Home / Liedjes / Schoenlapper Jan

Schoenlapper Jan

Schrijver: onbekend
Componist: onbekend
Met dank aan Jozef Albrecht voor het insturen van de tekst

Schoenmaker schoenlapper

Schoenlapper Jan zat ganse dagen
bij zijn werk te zingen vol vermaak en vuur.
Hij had geen reden om te klagen,
hij was blij van ’s morgens tot het avonduur.
En hij lei maar op zijn leest.
Lappen, lappen, lappen, lappen, lappen, lappen,
en hij lei maar op zijn leest.
Lappen, lappen, lappen, lappen, lappen, lappen om ter meest.

Een rijke smaus vol bange zorgen
was des lappers buur, doch het beviel hem niet.
Soms hield hij feest tot bij den morgen
Altijd werd hij wakker van des lappers lied.
en hij vloekte bij ’t gedruis
’t Kloppen, kloppen, kloppen, kloppen,
En hij vloekte bij ’t gedruis
’t Kloppen, kloppen, kloppen in zijn buurmans huis.

“Jan, ik kan van u niet klagen”
sprak hij eens, daar hij hem honderd guldens gaf.
Daar moet gij immer zorg voor dragen.
Neem er toch geen centen voor uw pintjes af.
’t Was een rappe slimme smaus
rappe, rappe, rappe, rappe,
‘t Was een rappe slimme smaus
rappe, rappe, rappe slimme smaus.

Jan had zijn guldens gauw begraven
zelfs tot in zijn bed en de klederkast.
Nu moest hij waken lijk een slave
en zwijgen om te zien of er geen rover was.
En de buurlien stonden stom
Lapper, lapper, lapper, lapper,
En de buurlien stonden stom
Lapper, lapper, lapper is uw tong weerom?

Eindelijk kon Jan het niet meer houden.
Haastig liep hij naar zijn buur, den rijken heer.
Hier is mijnheer, hier is uw goud en
geef mij sapperlotte maar mijn liedjes weer.
Weet dat gij die nimmer klaagt
Geene, geene, geene, geene
Weet dat gij die nimmer klaagt
Geene, geene, geene vette gulden vraagt.