(met dank aan Liesbeth de Nijs voor het geleverde materiaal)
Volgens algemene opvatting is het allemaal zo’n 4000 jaar geleden begonnen in het oude Babylonië. De Babyloniërs vierden Nieuwjaar eind maart, aan het begin van de lente. Van het oude Egypte zijn ook vieringen bekend, maar dan in september. In onze huidige kalendertelling uiteraard want die hadden zij toen nog niet.
Het begin van het nieuwe jaar was gekoppeld aan veranderingen in de natuur. Voor de Babyloniërs en ook de Romeinen, symboliseerde de lente een nieuw begin. Voor de Egyptenaren was er een nieuw begin op het moment dat de Nijl begon te overstromen. Het water van de Nijl zorgde namelijk voor nieuwe gewassen.
Na veel onduidelijkheden over diverse kalendersystemen zette Julius Caesar in 46 voor Christus een belangrijke stap. Hij stelde vast dat 1 januari het begin van elk nieuw jaar zou zijn. En tot op de dag van vandaag geldt deze datum in de Westerse wereld als Nieuwjaarsdag.
In de eerste eeuwen van onze jaartelling was de vroege Kerk erg anti-Nieuwjaarsrituelen. Het werd gezien als heidens en daarom verwerpelijk. Dit bleef heel lang zo. Langzaamaan gingen kerken Christelijke betekenissen aan deze traditie verbinden. Dit leidde uiteindelijk tot algehele acceptatie van deze feestdag.
Mensen overal ter wereld hebben gebruiken en rituelen rondom het begin van het nieuwe jaar. Mensen lijken er behoefte aan te hebben om het oude vaarwel te zeggen en het nieuwe met verwachting tegemoet te zien. Dit komt ook tot uiting in onze Nieuwjaarswens: een nieuw jaar met nieuwe kansen.
Waarom eten we, meer nog dan appelflappen, ieder jaar weer oliebollen op oudejaarsavond? Er zijn verschillende theorieën. Volgens één verhaal heeft het te maken met de vette deegwaren die de Bataven en Friezen in de periode tussen 26 december en 6 januari tijdens het Joelfeest offerden aan de Germaanse godin Perchta. Deze godin beloonde vlijt en behulpzaamheid, maar kon niet tegen luiheid en strafte met brengen nachtmerries en het opensnijden van buiken (en deze vullen met stenen). Door de offers wilde de mensen de godin tevreden stellen. Door het vette voedsel dat ze offerden zou bovendien het zwaard van de godin uitglijden op de buiken als zij probeerde deze open te snijden.
Een andere theorie gaat uit van een oude vastenperiode. In de Middeleeuwen vastten de mensen tussen Sint Maarten (11 november) en Kerstmis. Ze deden dit onder andere om de voorraad te sparen die ze voor de lange winter hadden aangelegd. Na afloop van die periode werd vervolgens gefeest, gedronken en gegeten.
Oliekoeken waren een belangrijk onderdeel van dat feest, gemaakt van houdbare ingrediënten, rijk aan vet en calorieën en daardoor goede brandstof tegen de winterkou. Maar misschien bestaat er ook een verband met een laatmiddeleeuws gebruik om de armen rond oud en nieuw op een plat wafeltje of oliekoek te trakteren.
Pas in de negentiende eeuw kreeg de oliekoek de status van dé lekkernij van oud en nieuw. Wanneer en waarom de oliekoek precies oliebol werd, is onduidelijk. Het had te maken met andere ingrediënten en technieken (zoals frituren), waardoor bakkers luchtiger konden bakken. Pas in de twintigste eeuw verdween de naam oliekoek. De oliebol is daarentegen nooit meer weggegaan.
Centraal-Europa – Sint Silvester
Sint Silvester is ook het feest van het uiteinde van het oude jaar. Wordt meestal met familie of vrienden gevierd. In verscheidene delen van Centraal-Europa staat oudjaarsavond bekend als Sint Silvester. Deze naam is afkomstig uit een oude legende die verhaalt over paus Silvester I.
Deze nam in het jaar 317 een draak gevangen. De draak zou op de eerste dag van het jaar 1000 ontsnappen en vervolgens alle mensen opeten. Toen op de eerste dag van het jaar 1000 bleek dat de draak niets deed, was er grote vreugde en vanaf die dag werd oudejaarsdag Sint Silvesterdag genoemd.
Griekenland – Sint Basil
In Griekenland is Nieuwjaarsdag ook het feest van Sint Basil. Sint Basil is beroemd vanwege zijn vriendelijkheid. Griekse kinderen zetten hun schoen op oudejaarsdag bij de kachel en hopen dat die nacht Sint Basil hun schoenen zal vullen met cadeaus.
Schotland
In Schotland vullen ze in sommige dorpen vaten met teer en steken die aan en laten ze door de straten rollen. Op deze manier wordt het oude jaar opgebrand en mag het nieuwe jaar beginnen. De Schotten geloven dat de eerste persoon die je huis binnenkomt in het nieuwe jaar je ofwel geluk of geen geluk brengt. Het meeste geluk zal een bezoeker met donker haar brengen die ook nog iets meebrengt. Dit gebruik wordt ‘first-footing’ genoemd. Het nummer, ‘Auld Lang Syne’ wordt gezongen als de klok 12 uur slaat tijdens de jaarwisseling. Dit gebruik komt in veel landen over de hele wereld voor.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.