(klik op de afbeeldingen om ze te vergroten)
James Travis Reeves (roepnaam Jim) werd op 20 augustus 1923 geboren in Galloway (Texas US) als negende kind van zijn vader Tom en zijn moeder Mary Reeves. Tragisch genoeg stierf zijn vader toen Jim pas tien maanden oud was en daardoor stond zijn moeder er alleen voor bij het opvoeden van haar kinderen. Op zijn vijfde kreeg hij een gitaar en niet lang daarna hoorde hij, op een plaat die zijn broer gekocht had, Jimmie Rodgers zingen. Vanaf dat moment hield hij van Country muziek en was hij fan van Jimmie Rodgers.
Toen hij 12 jaar was had hij als eens opgetreden voor de radio, maar hoewel hij erg van muziek hield was hij ook een getalenteerde atleet. In zijn tienerjaren besloot hij om een carrière op te bouwen als honkbalspeler. Via de atletiek kreeg hij een beurs voor de Universiteit van Texas. Reeves ging spraak en drama studeren. Al na zes weken gaf hij er de brui aan en ging hij werken voor een scheepswerf in Houston. Maar hij keerde al snel terug naar het honkbal en hij ging als semi-professional spelen. In 1944 kreeg hij een profcontract bij de “St. Louis Cardinals”. Hij speelde drie jaar voor het team toen hij een zware enkelblessure opliep die ervoor zorgde dat hij nooit meer professioneel kon spelen.
Mary White
Na zijn sportcarrière trouwde hij op 2 september 1947 met de lerares Mary White (geboren 20 januari 1929).
De jaren daarna had hij verschillende baantjes om aan de kost te komen en dacht hij erover na wat hij eigenlijk wilde worden. Tegelijkertijd zong hij als amateur en trad hij op zowel als solist als ook als zanger van de band “Moon Mullican”.
In 1949 nam hij wat nummers op voor een klein label, maar dat werd geen succes. Begin 50-tiger jaren besloot hij daarom om omroeper te worden bij de omroep KSIG in Crowley. Later vertrok hij naar de omroep KGRI in Henderson. De volgende jaren was hij daar diskjockey en las hij het nieuws. Vervolgens vertrok hij naar het radiostation KWKH in Shreveport. Eind 1952, toen hij presentator was van de populaire show “Louisiana Hayride”, kon een optreden van de zanger Hank Williams geen doorgang vinden en Reeves trad in zijn plaats op. Zijn optreden werd enthousiast ontvangen en de platenmaatschappij Abbott Records bood hem onmiddellijk een contract aan. De eerste plaat die hij voor deze maatschappij opnam was “Mexican Joe” en dat werd begin 1953 een nummer één hit in de Verenigde Staten. Later in 1953 had hij weer een nummer één hit met het nummer “Bimbo”.
Vanaf 1953 had Reeves ook vaste optredens in het radioprogramma Louisiana Hayride. Ook in 1954 en 1955 had hij nog vier hitsingles en in 1955 tekende hij een langlopend contract met de platenmaatschappij RCA en ging hij deelnemen aan de Grand Ole Opry, een wekelijks zaterdagavond programma dat live Country muziek brengt op WMS radio in Tennessee.
Jim Reeves droeg een toupet. Hij en zijn vrouw Mary hielden dat angstvallig geheim. Mary trachtte dit zelfs vol te houden na zijn dood toen een tijdschrift daarover rapporteerde. Zijn manager Charlie Lamb gaf het begin vijftiger jaren echter toe. Hij zei dat hij met Jim bediscussieerd had of hij een toupet moest dragen bij zijn eerste gastoptreden in de Grand Ole Opry maar Jim besloot toch om zijn toupet te dragen.
Bij RCA begon Reeves een meer pop-georiënteerde stijl van Country muziek te ontwikkelen die van hem een superster maakte en hem de bijnaam “Gentleman Jim” bezorgde. In de zomer van 1955 had hij zijn eerste grote hit bij RCA met het nummer “Yonder Comes a Sucker”. Het bleek de eerste te zijn van een reeks van 40 hitsingles. Veel van deze nummers werden ook door popartiesten gezongen, waaruit blijkt hoe dicht zijn Country stijl bij de popmuziek stond. Intussen had hij ook zijn cowboy outfit verruild voor een gewoon pak met stropdas.
In de vijftiger en zestiger jaren scoorde hij grote hits en Country klassiekers, zoals: “Four Walls” (1957), “Anna Marie” (1958), “Blue Boy” (1958), “Billy Bayou” (1959), “He’ll Have to Go” (1960), “Adios Amigo” (1962), “Welcome to My World” (1964) en “I Guess I’m Crazy” (1964). Het lied “Four Walls” werd het keerpunt in zijn carrière, omdat zowel hij als zijn producer Chat Atkins daardoor tot de conclusie kwamen dat zijn succes lag in het zingen van ballades. Als gevolg daarvan werd hij niet alleen een groot artiest in de Verenigde Staten maar ook over de hele wereld. Reeves maakte tournees door Europa en Zuid Afrika. Hij bracht de Country muziek naar landen waar dit type muziek nooit erg geliefd was geweest. In Zuid Afrika speelde hij zelfs in zijn enige speelfilm “Kimberly Jim”, die in 1965 uitkwam. Het verhaal ging over een Amerikaanse gokker, Jim genaamd, die een Zuid Afrikaanse goudmijn wint bij een kaartspel waar vals gespeeld werd. In de film zong Reeves wat liedjes maar het scenario stelde niet veel voor met wat knokpartijen, mooie danseresjes, enz. Toch werd de film in Zuid Afrika een enorm succes. Het aantal bezoekers was groter dan bij filmklassiekers uit die tijd “Ben Hur” en “De Tien Geboden”. Jim nam zelfs liedjes in het Zuid Afrikaans op.
Op het hoogtepunt van zijn carrière sloeg het noodlot toe. In 1962 was zijn vliegtuig op de terugweg van Zuid Afrika in hevige turbulentie terechtgekomen. Hij vond eigenlijk dat hij zelf de controle over een vliegtuig moest hebben en hij besloot daarom vlieglessen te nemen. Hij behaalde zijn vliegbrevet in maart 1963.
Nadat hij in Arkansas onderhandeld had over een onroerend goed project vlogen hij en zijn manager Dean Manuel op 31 juli 1964 terug in een eenmotorig toestel, bestuurd door Reeves. Toen ze in de buurt van Nashville waren rapporteerden ze aan het vliegveld Berry Field aldaar dat ze in hevige regenval terecht waren gekomen boven de heuvels in de buurt van Nashville. Om 5 uur ’s middags zette het vliegtuigje de landing in en verdween plotseling van het radarscherm. Er werd een zoektocht ingezet met 12 vliegtuigen, 2 helikopters en 400 mensen op de grond. Zij vonden het vliegtuigwrak twee dagen later in dicht bebost gebied. Beide inzittenden hadden de crash niet overleefd. Jim Reeves werd maar 40 jaar oud.
Nadat er een herdenkingsdienst gehouden was werd zijn lichaam overgevlogen naar Carthage in zijn thuisstaat Texas. Zijn grafzuil, waarop hij staat afgebeeld als zanger die relaxed met een gitaar in zijn hand staat, werd en wordt nog steeds druk bezocht door vele van zijn fans.
Maar hoewel Jim Reeves dood was, werd zijn populariteit er niet minder door. In feite nam de verkoop van zijn platen na zijn overlijden nog toe. RCA bracht na zijn dood verschillende singles uit die ook nog eens grote hits werden, zoals “This Is It” (1965), “Is It Really Over?” (1965), “Distant Drums” (1966), and “I Won’t Come in While He’s There” (1967). Hoewel Reeves het nummer “Distant Drums” nooit had opgenomen (het nummer werd uitgebracht door Roy Orbison) had hij wel voor de schrijfster van het nummer, Cindy Walker, een demo ingezongen. Die had zij bewaard en in 1966 werd de muzikale begeleiding daar aan toegevoegd.
Hij had voor zijn overlijden 80 nummers opgenomen die nog niet waren uitgebracht. En zijn weduwe Mary volgde een briljante, maar onbarmhartige, marketing strategie, waarbij telkens een paar van deze nummers werden opgenomen op een nieuw album, naast al eerder uitgebrachte nummers. Soms werden er ook van bestaande nummers nieuwe versies gemaakt of werden er duet-versies van gemaakt met Deborah Allen of Patsy Cline.
Zijn schare fans in Noorwegen was zo groot dat zijn weduwe lang na zijn dood nog steeds Gouden Platen uit Noorwegen ontving. In 1999 werd er zelfs een speciaal platenalbum voor zijn Noorse fans gemaakt “Jim Reeves – Norwegian hits”. Begin 1960 was Reeves de eerste Amerikaanse artiest die in Noorwegen een Gouden Plaat ontving. En ook na zijn dood stond hij vele malen hoog in de lijst van platenverkoop. En een van zijn laatste live opnames werd drie maanden voor zijn dood opgenomen in de Njårdhallen in Oslo.
Jim Reeves werd in 1967 opgenomen in de Country Music Hall of Fame (de plaquette vermeldt een verkeerd geboortejaar, namelijk 1924 i.p.v. 1923) en in 1969 stelde de Acadamy of Country Music een Jim Reeves Memorial Award in, een prijs die ieder jaar gegeven wordt aan degene die een grote bijdrage geleverd heeft aan de acceptatie van Country muziek in de wereld.
Mary Reeves, die zoveel gedaan had om de naam van haar man voort te laten leven stierf op 11 november 1999 op 70-jarige leeftijd.
Luister naar liedjes van Jim Reeves
He’ll have to go & Adios amigo
I won’t come inwhile he’s there
Zomaar een paar liedjes van Jim Reeves
Bimbo (1953, teks:t Rod Morris)
Bimbo, Bimbo, where ya gonna go-e-o
Bimbo, Bimbo, whatcha gonna do-e-o
Bimbo, Bimbo, does your mommy know
That you’re goin’ down the road to see a little girleo.
Bimbo is a little boy who’s got a million friends,
And every time he passes by, they all invite him in.
He’ll clap his hands and sing and dance, and talk his baby talk,
With a hole in his pants and his knees a-stickin’ out,
he’s just big enough to walk.
Bimbo, Bimbo, where ya gonna go-e-o
Bimbo, Bimbo, whatcha gonna do-e-o
Bimbo, Bimbo, does your mommy know
That you’re goin’ down the road to see a little girleo.
Bimbo’s got two big blue eyes that light up like a star,
And the way to light them up is to buy him candy bars.
Crackerjacks and bubblegum will start his day off right,
All the girlies follow him just a-beggin’ him for a bite.
Bimbo, Bimbo, candy on your face-e-o,
Bimbo, Bimbo, chewin’ on your gum-e-o.
Bimbo, Bimbo, when you gonna grow
Everybody loves you, little baby Bimbo.
You never catch him sittin’ still, he’s just the rovin’ kind,
Altho’ he’s just a little boy, he’s got a grown-up mind.
He’s always got a shaggy dog a-pullin’ at his clothes,
And everybody calls to him as down the street he goes.
Bimbo, Bimbo, where ya gonna go-e-o
Bimbo, Bimbo, whatcha gonna do-e-o
Bimbo, Bimbo, does your mommy know
That you’re goin’ down the road to see a little girl-e-o.
He’ll have to go (1960 tekst/muziek: Joe Allison – Audrey Allison)
Put your sweet lips a little closer to the phone
Let’s pretend we’re together all alone
I’ll tell the man to turn the jukebox way down low
And you can tell your friend there with you he’ll have to go.
Whisper to me, tell me do you love me true
Or is he holding you the way I do
Though love is blind make up your mind I’ve got to know
Should I hang up or will you tell him he’ll have to go?
You can’t say the words I want to hear
While you’re with another man
Do you you want me, answer yes or no?
Darling I will understand.
Put your sweet lips a little closer to the phone
Let’s pretend that we’re together all alone
I’ll tell the man to turn the jukebox way down low
And you can tell your friend there with you he’ll have to go…
I Won’t Forget You (1962, tekst: Harlan Howard)
I know that I won’t forget you
For I’ve loved you too much for too long
Though you don’t want me now I’ll still love you
Till the breath in my body is gone.
That’s how it is with me and you’ll always be
The only love I ever knew
I’ll forget many things in my lifetime
But my darling, I won’t forget you.
— Instrumentaal —
That’s how it is with me and you’ll always be
The only love I ever knew
I’ll forget many things in my lifetime
But my darling, I won’t forget you…
Distant Drums (1966, tekst: Cindy Walker)
I hear the sound of distant drums
Far away, far away
And if they call for me to come
Then I must go and you must stay
So Mary marry me, let’s not wait
Let’s share all the time we can before it’s too late
Love me now for now is all the time there may be
If you love me Mary, Mary marry me
I hear the sound of bugles blow
Far away, far away
And if they call, then I must go
Across the sea, so wild and grey.
So Mary marry me, let’s not wait
For the distant drums might change our wedding date
And love me now, for now is all the time there may be
If you love me Mary, Mary marry me.
Geraadpleegde bronnen o.a.
CMT
Country Politan
IMDb
Midtod
Sing 365
Starpulse
Oldies
Kijk ook eens bij de site over Jim Reeves: www.jim-reeves.nl
(klik op de afbeeldingen om ze te vergroten)
William Clark Gable werd op 1 februari 1901 geboren in Cadiz (Ohio) in de Verenigde Staten. Hij was het eerste kind van zijn vader William en zijn moeder Adeline. Zijn vader was boer die ook naar olie boorde. In het jaar van zijn geboorte overleed zijn moeder, waarschijnlijk aan de gevolgen van een hersentumor. Zijn vader zag geen kans om hem te verzorgen en daarom werden de zorgen over hem toevertrouwd aan zijn grootouders van moeders kant. Na twee jaar hertrouwde zijn vader en kwam William jr. weer bij hem wonen. Intussen was hij verhuisd naar Hopedale (Ohio) en later verhuisden ze nog naar Ravenna (Ohio), vlakbij Akron. Zijn stiefmoeder Jennie Dunlap kon prima met hem opschieten en hij aanbad haar.
Na zijn middelbare school wilde hij met een oudere vriend naar Akron om in een bandenfabriek te gaan werken. En zijn stiefmoeder overreedde zijn vader om hem te laten gaan. In Akron zag hij voor het eerst een toneelstuk en hij werd erdoor gegrepen. Na afloop van het stuk ging hij achter het toneel en hij kreeg een onbetaald baantje als toneeljongen. Maar soms mocht hij op het toneel om mee te spelen en een paar zinnetjes te zeggen. En vanaf die tijd was William Clark Gable totaal verkocht aan het theater.
Zelfs toen zijn stiefmoeder stierf en zijn vader hem smeekte om samen met hem in de olie-industrie te gaan werken kon hij het toneel niet vergeten. Toen hij 21 jaar was erfde hij van zijn grootvader $ 300 en hij vertrok naar Kansas City om daar bij de toneelgroep de “Jewell Players” te gaan spelen. Hij begon daarna rond te trekken met verschillende tweederangs theatergezelschappen en kwam uiteindelijk in Portland (Oregon) terecht. Daar had hij verschillende baantjes en uiteindelijk werd hij stropdassenverkoper in een warenhuis. Eén van zijn klanten, de kleinzoon van een actrice, moedigde hem aan om weer aan het toneel te gaan. Hij kwam terecht bij een toneelgezelschap waar de actrice Josephine Dillon de leiding had en waarvan ze tevens de regisseur was. Zij zag wat hij als acteur kon bieden en ze hielp hem om zijn talent verder te ontplooien. Zij nam hem mee naar Hollywood. Intussen hadden ze een verhouding gekregen en, hoewel ze 14 jaar ouder was dan hij, trouwden ze op 13 december 1924. Van haar leerde hij, meer dan van wie dan ook, de kunst van het acteren. Zij leerde hem om gracieus te zijn en niet te bewegen als een houten Klaas. Ze kocht kleren voor hem, bracht hem bij een tandarts zodat hij onbeschaamd kon lachen en de kuiltjes in zijn wangen goed uitkwamen. Zij was het ook die hem ervan overtuigde dat hij als toneelnaam zijn tweede naam moest gebruiken en zo werd het Clark Gable in plaats van William Gable. Zij bezorgde hem filmrollen, meestal als figurant, maar hij had een echt rolletje in “White Man” (1924) en “The Plastic Age” (1925).
Josephine Dillon
Gable begreep dat hij zijn acteertalent verder moest verbeteren en ging weer op het toneel staan. Hij speelde een jongeling in “The Copperhead” onder regie van Lionel Barrymore. En zij werden vrienden voor het leven.
Zijn huwelijk met Dillon stond toen al op een laag pitje en hij liet zich een voor een door andere vrouwen helpen bij de verdere ontwikkeling van zijn carrière. Jane Bowl nam hem als speerdrager in haar productie van “Romeo en Julia”, Pauline Frederick nam hem als Openbaar Aanklager in “Madame X” en als nachtclubeigenaar in “Lucky Sam McCarver”. Gable vergezelde Frederick ook buiten het toneel. Zij kocht nieuwe pakken voor hem en betaalde voor een nieuwe dure behandeling van zijn gebit. Maar daar stond wel iets tegenover. Zoals hij zelf zei: “Mevrouw Frederick heeft altijd rugklachten en zij wil dat ik haar masseer.”
Na andere wat minder belangrijke rollen maakte hij op 7 september 1928 zijn debuut op Broadway. In “Machinal” speelde hij de minnaar van de ster van het stuk en hij kreeg er goede kritieken voor.
Toen hij op tournee was met een ander stuk ontmoette hij in Texas Ria Langham, een lid van de jetset van Houston en al verschillende malen gescheiden. Ze was schatrijk en ze wilde meteen Clark hebben en reisde met hem mee terug naar New York. Zoals de anderen vóór haar deden behandelde ook zij hem als een “speciaal project”. Josephine Dillon had hem de basis gegeven van wat hij geworden was en zij poetste hem verder op. Ze bracht hem naar de beste kleermaker, de beste schoenmaker, de beste kapper, de beste van alles en nog wat. Hij ontwikkelde goede manieren, zelfvertrouwen en rust. Nadat ze Spencer Tracy had gezien in het stuk “The Last Mile”, besloot Ria Langham dat de rol van Killer Mears uitermate geschikt was voor Clark. Naar men zegt zorgde zij ervoor dat hij meedeed aan de uitvoering van dit stuk aan de Westkust van de Verenigde Staten en hij was een regelrechte sensatie.
Als gevolg daarvan testte Darryl F. Zanuck hem voor “Little Ceasar”. Maar hij vond dat hij te grote flaporen had en wees hem daarom af. Minna Wallis zag wel wat in hem. Zij was niet alleen een topagent, maar ook de zuster van producent Hal Wallis. Ze bezorgde hem een rol als vervelende jonge schurk in de Western “The Painted Desert” (1931). Zijn voorgaande filmrollen waren in stomme films en dit was zijn eerste rol in een sprekende film. Vervolgens bezorgde ze hem een rol als een gemene chauffeur in “Night Nurse” (1931). In deze film gaf hij Barbara Stanwyck zo’n pak slaag dat het soms het publiek, naar adem snakkend, de zaal verliet.
Daarna speelde hij kleine rollen, zoals een hardwerkende wasserijbaas in “The Easiest Way” (1931). Als gevolg van het feit dat hij deze rol prima speelde kreeg hij een rol in “The Secret Six” (1931), waarin hij en John Mack Brown reporters speelden die onderzoek deden naar misdaden in de onderwereld. De leiding van MGM (Metro Goldwyn Mayer) was zeer gecharmeerd van John Mack Brown omdat hij een voormalig topatleet was en men dacht dat er daarom een grote filmster van hem gemaakt kon worden. De schrijver van het script, Frances Marion, zag meer in Gable. Haar man, George Hill, was de regisseur en zij besloten stiekem om Gable de betere teksten en betere scènes te geven. Gable speelde een ruige maar sympathieke rol en de interesse van MGM werd daardoor meer gefocussed op Gable. Er ging een interne opdracht uit om van hem een grote ster te maken. MGM bezorgde hem een perfect gebit en betaalde ook voor een operatie om van zijn flaporen af te komen.
Intussen had Josephine Dillon ingestemd met een echtscheiding die op1 April 1930 werd uitgesproken. Ze zei daarover: “Clark vertelde me dat hij wilde trouwen met Ria Langham omdat ze financieel meer voor hem kon betekenen. Het is moeilijk om met hem te leven omdat zijn carrière en ambitie altijd op de eerste plaats komen.”
Gable met Ria Langham
De 17 jaar oudere Ria Langham werd de tweede mevrouw Clark. Ze trouwden op 30 maart 1930 in New York. Maar dat was eigenlijk twee dagen voordat hij officieel gescheiden was van Josephine Dillon. Daarom was de verbintenis ongeldig en trouwden ze opnieuw op 19 juni 1931. Ria Langham werd de koningin van de filmgemeenschap in Beverly Hills. Eind 1931 was haar man namelijk de “koning van Hollywood”. Hij was een ster en met veel kassuccessen.
Vrouwen adoreerden hem en mannen bewonderden hem om zijn stoere mannelijkheid. En MGM cultiveerde zijn krachtige mannelijke uitstraling om hem te laten schitteren naast bekende vrouwelijke filmsterren uit die tijd. Hij maakte acht films met Joan Crawford, zeven met Myrna Loy en zes met Jean Harlow. Zijn verhouding met Myrna Loy en Jean Harlow buiten de filmset was strikt platonisch, vriendschappelijk maar professioneel. Joan Crawford bekende later echter dat ze op de momenten dat ze beiden geen persoonlijke verplichtingen hadden verschillende keren op het punt stonden om samen weg te lopen en te gaan trouwen. Iedere keer kwamen ze juist op tijd tot hun zinnen en gaven ze net iets meer om de voortzetting van hun filmcarrière.
In 1935 speelde hij met Loretta Young in de film “Call of the Wild”. Gable en zij kregen een verhouding met elkaar en zij raakte zwanger. Niemand mocht dit weten en na afloop van de opnames nam Young een lange vakantie in Europa. Daar werd haar kind Judy Lewis op 6 november 1935 geboren. Na terugkomst in de Verenigde Staten claimde ze dat ze het kind aangenomen had. Dat leek slim van haar. Maar toen het kind ouder werd leek ze sprekend op haar moeder, echter met de flaporen van Clark Gable. Volgens (de latere actrice) Judy Lewis bezocht Gable haar één keer thuis. Maar hij vertelde haar niet dat hij haar vader was. Hoewel noch Young noch Gable ooit publiekelijk hadden toegegeven dat Gable zij de echte ouders van het kind waren was dit een publiek geheim. Zoals Lewis later in haar autobiografie “Uncommon Knowledge” schreef was ze geschokt toen ze dit van de kinderen op school hoorde.
Loretta Young met Judy Lewis
Gable schitterde ook nog vier keer in een film met Lana Turner, drie keer naast Norma Shearer, twee keer naast Constance Bennet en Helen Hayes en één keer naast Greta Garbo en Jeanette McDonald. In feite speelde hij met alle MGM sterren uit die tijd.
Maar Gable was op zijn best in een mannenwereld; als leidinggevende bij “Mutiny on The Bounty” (1935), als iemand die de problemen bij de luchtmacht oploste in “Command Decision” (1948) en als verkenner van het land van de Indianen in “Across the Wide Missouri” (1951). Maar bij het noemen van de naam Clark Gable zullen velen ook denken aan zijn rol van Rhett Butler in “Gone With The Wind” (1939) of aan de verslaggever Peter Warne die hij speelde in “It Happened One Night” (1934). Het gekke is dat dit allemaal rollen waren die hij eigelijk niet wilde spelen, maar waarvoor hij wel Oscar nominaties kreeg. Voor “It Happened One Night” kreeg de Oscar voor de beste mannelijke hoofdrol ook daadwerkelijk.
Tijdens de opname van de film “Gone With The Wind” was hij blij dat Ria Langham (op 4 maart 1939) van hem wilde scheiden voor een afkoopsom van $ 286.000. Hij was weer een vrij man en hij reed met de filmactrice Carole Lombard (die zeven jaar jonger was dan hij) naar de plaats Kingsman (Arizona) waar ze snel op 29 maart 1939 trouwden. Ze kenden elkaar al meer dan drie jaar en het was een bekend feit dat ze de meeste tijd daarvan al samengewoond hadden en ze erg gelukkig waren met elkaar. Zij was de liefde van zijn leven. Ze kochten een boerderij in Encino en vestigden zich daar. En het zag er naar uit dat ze voor altijd het perfecte koppel zouden zijn.
Carole Lombard
Maar de Tweede Wereldoorlog brak uit en Carole stortte zich op het werven van fondsen voor de oorlog. Na het bombardement van Pearl Harbour ging ze op tournee voor dit werk. Op 16 januari 1942 was ze op weg naar huis en vloog het vliegtuig waarin ze zat tegen een berg. Er waren geen overlevenden.
Clark Gable werd haast gek van verdriet. Zij had hem altijd geplaagd door te zeggen dat hij aan de oorlog moest gaan deelnemen en hij wilde dat nu ook werkelijk doen. Hij nam wat vrije tijd bij de opname van “Somewhere I’ll Find You” om over zichzelf na te denken. Vervolgens maakte hij eerst de film af en ging hij uiteindelijk in augustus 1942 in militaire dienst. Hoewel hij eigenlijk te oud was werd hij ingelijfd bij de opleiding tot officier in Miami (Florida). In 1943 vertrok hij met de Achtste Luchtmacht Divisie naar Europa. Hij werd staartschutter. Hoewel hij eigenlijk in dienst was gegaan om het er niet levend af te brengen en als een held te sterven, hernieuwde deze spanning zijn wil om te leven en bovendien verhoogde het zijn populariteit. Zeven maanden later ontving hij het “Distinguished Flying Cross” en de “Air Medal” voor zijn buitengewone verdiensten bij de deelname aan vijf verschillende bombardementsvluchten boven Duistland. Hij werd gepromoveerd tot de rang van majoor en kort daarna zwaaide hij af en keerde terug naar de Verenigde Staten om weer voor MGM te gaan werken. Een grappige anekdote is dat Adolf Hitler hem de allerbeste acteur vond. Hij loofde tijdens de oorlog een aanzienlijke beloning uit voor degene die Clark Gable ongedeerd bij hem af zou leveren.
Maar MGM wist na zijn terugkeer eigenlijk niet wat ze met hem aan moesten. Gable was veranderd en ook zijn imago. Zijn eerste film van na de oorlog “Adventure” (1945) was een saaie gekunstelde komedie. In “The Hucksters” (1947) met Deborah Kerr en Ava Gardner zaten wel wat goede stukken, maar verder was de film stomvervelend. En ook zijn derde film van na de oorlog “Homecoming” (1948) was oersaai. Zijn volgende twee films waren beter. Het leek erop dat hij zich meer op zijn gemak voelde in uniform met alleen mannelijke spelers om hem heen in “Command Decision” en “Any Number Can Play” (1949). In deze laatste film speelde hij de eigenaar van een casino. Veel van zijn latere films waren ronduit teleurstellend. Zelfs “Mogambo” (1953) waarin hij speelde naast Ava Gardner en Grace Kelly.
Gable was erg ontevreden in die periode. Hij voelde zich alleen en maakte een verschrikkelijke en dure fout toen hij op 20 december 1949 voor de vierde keer trouwde met de drie jaar jongere Engelse actrice Sylvia Ashley. Zij was al meerdere malen getrouwd geweest en een echte mannenverslindster. Bovendien leefde ze er flink op los. Er werd gefluisterd dat hij zijn fout al drie weken na de huwelijksvoltrekking inzag. Ze bleven echter getrouwd tot 21 april 1952 en dat kostte Gable een bom duiten.
Gable met Sylvia Ashley
In 1954 liep zijn contract met MGM af en het werd niet vernieuwd. Hij werd daarna de duurste freelance acteur, omdat hij voor een percentage van de opbrengst van een film werkte. Zijn films waren nu beter dan de films die hij bij MGM na de oorlog gemaakt had en bovendien waren het ook kassuccessen.
Gable werd weer verliefd en trouwde op zijn 54-ste jaar voor de vijfde keer op 11 juli 1955 in Minden (Nevada) met de mooie en 15 jaar jongere Kay Spreckels, een voormalige mannequin en actrice. Zij leek erg op Carole Lombard en voor het eerst na haar dood was Gable weer gelukkig. Zij had al twee kinderen uit haar vorige huwelijk en Gable werd een goede stiefvader voor haar kinderen.
Gable met Kay Spreckels
Zijn allerlaatste film “The Misfits” (1961) was een van de beste films die hij ooit gemaakt had. Hij speelde een cowboy op leeftijd die op zoek is naar zijn laatste volmaakte moment op aarde en hij vond een mooie gescheiden vrouw, gespeeld door Marilyn Monroe. Clark Gable had een prima tijd bij het werken aan deze film, maar de omstandigheden waaronder de opnames werden gemaakt waren uitzonderlijk zwaar. De film werd opgenomen op locatie in Reno onder extreme hitte. De acties in de film waren veel te inspannend voor een man van Gables leeftijd, maar hij weigerde een stand-in. Intussen deed Monroe irritant moeilijk en onprofessioneel. Ze was nooit op tijd en liet gewoon iedereen op haar wachten. Maar Gable was heel tevreden. Zijn vrouw was zwanger en hij vertelde aan iedereen dat het een jongen zou worden.
John Clark Gable
En het werd inderdaad een jongen, John Clark Gable (later werd hij autocoureur), werd geboren op 20 maart 1961. Maar Clark Gable leefde niet lang genoeg om hem te kunnen aanschouwen. Twee dagen nadat hij klaar was met zijn rol in “The Misfits” kreeg hij een zware hartaanval en overleed hij op 59-jarige leeftijd op 16 november 1960. Men denkt dat de zware inspanningen die hij geleverd had voor de film “The Misfits” hem eigelijk fataal geworden waren. Hij ligt begraven op het “Forest Lawn” kerkhof in Glendale (Californië) naast Carole Lombard.
Geraadpleegde bronnen o.a.:
All Movie Guide
Angelfire
Celebrity Wonder
Classical Hollywood Bios
IMDb
Meredy
Wikipedia
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.