(klik op de plaatjes om ze te vergroten)
Roy Kelton Orbison werd op 23 april 1936 geboren in Vernon (Texas). Zijn moeder Nadine was een verpleegster en zijn vader Orbie Lee Orbison was een arbeider. Roy was hun tweede kind. Voor zijn zesde verjaardag vroeg hij een harmonica, maar zijn vader gaf hem een gitaar. Zijn vader leerde hem gitaar spelen, maar ook zijn oom van vaders kant Charlie Orbison en zijn oom van moeders kant Kenneth Schultz hielpen hem daarbij. Zij speelden en zongen veel samen met hun buurman Clois Russell. Het eerste liedje dat Roy leerde spelen was de klassieker “You Are My Sunshine”. Dat had hij al snel onder de knie, zodat ’s avonds later kon opblijven en zingen en spelen met de volwassenen.
In 1942 verhuisde de familie naar Forth Worth waar ze werk vonden in de munitie- en vliegtuigfabrieken. Deze fabrieken draaiden op volle toeren omdat de Verenigde Staten gingen deelnemen aan de Tweede Wereldoorlog. Maar vanwege een polio-epidemie werden Roy en zijn oudere broer Grady in 1944 teruggestuurd naar hun grootmoeder van moeders kant, een gescheiden vrouw die in Vernon woonde. Zijn eerste liedje “A Vow of Love” schreef Roy datzelfde jaar aan de voorkant van zijn grootmoeders huis.
In 1945 nam hij deel aan een talentenjacht georganiseerd door het radiostation KVWC in Vernon. Roy won en daardoor kreeg zijn eigen radioshow waarin hij iedere zaterdag dezelfde liedjes zong.
In 1946 kwam er een show naar Vernon waarin medicijnen gepresenteerd werden en om bezoekers te lokken werd dit gecombineerd met een talentenjacht. Roy nam daar aan deel en zong de liedjes “Mountain Dew” en “Jole Blon”. Hij dong naar de eerste plaats, samen met een jongen van 15 jaar. Roy won en gaf de helft van zijn prijs van $ 15 aan hem omdat hij zijn gitaar droeg.
Toen de oorlog voorbij was werd de familie herenigd in Vernon, maar al snel (eind 1946) verhuisden ze naar de plaats Wink (Texas). In 1949, dertien jaar oud, vormde Roy daar zijn eerste bandje. Ze noemden zichzelf “The Wink Westerners” (zie foto rechts).
Als hij niet met de band optrad speelde hij gitaar en schreef hij liedjes. De band trad wekelijks op voor KERB radio in de plaats Kermit (Texas). In 1954 haalde Roy zijn eindexamen van de Wink High School. Hij ging voor een jaar naar het North Texas State College in Denton (Texas) en verhuisde in het najaar van 1955 naar het Odessa Junior College in Odessa waar hij aanvankelijk Geologie studeerde, maar al snel stapte hij over op Geschiedenis en Engels.
“The Wink Westerners” hadden een beetje succes op de lokale televisie met wekelijkse dertig minuten durende shows voor KMID en KOSA. In die tijd kwamen Johnny Cash en Elvis in de stad optreden en hadden ze ook een gastoptreden in de show van “The Wink Westerners. Roy vroeg aan Johnny Cash hoe hij een plaat kon opnemen en Cash gaf hem het telefoonnummer van Sam Phillips, producer van Sun Records in Memphis (Tennessee). Hij belde met hem, maar Philips hing op met de woorden “Johnny Cash runt mijn platenbedrijf niet.”
Nadat hij echter een demo had gehoord die ze hadden opgenomen in de studio van Norman Petty in Clovis (New Mexico) stemde hij ermee in dat ze zouden worden toegelaten als artiesten van Sun Records. “The Wink Westerners” kregen een nieuwe naam “The Teen Kings”. Roy Orbison stopte met zijn opleiding in maart 1956, vastbesloten om een carrière in de muziek te gaan maken. Ten slotte vertrok hij naar Sun Records in Memphis.
Veel van hun eerste liedjes werden geproduceerd door Sam Phillips, die tevens de producer was van Jerry Lee Lewis, Carl Perkins, Johnny Cash en Elvis Presley. Roy Orbison had zijn eerste succes in 1956 met het nummer “Ooby Dooby”, geschreven door zijn schoolvrienden. Het nummer “Claudette”, de voornaam van zijn eerst vrouw (zie afbeelding rechts), werd opgenomen door de Everly Brothers als B-kant van de nummer 1 hit “All I Have To Do Is Dream”. De Everly Brothers waren op zoek naar een liedje voor hun nieuwe single en vroegen Roy of hij iets had. Hij zong zijn pas gecomponeerde liedje “Claudette” en zij vroegen of hij de woorden voor hen kon opschrijven. En dat deed hij, op de bovenkant van een schoenendoos.
De Rockabilly en Blues muziek waarmee andere artiesten van het Sun label succes hadden brachten Roy weinig waardering. Het leek erop dat zijn carrière voorbij was. Hij werkte voor Acuff-Rose Music in Nashville (Tennessee) als liedjesschrijver en hij kreeg een contract bij RCA. Uiteindelijk bracht Chet Atkins hem in contact met Fred Foster, de eigenaar van Monument Records. Nadat zijn contract met RCA in 1959 afgelopen was verhuisde hij naar deze platenmaatschappij.
In 1957 had Roy de liedjesschrijver Joe Melson ontmoet in Odessa. Nadat hij een lied dat Melson had gecomponeerd met de titel “Raindrops” had gehoord vroeg Roy hem om ook voor hem te schrijven. Samen creëerden ze een sound die onbekend was in de Rock and Roll uit die tijd, de gevoelige rock ballade. Daarmee schreven ze vele hits voor Monument Records. Fred Foster beviel de nieuwe richting die ze insloegen en hij ondersteunde de visie van zijn schrijversduo.
De eerste plaat van Roy “Uptown” was een matig succes. Maar met het nummer “Only The Lonely”, dat gelijk naar de top van de hitlijsten schoot (2e plaats in de VS en 1e plaats in de UK) werd Roy een internationale rockster. Zijn volgende single “Running Scared” werd in de Verenigde Staten een nummer 1 hit. Later schreef Roy veel liedjes met Bill Dees, zoals “Pretty Woman”. Tijdens zijn verblijf bij Monument Records bestond zijn band uit uitstekende studiomuzikanten onder leiding van Bob Moore. Zijn stem (met een bereik van 3 ½ octaven) tegen de achtergrond van de dynamische en ongepolijste sound van de band zorgden voor een unieke en herkenbare sound van zijn platen.
Orbison had grote invloed op de muziek van zijn tijdgenoten, zoals The Rolling Stones. In 1963 was hij de hoofdattractie van een Europese tournee met The Beatles. Hij bleef zijn hele leven lang bevriend met de band, vooral met John Lennon en George Harrison. Orbison zou later opnames met George Harrison maken in The Traveling Wilburys. Tijdens de tournee moedigde Roy hen aan om naar de Verenigde Staten te komen. Toen ze besloten om een tournee door Amerika te maken vroegen ze Roy Orbison om de leiding van de tournee op zich te nemen. Omdat Roy het niet in zijn drukke schema kon passen moest hij dit aanbod afwijzen. De tournee werd niettemin een daverend succes.
Roy Orbison bleef, in tegenstelling tot vele andere artiesten, succes houden in 1964 toen de Britse bands Amerika veroverden. Zijn single “Oh, Pretty Woman” doorbrak de hegemonie van The Beatles in de Amerikaanse top tien en bereikte de eerste plaats. De plaat werd meer verkocht, in de eerste tien dagen nadat hij uitgekomen was, dan enige andere 45-toeren plaat die tot op da moment was uitgekomen. Uiteindelijk werden er van het nummer meer dan zeven miljoen exemplaren verkocht. In 1990 werd het de titelsong van de film “Pretty Woman” (de titel van de film komt van het lied) waarmee Julia Roberts en Richard Gere een filmhit scoorden.
In 1964 maakte Roy Orbison met The Beach Boys en The Rolling Stones een tournee door Australië. In Engeland had hij groot succes met drie nummer 1 hits. Verder kreeg hij verschillend keren de titel van beste mannelijke vocalist van het jaar.
In 1965 tekende hij een contract bij MGM Records en was hij een ster in de MGM film “The Fastest Guitar Alive”, waar hij verschillende liedjes in zong van zijn album met dezelfde naam.
Doordat de muzikale smaak veranderde had hij na 1967 geen hits meer in de Verenigde Staten. In andere landen bleef hij wel populair, maar in Amerika duurde het tot in de tachtiger jaren van de vorige eeuw voordat hij ook daar weer een comeback maakte.
In zijn persoonlijke leven deden zich dramatische ontwikkelingen voor. Zijn eerste vrouw Claudette (Frady), geboren op 7 september 1941, kwam op 6 juni 1966 om het leven bij een motorongeluk in Gallatin (Tennessee). Op 14 september 1968 brandde zijn huis bij het Old Hickory Lake in Hendersonville (Tennessee) tot de grond toe af terwijl Roy op tournee was in Engeland. Twee van zijn drie zonen, Roy Dewayne (geboren in 1958) en Anthony (geboren op 29 juni 1962) kwamen in de vlammenzee om. Zijn jongste zoon Wesley (geboren op 23 mei 1965) kon worden gered door Roy’s ouders.
In augustus 1968 ontmoette Roy zijn tweede vrouw, de Duitse Barbara Anne Marie Wilhonnen Jacobs (zie foto rechts, samen met Roy’s zoon Wesley), in het Engelse Leeds. Eind 1968 verhuisde ze naar de Verenigde Staten en op 25 mei 1969 trouwden ze in Nashville. Ze kregen twee kinderen, Roy Kelton (geboren 18 oktober 1970) en Alex (geboren in 1975). Ze lieten een nieuw huis bouwen vlakbij de plaats waar het afgebrande huis van Roy had gestaan.
Liedjes waarmee hij maar een beperkt succes had in Noord-Amerika, zoals “Penny Arcade” en “Working for the Man” werden nummer 1 hits in Australië en “Too Soon to Know” was een nummer 3 hit in Engeland. Ook in Duitsland was hij populair en daar nam hij zijn hit “Mama” op. Zijn platen werden ook veel gevraagd op de zwarte markten achter het IJzeren Gordijn. In Frankrijk werd hij gezien als de meester van de ballade van de verloren liefde. Een cover versie van zijn lied “Blue Bayou”, die werd opgenomen door Mireille Mathieu, kwam in de top van de Franse hitparade. De fans in Nederland stichtten de grootste fanclub ter wereld. Ondanks de constante terroristische activiteiten in Noord-Ierland bleef hij in Ierland optreden. Zijn vertolking van de populaire ballade “Danny Boy” op zijn album “Memphis” uit 1972 wordt beschouwd als de beste uitvoering die ooit gemaakt is van dit door velen opgenomen nummer.
Zijn contract met MGM eindigde in 1973 en hij tekende vervolgens een contract met Mercury Records. In 1976 stapte hij over naar zijn vroegere platenmaatschappij Monument, maar zijn carrière bleef in Amerika op een laag pitje staan tot in de tachtiger jaren.
In 1980 nam hij het lied “That Lovin’ You Feelin’ Again” op samen met Emmylou Harris, waarmee ze in 1981 een Grammy Award kregen voor het de “Beste uitvoering door een duo of een groep”.
In 1985 nam hij bij de maatschappij ZTT Records het lied “Wild Hearts” op voor de film “Insignificance”, geregisseerd door Nic Roeg. Met het lied “In Dreams” voor de film “Blue Velvet” van David Lynch nam zijn populariteit weer toe in Amerika.
In 1987 werd hij opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame, ter ere waarvan Bruce Springsteen (foto links Roy met Bruce Springsteen) een rede hield (hij had in zijn lied “Thunder Road” uit 1975 verwezen naar Roy Orbison en Only The Lonely). Zijn rol als pioneer in een nieuwe stroming van Rock and Roll werd ook erkend door hem op te nemen in de Rockabily Hall of Fame.
Voor het eerst in tien jaar tekende hij weer een contract met een platenmaatschappij, Virgin Records. Hier nam hij zijn hit uit 1961 “Crying” opnieuw op als een duet met k.d. lang ten behoeve van de film “Hiding Out”. Het lied kreeg de Grammy Award voor de “Beste samenwerking in Country muziek”.
Door de televisiefilm “Roy Orbison and Friends, een zwartwitte nacht” kwam hij onder de aandacht van een jongere generatie. Veel van zijn vrienden traden in het programma op. Op piano speelde Glen Hardin die verschillende jaren met Buddy Holly en Elvis Presley gewerkt had. De slaggitarist James Burton had gespeeld met Elvis en met Ricky Nelson. Het mannelijke achtergrondkoor, waarvan sommigen ook gitaar speelden, werd gevormd door: Bruce Springsteen, Tom Waits, Elvis Costello, Jackson Browne, J.D. Souther en Steven Soles. Het vrouwelijke achtergrondkoor bevatte k.d. lang, Jennifer Warnes en Bonnie Raitt.
Kort na dit optreden, toen hij met Jeff Lynne van het Electric Light Orcherster werkte aan een nieuw album, vormde hij samen met Bob Dylan, George Harrison, Jeff Lynne en Tom Petty de Travelling Wilburys. Ze hadden een groot succes. Als gevolg daarvan nam Roy een nieuw soloalbum op, “Mystery Girl”.
Tijdens een prijsceremonie in Antwerpen, een paar dagen voor zijn dood, gaf hij zijn enige publieke vertolking van zijn hit “You Got It”. Het publiek was laaiend enthousiast.
Op 18 januari 1978 had hij een drievoudig bypass operatie aan zijn hart ondergaan. Op 6 december 1988 overleed hij, tijdens een bezoek aan zijn moeder in Hendersonville, een voorstad van Nashville (Tennessee), tengevolge van een fatale hartaanval. Op aanwijzing van zijn vrouw werd Roy Orbison op 15 december begraven in de Westwood Village Memorial Park Cemetry in Westwood (Californië). Zijn twee zonen en hun moeder Claudette, die eerder stierven waren begraven op de het Woodlawn Memorial Park Cemetry in Nashville.
Zijn nieuwe album “Mystery Girls en de single van dit album “You Got It” werden postuum een hit en worden algemeen beschouwd als zijn beste werk sinds de zestiger jaren. Eveneens won hij postuum in 1991 een Grammy Award voor “het beste mannelijke pop vocale optreden”. In 1992 werd postuum een album uitgebracht onder de titel “King of Hearts”, geproduceerd door Jeff Lynne, met daarop onder andere “I Drove All Night” en Heartbreak Radio”.
Er zijn twee misvattingen over Roy’s verschijning: dat hij een albino was en dat hij zijn donkere bril droeg omdat hij (bijna) blind was. Geen van de twee is juist. Door zijn slechte gezichtsvermogen moest hij dikke corrigerende brillenglazen dragen, omdat hij vanaf zijn kindertijd leed aan een combinatie van verziendheid, astigmatisme, anisometropie en scheelheid. Zijn donkere glazen waren echter meer een gimmick die stamde uit het begin van zijn carrière.
Orbison had zijn gewone bril in het vliegtuig laten liggen. Hij stond op het punt om op het toneel te verschijnen en zonder bril zag hij niets. Zijn enige bril die hij nog had was een zonnebril die speciaal aangepast was. Dus die zette hij op en droeg deze gedurende zijn hele tournee met The Beatles door Engeland in 1963. Hij bleef zijn hele verdere carrière een donkere bril dragen omdat hij dat “cool” vond. Maar in een interview zei Roy eens dat hij zijn zonnebril in het vliegtuig droeg, vanwege de felle zon en dat hij vergeten was dat hij hem op had en hem daarom ook op het toneel droeg. Nadat hij, volgens zijn zeggen, na zijn optreden in de spiegel keek ontdekte hij dat hij zijn zonnebril was vergeten af te zetten. Volgens hem lachte hij er om en bleef hij de zonnebril zij hele carrière dragen.
In 1965 had Roy Orbison een live optreden voor de Avro televisie in Nederland. Wilt u opnames van dit optreden bekijken, klik dan op de onderstaande links:
Only The Lonely en Running Scared
Geraadpleegde bronnen o.a.:
Famous Texans
IMDb
Music City Network
Nashville Songwriter Foundation
Rock Hall
Wikipedia
(klik op de plaatjes om ze te vergroten)
Paul Anka werd op 30 juli 1941 geboren in het Canadese Ottawa (Ontario). Zijn ouders waren van Christelijk Libanese afkomst en waren de eigenaars van een plaatselijk restaurant. Paul bleek een wonderkind te zijn die op zijn twaalfde al in de showbizz zat als imitator. Hij zong in het St. Elijah Syrian Orthodox Church koor onder leiding van Frederick Karam, waar hij ook muziektheorie lessen van kreeg. Verder had hij pianolessen van Winnifred Rees.
Toen hij 14 jaar was pikte hij de gezinswagen om naar amateur zang- talentenjachten te rijden in het nabijgelegen Hull (Quebec) en schreef hij al zijn eigen liedjes. Zijn eerste single “I Confess” verscheen het label Riviera, een dochtermaatschappij van RPM.
In 1957 ging hij met een groep vrienden, die optraden als de Rover Boys, naar New York en kreeg hij de kans om auditie te doen voor Don Costa van ABC. Hij zong een liedje dat hij geschreven had voor de 18-jarige oppas van zijn jongere broertje en zusje, “Diana”. Het lied maakte hem in een klap beroemd. Er werden negen miljoen exemplaren van verkocht en het werd daarmee een van de meest verkochte 45-toeren plaatjes uit de muziekgeschiedenis. Er volgden in 1958 nog vier liedjes die ook de top haalden, waaronder “Crazy Love” en “Your Are My Destiny”. Hij werd daardoor op zijn 17-de jaar een van de grootste tieneridolen uit die tijd. Hij maakte een tournee door Engeland en daarna, met Buddy Holly, een tournee door Australië.
DIANA
I’m so young and you’re so old
This, my darling, I’ve been told
I don’t care just what they say
‘Cause forever I will pray
You and I will be as free
As the birds up in the trees
Oh, please stay by me, Diana
Thrills I get when you hold me close
Oh, my darling, you’re the most
I love you but do you love me
Oh, Diana, can’t you see
I love you with all my heart
And I hope we will never part
Oh, please stay by me, Diana
Oh, my darlin’, oh, my lover
Tell me that there is no other
I love you with my heart
Oh-oh, oh-oh, oh don’t you know I love you, love you so
Only you can take my heart
Only you can tear it apart
When you hold me in your loving arms
I can feel you giving all your charms
Hold me, darling, hold me tight
Squeeze me baby with-a all your might
Oh, please stay by me, Diana
Oh, please, Diana
Oh, please, Diana
Oh, please, Diana
Zijn talent ging verder dan alleen maar zingen. Voor Buddy Holly schreef hij de wereldhit “It Doesn’t Matter Anymore”, voor Tom Jones zijn grootste hit “She’s A Lady” en de Engelse tekst voor Frank Sinatra’s lijflied “My Way” dat ook door vele andere artiesten gezongen werd, waaronder Elvis Presley (bij wie de tekst op het lijf geschreven was).
Hij begon ook op te treden in films zoals “Let’s Rock” en “Girls Town”. Uit de laatste film komt zijn allergrootste Amerikaanse hit “Lonely Boy”. Dit lied schreef hij voor zijn moeder die overleed aan een leverziekte. Er volgde nog een reeks aan hits in 1959, waaronder “Put Your Head on My Shoulder”, “It’s Time to Cry,” en “Puppy Love” (dat hij schreef voor een oude vlam van hem, Annette Funicello).
In 1961 begon het allemaal wat rustiger aan te gaan met de gekte voor hem als tieneridool. Paul Anka, die als minderjarige al een dollarmiljonair was, had toen al meer dan 125 composities op zijn naam staan, had zijn eigen platenlabel (Spanka) en had de op één na grootste hit aller tijden op zijn naam staan (alleen van “White Christmas” werden er meer exemplaren verkocht dan van “Diana”).
In plaats van op zijn lauweren te gaan rusten, ging hij zich richten op de markt voor volwassenen. Hij cultiveerde zijn solo act en kreeg boekingen in hét oord voor de groten der aarde, de Copacabana. Hij stapte over op het platenlabel RCA en maakte nog een slimme move in zaken door de rechten op zijn oude liedjes te kopen. Alleen al door het heruitbrengen van de platen verdiende hij een fortuin.
Hij verbreedde zijn carrière door meer optredens in films, waaronder een rol in “The Longest Day”, waarvoor hij ook de titelsong schreef.
Hij was een van de eerste popartiesten die in de casino’s van Las Vegas optrad. Hij leidde ook variété shows op televisie, zoals “Hullabaloo”, “The Midnight Special” en “Spotlite”.
Hij ging door met zijn optredens in Azië en Europa. Tijdens een van zijn tournees ontmoette hij in 1962 in San Juan (Porto Rico) zijn toekomstige vrouw Anne de Zogheb. Zij was de dochter van een Libanese diplomaat, Graaf Charles de Zogheb en mannequin in Parijs. Hij trouwde met haar op 16 februari 1963, tijdens een trouwplechtigheid op het Parijse vliegveld Orly en scheidde van haar op 28 september 2000. Na haar trouwen gaf Anne haar modellenwerk op. Ze kregen vijf dochters, Amelia, Anthea, Alicia, Amanda en Alexandra.
Nadat hij meer dan tien jaar geen hit meer had gescoord nam hij een duet op met Odia Coates. Het nummer “Having My Baby” was een groot succes. Ze namen nog twee duetten op die ook hits werden. In 1975 schreef hij de jingle voor een reclame van Kodak, “The Times Of Your Life”. De jingle werd zo populair dat hij besloot om het als een lied op te nemen. Dat werd in 1975 weer een hit.
In de zeventiger jaren trad hij regelmatig in Las Vegas op met eigentijdse muziek en met Big-Bands.
Op 6 september 1990 werd hij tot Amerikaan genaturaliseerd. Hij ging naar zijn geboorteplaats en kocht daar een deel van de Ottawa Senators, een professioneel ijshockey team.
In 1999 bezocht hij Libanon om daar op te treden voor een uitverkocht “Forum de Beyrouth”.
In 2005 kwam zijn album “Rock Swings” uit, met Big-Band arrangementen van hedendaagse muziek, en kreeg hij een ster op de Canadese Walk of Fame in Toronto.
Daarvoor was hij al in 1980 gekozen door de “Canedian Music Hall of Fame”, voor zijn verdiensten voor de muziek. Verder heeft hij een ster op de Hollywood Walk of Fame. In 1991 eerde Frankrijk hem met de ” Ordre des Arts et des Lettres” voor zijn bijdrage aan de kunst. En in 1995 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Canada.
Luister naar de liedjes van Paul Anka
Geraadpleegde bronnen o.a.:
Answers
IMDb
TV.com
Wikipedia
Yahoo Music
(met dank aan Liesbeth de Nijs)
(klik op de plaatjes om ze te vergroten)
De op 31 juli 1930 in Witrubova geboren Popov maakte zich op de Moskouse Circusacademie alle disciplines van het circusvak meester, van jongleren, acrobatie, trapeze en draadlopen tot ballet, mimiek, zang en musiceren.
Dat hij clown wilde worden wist de 24-jarige Popov toen hij als draadloper in het Circus van Saratov werkte en plotseling de gevierde clown Borovikov moest vervangen.
Met snel uit de circuskeuken bijeengegaarde aardappels, vorken en pannetjes improviseerde hij een vrolijke parodie op het jongleren. Het leverde een staande ovatie op.
Zo werd met zijn wereldberoemde reprise als koksjongen een nieuwe clown geboren. In 1949 kwam hij van de Russische circusschool in Moskou en startte zijn carrière in het staatscircus. Zes jaar later was hij de eerste clown uit de Sovjet-Unie, die optrad in de westerse wereld.
Popovs clownsfiguur borduurt verder op een personage uit de oeroude Russische folklore die men “Iwanuschka”, noemt een soort tragikomische combinatie, waarbij de clown dom lijkt te zijn, maar het ook weer niet is en die er schik in heeft anderen bij de neus te nemen.
Popov kleurt zijn acts met satire, poëzie en karikaturen. Vooral bureaucratie, machogedrag en domheid neemt hij graag op de hak. Als romanticus evenaart hij Chaplin. In 1982 won hij “De gouden clown van Monte Carlo” (de “Oscar” van de clowns).
Ondanks zijn leeftijd denkt de clown niet aan ophouden. Sterker nog, Popov bedenkt nog steeds nieuwe nummers. Vooral in de zomermaanden als hij dagelijks traint om in conditie te blijven. Zo’n tweehonderd acts heeft hij inmiddels, veel meer dan welke andere clown ook. Die ontstaan als vanzelf in mijn hoofd, mijn circuscomputer, zegt hij.
Ik bekijk het leven, zie wat er gebeurt in de wereld en kom zo op ideeën. Ook bezoek ik graag vlooienmarkten en tweedehandswinkeltjes. Dan zie ik weer iets wat ik misschien kan gebruiken voor een act.
“Het leven is als een bos, rechtdoor kan nooit.” (citaat Oleg Popov)
Beroemde clowns uit het verleden
V.l.n.r. Joé Cashmore, Les Fratellini, Charlie Rivels
Charly Rivels, de bekende Duitse circusclown zei eens: “Ieder mens is een clown, maar weinigen hebben de moed het te tonen.”
Nog enkele oude circusansichtkaarten
V.l.n.r. Crawford Truppe, Henri Renard, dikke dame, Léonda Pezon, Les Laurenzos, Les seurs Martinettis, Trio Powels
Nog meer over het circus, kijkt u ook eens bij de rubriek Nostalgie naar Circus en Toni Boltini
Bronnen:
Delcampe.net
Wikipedia
Dagblad De Stem 2007
Russisch Staatscircus
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.