Gedichten



Vervolg van gedichten

De oude man

Hij kende
de zee
de gedachten

Oude liederen van
schuim en rottend hout

zelfs de stilte
kende hij
zo ook
de hel

van dichtbij
kende hij
de scheuren en pleisters
van gekrompen zielen
in pijn

Hij kende zijn
geluk
Alles
hoorde zo te zijn.

 

Willem van Baardewijk

17 juli 2007

 

De kettingroker
Reeds als een zuigeling lag hij het liefst te tullen
Aan beide tepels van zijn moeders borstenpaar
En hij genoot er van als rokers de sigaar
Had hij geen tepel in zijn mond dan was het brullen

Een paar jaar later toen de speen niet meer bekoorde
Zoog hij aan lollies, zuurstok en op veters drop
Ook langevingers zoog hij met genoegen op
Terwijl zoethout voor hem het allerhoogste scoorde

Het alsmaar lurken resulteerde in verslaving
Hij werd humeurig zonder zuigtuig in zijn mond
Vandaar dat hij reeds jong de nicotine vond
Ter psychologisch-en-lichamelijke laving

Hij zuigt zich nu al jarenlang de kankervellen
Aan ’t geurig okselhaar van Weduwe Van Nelle
 

Adriaan van Dam

17 juli 2007

 

Ik ging naar de markt

Ik ging naar de markt
Kocht vijf gedichten
Een gele
Een paarse
Een oranje
Een rode
En een blauwe.

‘Dat is dan zeven euro vijftig’
‘Kopie’ dacht ik
Lintje, strikje,
Mooi papiertje
En vlug naar huis.

‘Voor jou kind van kleuren’
En deed er nog een groene bij.
Dar was de mooiste
En dat voor niks.

Je zou zeggen
‘Dit is geen gedicht’
Maar
Poëtisch is het wel.

 

Willem van Baardewijk

17 juli 2007

 

Slijtage
Mijn ouwedagsgebreken zijn niet meer te tellen
Dus waarom zou ik dan mezelf nog langer kwellen
Met ze steeds maar weer proberen te ontkennen
Nee, ik lach er om, maar ’t is wel even wennen

 

Adriaan van Dam

16 juli 2007

 

Op weg naar het einde
  De dieptescherpte loopt gestaag terug
En trommelvliezen trillen ook wat stug
Het lid strekt zich nog zelden, nooit meer vlug
Dan ga je heen, wel met een stijve rug

 

Adriaan van Dam

15 juli 2007

 

Jam Session
Hij speelde heel verdienstelijk klavier
Wist mooi het saxofoonriet aan te blazen
Op de trompet deed hij het jazzpubliek verbazen
Al was -ie amateur, hij speelde met plezier

De swing was hem als ’t ware aangeboren
En deed hij iets van Mozart dan wel Bach
-Wat in de  jazz scene op z’n tijd ook wel eens mag-
Zelfs dan liet hij verrassende syncopen horen

Vandaag, de acht en tachtig ruim volbracht
Schonk hij klavier, trompet en sax aan Maarten
Er kwam een glimlach rond zijn mond terwijl hij praatte
 
~Nu moet ik gaan want boven wordt op mij gewacht:
The Frog, The Duke en Satch zijn niet te remmen
Met mij voor God een session weg te jammen~

 

Adriaan van Dam

13 juli 2007

 

De betweter
Reeds op de basisschool wist hij het altijd beter
De juffrouw noch de meester deed het goed
Van onder menig nagel haalde hij het bloed
’t Was een pedante eigenzinnige betweter

Ook op de MAVO ging dat door en welgemoed
werd zijn bedilzucht met de dag completer
Nooit gaf hij in, geen fractie van een millimeter
Zijn eigenzinnigheid geraakte weldoorvoed

Maar op vakantie in een dierenreservaat
-De gids kon het hem echt niet aanbevelen-
Besloot hij toch die tamme tijger te gaan strelen
‘t Werd zijn ultiem fatale eigenwijze daad

De tijger heeft hem likkebaardend opgevreten
Sindsdien valt er voor hem niets meer te weten

 

Adriaan van Dam

12 juli 2007

 

De optimist
Al plenst de regen maanden lang in pijpenstelen
Of sterven mussen door de hitte op het dak
Hem kan het minder dan een halve stuiver schelen
Het knapt wel op en hij houdt rustig zijn gemak

Al wordt zijn huis door bliksem in de brand gestoken
Of door onachtzaamheid met peuken sigaret
Hij wordt niet heet of koud, laat staan in geest gebroken
Een nieuwe woning is in ~no time~ neergezet

Al zouden Mars of Venus op de aarde vallen
Of zou de aarde caramboleren met de maan
Het doet hem niets, in geen van drie gevallen
De aarde vindt wel weer haar juiste baan 

En als hij ooit morsdood  naar ‘t kerkhof wordt gereden
Dan denkt -ie ~’k Voel me stijf, ik ga me straks vertreden ~

 

Adriaan van Dam

10 juli 2007

 

De doemdenker
~Vandaag of morgen zal de wereld wel vergaan
De hemel komt vast naar beneden vallen
Zo niet, dan wel de bom die binnenkort moet knallen
Verdoemd zijn wij, er is geen houden aan~

~Een nieuwe ijstijd staat met zekerheid te wachten
Of andersom, dan worden we gekookt
Wellicht door kwalijk gas en fijnstof uitgerookt~
Dreint constant door zijn kop aan doem gedachten

De doem ontneemt hem alle vreugd en lust tot leven
En vult geleidelijk met zuur zijn maag
Het allerliefste zou hij naar de hemel zweven
Voor zijn part morgen, liever nog vandaag

Maar hij denkt ~Man, vergeet maar gauw dit ijdel streven
Jou worden honderd jaren doem op aard gegeven

 

Adriaan van Dam

9 juli 2007

 

De geur van blik
De wijnfles wordt meestal gesloten met een stop
Geleverd door een boom van ietwat vreemde soort
-De Kurkeik, die de Beuk-familie toebehoort-
Het maakt niet uit, de afdichtkwaliteit is top

Voor kort ontkurkte ik een fles, waarin een prop
Die mijn besef van norm-en-waarden heeft verstoord
Zij bleek van kunststof en dat vond ik ongehoord
Tot ik bedacht ~o ja, het kurk raakt eerdaags op~

Het kan nog erger, onlangs werd mijn vreugd gesmoord
Door een Médoc, zij was vergrendeld door een dop
Dat deed verdriet, in treurnis schudde ik mijn kop:
De sjeu van ’t wijntje, met een schroefdop cool vermoord

Maar gister in een restaurant, ik zag het heus:
De Sommelier, hij bracht een schroefdop naar zijn neus
 

Adriaan van Dam

8 juli 2007

 

De Jezus die ik ken
   We zitten ongedwongen met elkaar te praten
terwijl we vissen aan de oever van het meer.
De ~Winde Gods~ blaast onze dobbers heen en weer,
dat ondergaan we beiden rustig en gelaten.

We spreken samen over zaken, heel private
-van dat ik ook niet altijd één der trouwste ben-
Waarop hij zegt: ~’t Is Magdaleen die ik beken,
tenslotte zijn we mannen, geen castraten~

En als we uitgehengeld zijn, een paar uur later,
gaan we op huis aan met een maaltje Petrusvis
dat straks gebakken en gekruid heel lekker is,
vooral met wijn er bij, helaas er is slechts water.

Maar hij zegt: ~Geen paniek, we raken best bezopen~
en uit de kraan, o wonder, komt Chablis gelopen.
 

Adriaan van Dam

7 juli 2007

 

HEUVELRUG – vijfluik

 

Parkheuvel
Op deze eerste dag van de laatste zeven jaar
bakken wij weer bruin brood achter tralies
Verbazen de zoon van de vroege bruid met
een nieuwe kubuswoning. Maandagmorgen

en jouw benen zijn te zwaar om de spoken
uit het park te vegen. Kattenstaarten treuren
bij de aanblik van het pas gemaaide gras.
Op deze eerste dag van de laatste zeven jaar.

En vertel eens eerlijk vanuit je onderbuik
Hoe vind jij dat nou een man een vrouw
een vierkant huis, gemaaid gras in een spookpark:
Op deze eerste dag van de laatste zeven jaar.

Rangeerheuvel
omklemmende warmte verlaat niet meer
de grauwe kleren van de ingehuurde machinist
hij stookt plankgas zolang gebundelde spiermassas
kolen op de vuurgolven scheppen komt hij

laaglandse snelcurcussen stoomstokerij
voorzien niet in versneld torderend opstoken
dat het deernen deren kan, daar niets van
de rekening met gevarentoeslag komt achteraf

van rover’s aktiefront, passagiers, passagiers,
passagiers, reizigers met bederflijke waar
gesmolten in de coupéketel van de 1e klas

het perron loopt leeg de achterkant lonkt
op omgekeerde groentekratten roept men rond
Jezus is a soulman met een onderkoeld lijf

Zoutheuvel
Hardvochtige vrouw, spreek nog eens zacht
over de kinderen in je handen en de avonden
dat je stenen gooide in de zee. Hoe de hekken

om je pijnboomtuin open gingen en de gekken
stopten met spreken. Toen jouw binnensmonds
gefluister mompelde naar samenhang. Leeg

de houten huizen. Niemand heeft gewacht.
Het dak weggeslagen boven afgekloven stenen.
Opgesloten vrienden verhangen hun jassen
aan scheefgezakte deuren.

 

Schaamheuvel
Nee Bastiaan,
jij bent niet langer de gespierde paardenslager.

Jij bent meer van verse vis, kalfslever, ossentong,
na te tellen ribben en stoere polderbillen.

Bastiaan – vrienden van vroeger noemen je nu Hansje –
je bent een opgeknoopte ballenjongenworst geworden
volgepropt met geretoucheerde verlangens
naar een magere:“you need the full package
for the playboy look”

Hans, je bent een bange Lippizaner zonder ballen.

Vluchtheuvel
Helicoptervluchten is een passie.
Hoog boven alles en alleen
vervliegt de lucht om je heen.

Wentelwiekend boven honinghoofden
grijpen grage handen bijenzwermen vast,
knijpen honing uit in mat glas.

Beneden omarmen zware zwerfjassen het magere lijf.
In de binnenzak dobbelstenen met zes kanten.
Aan witte handen kleven zwarte wanten.

Vluchten is een passie.
Op deze eerste dag van de laatste zeven jaar.

 

Pietersz van Calumburgh

7 juli 2007

 

Tussen de wielen
Het afgetobde lijf is aan vakantie toe.
De grauwe sores van het afgelopen jaar
deed weer zijn duiten in het zakje, reken maar
en ook de uitgewoonde geest is mat en moe.

Tot in detail is het mobiel gecontroleerd.
Ja, door de BOVAG, met verstand. Je weet maar nooit,
want achterstallig onderhoud dat wreekt zich ooit
in de vakantie en dan valt het juist verkeerd.

De vol gestouwde auto doet wat treurig aan.
Ik denk op het moment-suprême ~je lijkt wel gek~
om met dit mooie weer de file in te gaan
en te versmoren op het hete asfaltdek,
terwijl in huis toch alles voor het grijpen staat,
benodigd voor een mooie tijd in welbehagen.

Uiteindelijk blijf ik op mijn stek in eigen straat
en ben de tuin door nog geen tijger uit te jagen.
 

Adriaan van Dam

5 juli 2007

 

CONNEXXION
Bezinning is vandaag tot hem gekomen
Hij voelde zich met het milieu begaan
Liet het mobiel dus langs de stoeprand staan
En heeft zijn oude fiets weer eens genomen

Hij reed de lanen met de fiere bomen
Beluisterde het kraaien van een haan
-Die net als hij ook vroeg was opgestaan-
Druk doende om zijn kippen in te tomen

Maar bij de kruising liep het uit de hand
De buschauffeur had hem niet in de gaten
En kon zijn bus niet tijdig stoppen laten
Waardoor hij dood op ’t asfalt is beland

Meer kon hij het milieu toch niet fourneren
~Per openbaar vervoer naar Onze Here~

 

Adriaan van Dam

4 juli 2007

 

Rob

ik kende eerst slechts de naam

van een zeer aimabele collega

en de vele verhalen op het werk

over jouw werk en je vrije tijd

meestal bestedend aan de natuur

overal gewandeld in Nederland

alles delend met jouw José

vele reizen gemaakt wereldwijd

 

ik had de eer je te ontmoeten

alweer acht maanden geleden

tijdens ons feestelijk diner

met collega’s, vrienden en José

je was niet meer alleen een naam

of zomaar een collega van Jack

maar een attente lieve man

je bracht veel gezelligheid mee

 

lieve Rob we zullen je warmte missen

alle mensen ooit om jou heen

wiens hart jij voorgoed hebt gestolen

een man met een hart van goud

door te zijn wie je altijd bent geweest

het was een voorrecht je te leren kennen

het doet verdriet je te moeten missen

het leven zonder jou is koud

 

Hetty Wachter

3 juli 2007

 

Voor Ineke
(die me vandaag 40 jaar voor lief neemt)

We hebben veertig jaren vol gemaakt
verbonden in de echt en veel genoten.
Al was het nu en dan ook wel eens kloten,
de juiste snaar werd immer weer geraakt.

Zo wel beschouwd, mij heeft het niet verdroten,
al heeft de één de ander soms gewraakt
en heeft het bed niet altijd zoet gekraakt,
de vrede werd toch steeds opnieuw gesloten.

Al liep ons huwelijk soms op dwarse poten,
we hebben het toch samen leuk gemaakt
en geen van tweeën is ooit afgehaakt,
ondanks dat menig traantje werd vergoten.

En heus, ik weet ook echt niet te verzinnen
wat ik zonder jou in ’t leven moet beginnen.

 

Adriaan van Dam

30 juni 2007

 

Ga naar volgende gedichten

Ga naar vorige gedichten

Ga terug naar rubriek Gedichten

Ga terug naar SeniorPlaza


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten