Wasmachine




Na de tobbe, waar de was inging en waar je dan met een soort stamper de was moest bewerken, was daar dan eindelijk de wasmachine. Herinnert u zich de eerste wasmachines nog?

De kuip was van hout en bovenop de kuip zat een wringer gemonteerd. Het binnenmechanisme moest men met een soort slinger, zoals die ook op een draaiorgel zat, in beweging brengen. Omdat de kuip van hout was gebeurde het nog wel eens dat in de zomer de naden open trokken zodat het water eruit stroomde. Dat was nog niet zo’n probleem, want dan gooide men er eerst water in wat dan weglekte en dan opnieuw water erin, net zo lang tot de kuip weer dicht was. Later gaf dat meer problemen, want toen werd de slinger vervangen door een elektrische motor die onder aan de kuip gemonteerd was. Als het water er dan uitstroomde, kon het voorkomen dat het water in de motor liep en ook op de grond. Van aarden had niemand toen nog gehoord. Dat was een levensgevaarlijk ding dus. Later werden de kuipen van metaal gemaakt en toen kwam dat niet meer voor. De wringer werd ook nog elektrisch aangedreven, dus dat was erg gemakkelijk voor de huisvrouw (want huismannen had je toen nog niet).

Bijdrage van mevrouw Els van der Land

Ik ken die oude wasmachine ook nog. Wij woonden in Zuid Limburg. Mijn vader was mijnwerker. In het keldergedeelte onder onze keuken stond zo’n grote houten wastobbe op poten met een wringer er boven.

Vlak daarnaast stond een 1-pits gasstel. Hierop werd een groot gedeelte van de was eerst gekookt en daarna pas gewassen in de wasmachine. Dat deze machines gevaarlijk waren heeft mijn moeder wel ervaren. Ik kan mij herinneren dat zij enkele keren een flinke stroomstoot heeft gekregen als zij de was eruit wilde vissen om te wringen. Het wringen zelf was best behoorlijk zwaar werk.

Daarna werd de witte was nog in de tuin te bleek gelegd. D.w.z. plat op het gras, in de zon. Dat was voor ons kinderen dan even tijdelijk ‘verboden gebied’.

Wij kregen pas onze eerste echte wasmachine toen wij in 1968 met ons gezin naar Dordrecht verhuisden waar mijn vader, toen de mijnen gingen sluiten, een omscholing kreeg als metaalbewerker bij Scheepswerf de Biesbosch.

blauwsel witte was
wasmachine met motor
was machine

Bijdrage van M.de Vos uit Roden (Drenthe)

In de jaren 1960 huurde mijn schoonmoeder met meer flatbewoners in Groningen gezamenlijk een wasmachine. Dat was op mijn dorp een grote luxe. Mijn moeder had een houten plank en boender en toen kreeg ze een stamper. Dat was wat in die tijd (deze is nog in mijn bezit). Want voor ze de kookpot ging opzetten moest je zeep in stukjes snijden en dat in een zeepklopper doen. Ook had mijn moeder geen wringer, dus alles moest op de hand en spoelen met water uit de regenbak (mijn oma haalde het water uit de pomp). Dan kwam het op de bleek, weer spoelen, drogen en stijfsel gebruiken en voor de witte was een blauwzakje. Als kind wilde je ook graag stampen maar dat verveelde vaak.

Bijdrage van mevrouw M.C. Schild

In 1960 kwam de eerste wasmachineautomaat op de markt, misschien dat hij er al eerder was maar wij kochten toen zo’n ding en dat was heel wat, geloof dat maar.

Dat was lachen! Omdat het zo nieuw was kwam er bij de bezorging en installatie een man mee in keurig pak gestoken. Mijn moeder was naar mij toegekomen om het spektakel mee te maken. De witte was werd in het machine gestopt met uitvoerig demonstratief luchtigjes de handen boven de was gehouden, vooral niet aandrukken dames! Er moet ruimte bovenin blijven. Toen kwam het wasmiddel aan de beurt, met een maatlepel werd secuur afgemeten, pas op niet teveel maar ook niet te weinig dames, dat is hééél belangrijk.

Het werd een gezellig twee uur en een kwartier (en niet te vergeten op 90 graden wat een verspilling denk je nu) durende bijeenkomst. Wij zaten als kleine kinderen naar het raampje van het machine te staren waar het wasgoed gezellig voorbij draaide, terwijl de man allerlei ingewikkelde dingen debiteerde, die wij onmiddellijk weer vergaten. We hebben met zijn drieën twee potten koffie soldaat gemaakt. Ik heb daarna nooit meer, na de was in het machine gestopt te hebben, met zoveel bewondering als die eerste keer gekeken. Wat een vooruitgang! We hebben later nog heel vaak gelachen over die demonstratie en het is nu een dankbaar onderwerp op verjaardagen, als de nostalgie toeslaat: van ‘ooh weet je nog?’

Ik zou best nog eens als ik een nieuw machine nodig heb zo’n vertegenwoordiger in huis willen hebben, maar die tijd is helaas definitief voorbij.

Bijdrage van Andrea Gross

Toen ik klein was woonden wij midden in de Jordaan te Amsterdam. Wij woonde in een halve woning, het pand bestond uit drie etages die verdeeld waren. Dit noemde je voor of achter wonen. Wij woonden (met vier personen) op drie hoog voor, vader en moeder in een opklapbed in de kamer, de kinderen in de alkoof met een gordijn ervoor. Een piepklein keukentje er was beslist geen ruimte (en geld) voor een wasmachine.

Een firma bracht uitkomst: Je kon een wasmachine voor een dag huren, het betrof de zg. snelwasser, ronde kuip met een draaischoep onderin en een handwringer bovenop. Om op de toch wel hoge kosten te besparen, het kostte f 3,00 per dag, werd de machine gedeeld met de buurvrouwen. Zo kon het gebeuren dat de verhuurder een machine op een hoog achter afleverde, waarop de huisvrouw direct aan de slag ging, vervolgens verhuisde de machine naar een hoog voor, twee hoog achter, enz. Op het einde van de dag moest de verhuurder het exemplaar van drie hoog achter naar beneden sjouwen.

Later kwam het gemeentewashuis, een grote ruimte met machines, droogkabines, mangels, enz. Om gebruik te maken van dit washuis moest je de was per kilo betalen, bij binnenkomst werd de vuile was gewogen en werd direct afgerekend en ontving je wasmuntjes voor het opstarten van de machines.

Dat was nog best kostbaar, maar daar had mijn moeder iets op gevonden. Wij, kinderen, moesten moeder zogenaamd een handje helpen met het sjouwen van de was. Voor vertrek van huis kreeg je bijna alle vuile kleding van de afgelopen weken over elkaar aan. Zo ging ik hartje zomer met een dik winterjack op pad. Had moeder afgerekend bij de kassa, dan liepen wij mee naar de machines en moesten wij ons ter plekke ontdoen van alle vuile kleding.

Toen begreep ik die acties niet, vragen mocht niet, kreeg je een klap voor je kop. Later met mijn moeder hier hartelijk om gelachen. De armoede was een beetje over in 1960.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten