Nostalgie



 

Neil Sedaka

(klik op de afbeeldingen om ze te vergroten)

 

Neil Sedaka werd op 13 maart 1939 geboren in de wijk Broolyn in New York. Zijn vader, Mac Sedaka was een taxichauffeur en de zoon van Turkse immigranten. Zijn moeder Eleonor Appel was van Pools-Russische afkomst.

De interesse van Neil voor de muziek begon al op zeer jonge leeftijd. Al op zijn vierde luisterde hij naar “The Make-Believe Ballroom”. Hij had niet veel interesse in Rock And Roll, maar meer in klassieke muziek. Hij demonstreerde zijn aanleg voor de muziek al heel vroeg in een koorklasje. Zijn muziekleraar suggereerde hem om pianolessen te nemen. Zijn moeder ging daarom parttime werken in een warenhuis om een tweedehands piano te kunnen kopen. Neil had dit instrument al snel onder de knie. Op zijn achtste jaar studeerde hij al klassieke piano op de prestigieuze Julliard School of Music. Toen hij 16 was riep Arthur Rubinstein hem uit tot de beste pianist van de Middelbare Scholen in New York. Hoewel Neil overwoog om een doctoraat in de muziek na te streven liep het heel anders.

The Tokens

Zijn muzikale leven werd het meest beïnvloed door het feit dat, toen hij zelf 13 jaar was, een buurvrouw hem introduceerde bij haar 16 jaar oude zoon Howard Greenfield, een ambitieuze dichter en schrijver van liedjesteksten. De twee begonnen samen liedjes te schrijven.

Om populair te worden bij zijn leeftijdgenoten van de Abraham Lincoln High School speelde hij naast zijn klassieke opleiding, Rock And Roll. In die tijd richtte hij de Doo-Wop (acapella muziekstijl) groep The Tokens op. De band nam twee singles op die een regionaal succes waren. Beide liedjes waren geschreven door Sedaka en Greenfield.

Zij waren de eerste die tekenden bij Aldon Music. Daarna volgden onder andere Neil Diamond, Carole King en Paul Simon. Ze werden het centrum van de popwereld uit die tijd.

Maar Neil brak pas echt door in de muziekwereld toen Connie Francis zijn nummer “Stupid Cupid” (Domme Cupido) opnam. Vervolgens zong ze het themanummer dat Neil en Howard hadden geschreven voor de MGM voorjaarsklassieker, “Where the Boys Are” (Waar de jongens zijn). Het werd haar grootste hit. De Rythm And Blues sterren Clyde McPhatter en LaVern Baker scoorden ook hits met nummers van hem.

Als gevolg van dit alles kon Neil een contract tekenen bij RCA als liedjesschrijver en als artiest die zijn eigen nummers bracht. En al snel volgde een reeks aan hits zoals “The Diary” (Het dagboek, 1958), “Oh Carol” (1959), “Stairway to Heaven” (Trap naar de hemel, 1960), “Calendar Girl” (Kalendermeisje, 1960), “Little Devil” (Kleine duivel, 1961), “Happy Birthday Sweet Sixteen” (Gefeliciteerd zoete zestien, 1961), “Next Door To An Angel”(Wonen naast een engel, 1962) en “Breaking Up Is Hard To Do” (Het beëindigen van een relatie is moeilijk, 1962).

Het nummer “The Diary” was geïnspireerd door het volgend voorval. Toen Neil voor het eerst Connie Francis ontmoette en ze de hele dag bezig geweest waren om te bepalen welke liedjes ze gingen opnemen, raakten ze wat verveeld. Connie ging nu wat in haar dagboek schrijven en Neil vroeg of hij het mocht lezen. Ze weigerde dat natuurlijk en zo ontstond “The Diary”.

“Oh Carol” schreef hij voor zijn vroegere schoolvriendinnetje, later zangeres en tekstschrijfster, Carole King. Zij antwoordde met “Oh Neil” maar dat werd geen hit.

Neil en Leba

In 1958 ontmoette hij bij een optreden op een landgoed nabij Monicello in de staat New York de 16 jaar oude Leba Strassberg, de dochter van de eigenaar. En Neil was er gelijk van overtuigd dat dit het meisje was waarmee hij wilde trouwen, zelfs nog voordat hij met haar gesproken had. Ze werden smoorverliefd op elkaar.

Op 11 september 1962 trouwde Neil met Leba Strassberg. Ze kregen twee kinderen, dochter Dara (nu een platenartieste en zangeres voor radio- en televisiereclames) en zoon Marc (een filmscenarioschrijver). Vanaf midden jaren zeventig is Leba, een zeer competente zakenvrouw, zijn drijvende kracht en manager. Ze zijn nog steeds bij elkaar.

Met zijn muziek onderscheidde Neil zich door een unieke opname stijl met een meersporenopname van zijn eigen stem waardoor er een vollere klank ontstond.

In 1964 veranderde de muziekstroming in Amerika drastisch met de opkomst van de Engelse popgroepen, zoals The Beatles en de Rolling Stones. Vooral voor mannelijke solo artiesten was het moeilijk om hun carrière voort te zetten. Maar door zijn vele talenten overleefde Neil. Hij schreef in die tijd veel liedjes voor andere artiesten, zoals Frank Sinatra (“The Hungry Years”), Elvis Presley (“Solitaire”), Tom Jones (“Puppet Man”), The Monkees (“When Love Comes Knocking At Your Door”), en The Fifth Dimension (“Workin’ on a Groovy Thing”).

Hij ging ook meer buiten Amerika optreden en nam platen op in het Spaans, Duits, Hebreeuws, Joods en Japans.

In 1972 zette hij zijn carrière in Engeland voort met het uitbrengen van zijn album “Emergence” (Openbaring). Dit was de eerste stap voor hem om als artiest een nieuwe richting te vinden.

In 1973 bracht hij het album “The Tra-La Days Are Over” uit met daarop het nummer “Love Will Keep Us Together” ((Liefde zal ons bij elkaar houden) dat twee jaar later in Amerika een nummer één hit werd voor Captain & Tennille). Met dit album kwam ook een eind aan zijn samenwerking met Greenfield. Het nummer “Our Last Song Together”(Ons laatste lied samen) van dit album refereert hieraan.

Elton John contracteerde Neil voor zijn eigen platenlabel Rocket Records. Via dit label werd Neil geherintroduceerd in Amerika. De twee albums die Neil opnam bij Rockte Records, “Sedaka’s Back” (Sedaka is terug,1974) en “The Hungry Years” (De hongerige jaren, 1975) werden wereldwijd uitstekend verkopende albums. Zijn comeback werd verder versterkt met het uitbrengen van de nummers “Laughter in the Rain” (Gelach in de regen) en “Bad Blood” (Slecht bloed) in 1975. Het lied “Breaking Up Is Hard To Do” werd eveneens in 1975 opnieuw uitgebracht, maar nu als een ballade. Hij schreef er Amerikaanse muziekhistorie mee omdat voor het eerst in de geschiedenis een nummer in twee versies van dezelfde artiest de nummer één plaats veroverde in de hitlijsten.

In 1975 was Neil het voorprogramma voor The Carpenters op hun wereldtournee. Volgens het verhaal werd hij op verzoek van Richard Carpenter door hun manager ontslagen omdat hij teveel opviel. Nadat hij publiekelijk zijn ontslag gemeld had keerden de media zich tegen The Carpenters. Richard Carpenter heeft altijd ontkend dat hij ervoor gezorgd had dat Neil ontslagen werd omdat hij de show stal. En niet lang na dit voorval werd de manager van The Carpenters ontslagen.

In 1980 had Neil, samen met zijn dochter Dara, in Amerika een top 20 hit met het nummer “Should’ve Never Let You Go” (Ik had je nooit moeten laten gaan).

In 1982 kwam zijn autobiografie “Laughter in the Rain: My Own Story” uit.

In 1986 overleed Howar Greenfield aan de gevolgen van AIDS. Neil bracht nu een dubbelalbum uit “My Friend” (Mijn vriend) dat de beste liedjes van dit schrijversduo bevatte.

Hij ontving tijdens zijn carrière talloze lofbetuigingen. Onder de bekroningen die hij kreeg waren onder andere zijn introductie in de Songwriter’s Hall of Fame (1983), er werd een straat naar hem genoemd in Brooklyn en hij kreeg een ster op de Hollywood Walk of Fame.

Neil met Clay Aiken

Met een carrière die al meer dan zestig jaar duurt, een zeldzaamheid in de wereld van het amusement, blijft Neil Sedaka verbazen. Hij verscheen als gastjurylid in de televisieshow “American Idols” waar ene Clay Aiken een vertolking gaf van het door Neil geschreven nummer “Solitaire” (Patience). Aiken bereikte er de nummer vier plaats in de top 100 mee en het was in 2004 een van de best verkopende platen in Amerika.

Op 10 juni 2004 ontving hij de ‘Sammy Cahn Lifetime Achievement Award’ van de National Academy of Popular Music / Songwriters Hall of Fame. De prijs is genoemd naar de vroegere directeur van de Songwriters Hall of Fame en wordt toegekend aan personen als erkenning voor hun buitengewone verdiensten bij het stimuleren van liedjesschrijvers.

In 2006 maakte Neil een tournee langs tien steden in Engeland. Het live concert in de Royal Albert Hall in Londen werd verfilmd (uitgebracht als “Neil Sedaka: The Show Goes On – Live at the Royal Albert Hall”). Op deze avond ontving Neil ook de Guinness Award voor zijn lied “(Is This the Way to) Amarillo” (Is dit de weg naar Amarillo) voor de best verkochte single van de 20-ste eeuw in Engeland. Het lied werd 35 jaar eerder door Tony Christie uitgevoerd. En vele anderen volgden hem.
 
In april 2007 bracht hij het album “The Definitive Collection” (De definitieve verzameling) uit omdat hij 50 jaar in de showbizz zat .

Op 26 oktober 2007 werd hij geëerd met een concert in de Avery Fisher Hall in het Lincoln Center in New York. De opbrengsten van het concert, “Neil Sedaka: 50 Years of Hits”, gingen naar de stichting van het AIDS fonds van Elton John. Vele artiesten, waaronder Connie Francis en Natalie Cole, traden belangeloos op.

Neil is teruggekeerd naar zijn klassieke wortels. Hij componeerde zijn eerste symfoniestuk “Joie De Vivre” (Levensvreugde) dat in 2007 in wereldpremière ging, vertolkt door The Kansas City Symphony Orchestra.

 Neil is nu al meer dan 45 jaar met Leba getrouwd. Hun zoon Marc heeft momenteel drie kinderen (tweeling Amanda en Charlotte, geboren in 2003 en Michael geboren in 2005).

Begin 2009 kwam het album “Waking Up is Hard to Do” (Wakker worden is moeilijk) uit. Dit album is geïnspireerd door zijn kleinkinderen. Het is een verzameling van zijn oude hits, maar nu gebracht als kinderliedjes. Het is een echt familiealbum. Zoon Marc paste vier van zijn oude hits aan en zijn kleindochters van 5 jaar traden op als achtergrondzangeresjes.

De nu 70-jarige Neil Sedaka treedt nog steeds op en maakt nog steeds platen.

Kijk en luister naar Neil Sedaka

(TIP: mocht uw internetverbinding niet snel genoeg zijn, klik dan links onder op II)

(er ontstaat dan een driehoekje met de punt naar rechts)

(laat u het filmpje downloaden en klik dan op het driehoekje)

The Diary

Oh Carol

Stairway to Heaven

Calendar Girl

Little Devil

Happy Birthday Sweet Sixteen

Next Door To An Angel

Breaking Up Is Hard To Do

Love Will Keep Us Together

Laughter in the Rain

Bad Blood

Breaking Up Is Hard To Do (Ballade)

Should’ve Never Let You Go (met dochter Dara)

Geraadpleegde bronnen o.a.:

Classic Bands

History of Rock

IMDb

Neilsedaka.com

Wikipedia

Yahoo Music

 

Terug naar Nostalgie


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten