MULO waar Kees’ ouders voor kozen sloot daarin niet aan op de lagere school, waardoor de zesde klas voor Kees anderhalf jaar duurde.
“Ik was veel liever thuis, want ach, school was wel leuk, maar het nam zoveel van je vrije tijd in beslag!” Hoewel Kees deze mening was toegedaan, heeft hij na de lagere school toch nog heel wat opleidingen gedaan. Maar dat is iets voor een andere keer…