“Moe hoef ik niet naar school toe? Mijn keeltje doet zo’n zeer.
En als ik maar even praat, dan voel ik het nog meer.”
Maar moeder kent de kunstjes van hare zieke Hein,
hij heeft geen zin in school gaan, en daarom heeft hij pijn.
“Je moet niet altijd klagen, kom spring maar uit je bed,
en maak dat je beneê ben als moe heeft thee gezet”.
Dat viel Hein bitter tegen, hij had gedacht dat moe
hem wel uit school liet blijven en nu moest ie er toch naar toe.
En Hein begon te huilen, te huilen van belang,
Maar moe was voor dat schreeuwen, geen sikkepitje bang.
Ze sloeg er eerst geen acht op maar zei toen voor de pret:
“Heb jij zo’n pijn mijn jongen? Blijf dan maar in je bed”.
En Heintje trok de dekens ver over zijn gezicht
en moe deed heel voorzichtig weer de gordijnen dicht.
Maar toen moeder even later eens bij hem kijken kwam,
vroeg Heintje; “Moe mag ik een lekkere boterham?”
“Een boterham mijn jongen, dat durf ik niet aan.
Een kind dat ziek is eten? Je zou er dood van gaan.
Een glaasje melk met water, dat kan er nog mee door.
Maar eten kan ik vandaag niet aan je geven hoor”.
“Ik zal aanstonds laten vragen, of dokter langskomt hier misschien
En of hij dan eens even naar jou wil komen zien”.
“De dokter moe” riep Heintje, “dat is zo’n nare man,
die heeft zo’n zwarte bril op als hij eens kijken kwam”.
“Ja juist”, zei moe, “de dokter, “
die boos is als hij een jongen ziet,
die huilt en dwingt, en zijn lieve moeder plaagt,
en bijna alle dagen om thuis te blijven vraagt”.
“Ach allerliefste moeder”, riep nu de kleine guit,
“laat niet de dokter komen, ik ben mijn bed al uit.
Mijn keeltje is ook al beter. En weet je wat ik doe,
Ik zal nooit meer vragen, om thuis te blijven lieve beste moe!”
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.