In ‘t hommers Bosche Prieeltje
zaten eens hand aan hand
’t Waren Eduard en zijn Lena
die spraken daar saam hun huwelijk af
Toen sprak Eduard tot Helena
waarom scheide gij van mij
En eer die roos twee maal zal bloejen
zal ik weerom bij u zijn
Eer die roosjes tweemaal bloeiden
Ee den knop ontlooken was
keerden Eduard naar ’t priejeeltje
waar hij eerts met Lena zat
En wat vond hij daar geschreven
op een witten marmer steen
Op die marmer stond geschreven
hier rust Lena gansch alleen
Toen ging Eduard naar een klooster
nam zijn hoed en mantel af
En hij treurde om zijn Lena
tot den dood hem bracht in het graf
Naast elkander zijn ze begraven
en er bloeien roozen aan
Niemand plukt er meer dan onkruid
Niemand plukt er rozen af.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.