
De ekster in zijn witte vest
slaat met zijn staart de maat
Hij dirigeert het bosconcert
en doet dat heel kordaat
Op het orgel speelt de nachtegaal
een moeilijk instrument
De koekoek roept zijn eigen naam
’t is alles wat hij kent
Maar lijster, merel, mees en vink
die zingen wonder fijn
De ekster Jan knikt allen toe
en zegt ‘Zo moet het zijn’
Maar klinkt een enkel toontje vals
dan schreeuwt hij onvoldaan
‘ZO heb ik het jullie niet geleerd
begin van voor af aan.’
Mijn moeder heeft altijd veel gezongen en voor gedragen, zo ook dit opzegversje. Zij was van 1906.