Home / Verhalen / Blaadjes uit een levensboek – 31 Laatste oorlogsjaar

Blaadjes uit een levensboek – 31 Laatste oorlogsjaar

Met dank aan Kees van Baardewijk voor het insturen van de tekst

Van het laatste oorlogsjaar kan ik me niet zoveel herinneren. Wel dat ook ik een soort grauwsluier leek te ervaren. Er leek een doem over alles te liggen.

Kooltjes
M’n vader stuurde me naar de Ceintuurbaan. Daar kon je nog bruikbare kooltjes aantreffen. Het rare kacheltje, bovenop de echte kachel, wist er wel raad mee. Geen prettig karweitje in de kou en de regen en bovendien was de oogst karig.

Knolletjes
Mijn vader wist nogal eens wat te bietsen. Hij kwam een keer thuis met een handwagen vol keiharde appeltjes… lekker. Minder lekker vond ik de witte knollen waarvan we elke dag aten. Je kreeg ze op je bord als frietjes, qua vorm, maar o, wat een verschil. Elke dag weer… het woord “knolletjes” alleen al….

Hij maakte ook stroop van suikerbieten. Dat was smullen. Overigens moet dat zijn geweest toen de honger nog niet op z’n ergst was. Maar die honger was vreselijk. In onze straat was er een echtpaar er helemaal gek geworden. Ze overleden een dag na de bevrijding. Wrang.

Gaarkeuken
Ik was belast met het in de rij gaan staan bij de gaarkeuken. Wat we kregen was hoofdzakelijk onaangenaam ruikend water, met hier en daar een brokje. Maar je had toch iets. Wat duurde dat lang voor je eindelijk aan de beurt was. Achter me zakte een vrouw in elkaar. Zoiets gebeurde regelmatig. Een kennis van die vrouw vertelde dat zij pas drie jampotjes bloed had opgegeven. Hevig geschrokken vertelde ik het thuis. Mijn vader: “Ze had beter drie potjes jam kunnen opgeven.” Weer zo’ n fijne opmerking van m’n vader.

gaarkeuken
Deze foto is genomen bij een gaarkeuken in Alphen aan den Rijn.

Zwarthandel
Af en toe liepen m’n vriend Karel en ik naar het Noordplein. Daar konden spannende dingen gebeuren wanneer de moffen de spullen met geweld van de zwarthandelaren afpikten. We liepen langs die mannetjes om te zien wat ze te bieden hadden. Eén verkocht broodjes van zo’ n twintig centimeter, pikzwart. Er zat waarschijnlijk niks in dat met brood te maken had. Prijs dertig gulden!
We troffen het: de moffen kwamen, gapten alles af en begonnen ook nog te fouilleren. Toen Karel aan de beurt was kreeg hij weer eens last van de slappe lach. Hij zakte op te grond en hield niet meer op met hinniken. De mof schudde het hoofd en liet Karel met rust.

Vliegtuigen
Vrijwel elke avond hoorden we het gebrom van de met zware bommen geladen vliegtuigen. Op weg naar de Duitse steden. Mijn moeder lag voorover haar armen op tafel. “Arme mensen”, zei ze steeds, “arme mensen.”



Dit is deel 31 uit de reeks verhalen van dhr. Kees van Baardewijk genaamd: Blaadjes uit een levensboek.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten