Popje, je bent m’n hartedief

[Hij:]
Een ieder noemt mij Popje
en dat vind ik wel echt
want sinds mijn eerst’ hansopje
heeft men dat al gezegd.

[Zij:]
Een lieve, klein rakker,
schijnt hij geweest te zijn;
hij schreeuwde alles wakker
en woelde extra fijn.

[Hij:]
Maar ook als grote jongen
hield ik mijn bijnaam nog.

[Zij:]
Trots al zijn bokkesprongen
mocht iedereen hem toch.

[Hij:]
Op school bij alle lessen
was ’t: Popje alsjeblieft!
En alle leraressen
waren dol op mij verliefd.
En waar ik ga of sta
daar hoor ik voor en na:

[Refrein:]
Popje, je bent mijn hartdief:
Popje, ik heb je toch zo lief!
Popje, mijn lieve Popje,
jij hebt zo iets,
dat lijkt naar niets.
Popje, ik vraag je liefste mijn,
Popje, wil jij de mijne zijn?
Popje, mijn lieve Popje,
O, zeg niet neen,
jou alleen en anders geen!

[Hij:]
Ik ben volstrekt geen suffer
en vrijen wil ik wel,
maar geen kokette juffer
of wufte mammesel.

[Zij:]
Ja, wees maar heel voorzichtig
en zoek er eentje uit,
niet oud of dun of spichtig,
maar fris van geest en huid.

[Hij:]
In ’t dansen moet zij vaardig,
maar ook in ’t koken zijn.

[Zij:]
De naam van huisvrouw waardig,
geen opperhoofd in schijn.

[Hij:]
Ook kussen, niet vergeten
moet ze ongeëvenaard
en heel veel meer nog weten,
dan is zij Popje waard!
Als ik er zo één vond,
dan zei ik toch terstond:

[Refrein]

[Hij:]
En waren wij verbonden
in ’t huwelijk met elkaar,
dan wenste ik onomwonden
mij al na ’t eerste jaar –

[Zij:]
Ik hoef niet lang te zinnen:
een man vraagt van zijn vrouw
nooit meer om te beginnen
dan één zo’n pand van trouw!

[Hij:]
Hij moet een kleine rakker,
net als zijn pipa zijn,
die schreeuwt zijn ouders wakker
en woelt gans extra fijn.

[Zij:]
En als hij dan niet rustig
weer gauw zijn oogjes sluit,
dan mogen zij hem lustig
gaan wiegen, honderd uit!

[Beiden:]
En beiden zingen zacht
als duo in de nacht:

[Refrein:]
Popje, je bent mijn hartdief:
Popje, ik heb je toch zo lief!
Popje, mijn lieve Popje,
jij hebt zo iets,
dat lijkt naar niets!
Popje, doe toch je oogjes toe
Popje, wordt toch eind’lijk eens moe
Popje, mijn lieve Popje,
waar moet dat heen?
Staak meteen je wild geween.