Van meten tot oefenen
Het onderzoek begon met het aantonen dat de voetspieren betrouwbaar kunnen worden gemeten met een draagbaar echoapparaat. Vervolgens onderzocht Willemse welke oefeningen de voetspieren het meest activeren. Functionele oefeningen, zoals op de tenen staan of op blote voeten lopen, bleken minstens zo effectief als specifieke voetoefeningen zoals het spreiden van de tenen.
Daarna volgde een trainingsprogramma van twaalf weken bij zelfstandig wonende ouderen met een verhoogd valrisico. Deelnemers oefenden vijf keer per week thuis, waarvan één keer per week onder begeleiding van een trainer.
Meer vertrouwen, minder angst
Na afloop waren de voetspieren van de deelnemers sterker en iets groter geworden. Ze voelden zich zekerder op de been en maakten zich minder zorgen om te vallen. Hoewel er in het laboratorium geen grote veranderingen in balans of loopsnelheid werden gemeten, merkten veel deelnemers dat ze zich in het dagelijks leven stabieler voelden.
Willemse vertelt: “Het mooiste vond ik dat mensen aangaven dat ze weer meer durfden te bewegen zonder angst om te vallen. Dat is precies wat we willen bereiken: ouderen helpen om actief en zelfstandig te blijven.”
Nieuwe kansen voor valpreventie
De resultaten laten zien dat gerichte training van de voetspieren een waardevolle aanvulling kan zijn op bestaande beweegprogramma’s voor ouderen. Vooral mensen die onzeker zijn of bang om te vallen, kunnen er baat bij hebben. In toekomstig onderzoek moet blijken of deze trainingen daadwerkelijk leiden tot minder valincidenten.