Nostalgie



 

Yves Montand

(klik op de afbeeldingen om ze te vergroten) 

Yves Montand werd als Ivo Livi op13 oktober 1921 geboren in Monsummano, een dorp in de buurt van Florence in het Italiaanse Toscane. Zijn vader was een militante communist en hij en zijn gezin moesten in 1921 Italië ontvluchten om te voorkomen dat hij gearresteerd zou worden door het fascistische regime van Mussolini. Giovanni en zijn vrouw Giuseppina ontsnapten met hun kinderen Ivo, Lydia (geboren in 1915) en Giuliano (geboren in 1917) naar het zuiden van Frankrijk waar ze zich in Marseille vestigden. Nadat ze een aantal jaren in Frankrijk geleefd hadden ontvingen de familie in 1929 het Franse staatsburgerschap.

Maar dit hielp niet om de financiële problemen van het gezin op te lossen. Door het schamele loon van vader had het gezin moeite om de eindjes aan elkaar te knopen en de twee oudste kinderen moesten de school verlaten om te gaan werken. Giovanni vestigende al zijn hoop op Ivo, die door kon gaan met zijn school, maar die hield niet van studeren en bracht liever de dag door met dagdromen.

In 1932 was de familie er financieel nog slechter aan toe, toen de bezemmakerij van vader Giovanni failliet ging. Voor een tijdje leefden ze van het inkomen dat Lydia met haar kapsalon verdiende, maar toen vond Guiliano (die intussen de Franse vertaling van zijn naam, Julien, had aangenomen) een baan als kelner.

Toen Ivo 11 jaar was werd ook hij van school gehaald om te gaan werken bij een plaatselijke fabriek. Met de kapsalon van Lydia ging het intussen ook goed en toen Ivo 14 jaar was ging hij als kapper bij zijn zus werken. Hij had er wel talent voor en haalde zelfs een kappersdiploma.

Maar Ivo’s passie lag ergens anders. De dromer Ivo hield van de fantasiewereld van acteurs en actrices op het filmdoek. De jonge Ivo was in het bijzonder gefascineerd door Fred Astaire en zijn tapdans acts. Hij was een tamelijk verlegen tiener. Maar toen hij vernam dat de manager van de lokale muziekhal op zoek was naar iemand om het publiek een beetje op te warmen, besloot hij om zijn toneelangst te overwinnen. Hij werd aangenomen, repeteerde drie weken keihard en nam een artiestennaam aan, Yves Montand. Hij bedacht deze naam geïnspireerd door wat zijn moeder naar hem riep als ze gingen eten: “Ivo, montes !” (Ivo, kom naar boven !), dat met haar Toscaanse accent klonk als “Ivo, monta !”. Toen hij in 1938 dus voor het eerst optrad brak het publiek de tent af. Hij kreeg een minutenlange ovatie en het publiek schreeuwde om meer. Die avond in Marseille werd er een nieuwe Franse ster geboren.

Nadat hij ervaring opgedaan had met optredens in kleine gelegenheden was hij gereed voor het grotere werk. Op 21 juni 1939 trad hij op in het Alcazar theater in Marseille. Hij bracht daar voor het eerst een lied dat niet door anderen geschreven en gezongen was, maar een eigen lied “Dans les plaines du Far West”.

Hij stond nog maar aan het begin van zijn carrière toen deze afgebroken werd door het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hij moest het cabaretcircuit achter zich laten en gaan optreden in de provincie.

Maar in het voorjaar van 1941 kwam zijn zangcarrière weer in beweging en dit keer ging het maar door. Beringlot, de manager van de muziekhal die hem voor het eerst had laten optreden als iemand die het publiek moest opwarmen, organiseerde voor hem een tournee in de regio van Marseille. Intussen was zijn optreden verbeterd omdat hij danslessen nam. Na zijn tournee kreeg Montand een nieuwe impresario en trad hij steeds meer op gala’s op, waar hij met zijn prima uiterlijk en zijn natuurlijke charisma veel succes had. Vooral bij zijn vrouwelijke fans die na zijn show met hem dineerden.

Hij wist uit handen te blijven van de locale milities die jonge sterke mannen ronselden voor een verplichte tewerkstelling. In januari 1944 vertrok hij naar Parijs. Zijn eerste optreden had hij in februari in het ABC theater, waar hij opnieuw groot succes had bij het publiek. Vervolgens had hij een reeks succesvolle optredens in het Bobino theater, Les Folies-Belleville en trad hij op in de show van Edith Piaf in de Moulin Rouge.

Montand

en

Piaf

Piaf was eerst wat terughoudend geweest om op te treden met een relatief onbekende zanger uit Marseille. Maar omdat hij er goed uitzag en door zijn natuurlijke uitstraling was ze gelijk om. En Yves was steeds meer onder de indruk van Piaf. Montand overwon zijn trots en gaf zich aan haar over. Piaf leerde hem hoe je op een toneel moest optreden en het stel repeteerde samen elke dag urenlang. Zij vormde hem om van een bekend persoon in de omgeving van Marseille naar een internationale ster. Piaf werkte ook hard aan de verbetering van zijn kennis over de cultuur. Daarvoor stroopte zij boekenwinkels af op zoek naar romans en poëtische bloemlezingen. Na hun succesvolle optreden in de Moulin Rouge gingen ze samen op tournee. En ook buiten het podium hadden ze een verhouding.

Nu begon Montand ook zelf naam te maken in de Franse muziek. In de herfst van 1945 mocht hij optreden in het befaamde Théâtre de l’Etoile in Parijs. Bij zijn optreden zong hij twee nieuwe liedjes “Battling Joe” en “Les Grands Boulevards”, waarvoor hij een daverend applaus kreeg.

In het voorjaar van 1946 kreeg hij een tegenslag in zijn privéleven te verwerken toen Piaf een eind aan hun relatie maakte. De zangeres die berucht was om haar onvoorspelbare gedrag gaf er nooit een verklaring voor waarom ze hun verhouding beëindigde.

Yves gooide zichzelf in zijn werk met een serie concerten in het ABC theater en het cabaret Le Club des Cinq. Na een moeilijke periode, waarin hij ook probeerde door te breken als filmacteur, keerde hij in 1947 terug in het Théâtre de l’Etoile waar hij zes weken lang optrad. In die tijd begon hij samen te werken met de pianist Bob Castella, die hem tot het eind van zijn carrière zou begeleiden.

Montand had in 1948 nog een andere belangrijke ontmoeting toen een vriend hem meenam naar Saint  Paul de Vence in de Provence naar de legendarische Franse dichter Jacques Prévert. Yves was een groot bewonderaar van zijn werk en besloot Préver’s klassieker “Les Feuilles Mortes” in zijn repertoire op te nemen. Ironisch genoeg had Prévert de tekst in 1945 geschreven en er was een lied van gemaakt op muziek van Joseph Kosma in de tijd dat de film “Les Portes de la nuit” uitkwam, waarin de nog jonge Yves Montand acteerde en die een grote flop werd in de bioscoop.

In augustus 1949 ontmoette Yves opnieuw iemand in Saint  Paul de Vence, die een andere wending aan zijn leven zou geven. Hij was uitgenodigd om de beroemde Franse actrice Simone Signoret te ontmoeten. Het was liefde op het eerste gezicht, ze waren gelijk smoorverliefd. Het jaar daarop scheidde Signoret van haar man, de filmregisseur Yves Allégret, bij wie ze al een dochtertje, Catherine, had. Vervolgens trok Signoret in bij Montand in zijn huis in Parijs. Op 22 december 1951 trouwden ze en ze werden daarmee een van de meest beroemde showbizz stellen uit de Franse geschiedenis.

In mei 1950 was Yves Montand een van de beroemdste ondertekenaars van het ‘Stockholm Appel’, de petitie van de Sovjet Unie tegen het gebruik van kernwapens. Montand, die voortkwam uit een fanatiek communistisch gezin, zou ook daarna nog de communistische partij in Frankrijk blijven steunen. Hij en Simone Signoret zouden nog talloze petities van de communisten ondertekenen.

Met zijn carrière ging het steeds maar beter. In maart 1951 stond hij weer in het Théâtre de l’Etoile voor zijn eerst echte One Man Show. Met 22 liedjes en 2 gedichten, toonde hij aan dat zijn optreden vrijwel perfect was, dus werd deze One Man Show weer een enorm succes.

Montand was niet tevreden met een muziekcarrière alleen. De getalenteerde artiest droomde ook van een doorbraak als filmacteur. In het begin van zijn carrière had hij geacteerd in verschillende films, maar in geen van die films kon hij zijn acteertalent echt ontplooien. Dat duurde totdat de filmregisseur Henri-Georges Clouzot hem een hoofdrol aanbood in de legendarische film “Le Salaire de la peur” (in 1952), waarin hij zijn echte talent als filmacteur kon bewijzen. De film werd door de critici bestempeld als een meesterwerk en ook de rol van Montand werd geprezen. In 1953 kreeg de film de Grand Prix op het filmfestival in Cannes.

Hoewel hij nu ook populair was in de filmwereld bleef hij ook werken aan zijn zangcarrière. Hij wilde beide carrières tot een succes maken. In oktober 1953 keerde hij weer terug in het Théâtre de l’Etoile, waar hij zich met hart en ziel aan zijn optreden wijdde. De show opende met een nog niet gepubliceerd gedicht van Jacques Prévert en eindigde met een emotionele vertolking van “A Paris”, een lied dat geschreven was door zijn goede vriend Francis Lemarque. Montand speelde de zaal plat en aan het eind van zijn optreden volgde een minutenlang applaus. Deze show was een absolute sensatie. Hij was oorspronkelijk voor drie weken geboekt, maar zijn optreden duur uiteindelijk zes maanden, waarbij hij meer dan 200 shows deed voor meer dan 200.000 man publiek. Het album dat uitkam van deze show, “Etoile”, werd het best verkochte album van een live show. Tegen het einde van jaar was Montand de populairste ster uit de Franse muziekwereld van die tijd.

In 1954 kochten hij en Simone Signoret een landhuis in het dorp Autheuil-Anthouillet in Normandië. Het huis werd een ontmoetingsplaats voor hun grote kring aan vrienden, zoals de acteur Pierre Brasseur, de filmregisseur Luis Bunuel en de schrijver Jorge Semprun.

In datzelfde jaar traden Montand en Signoret samen op in de theaterproductie “Les Sorcières de Salem” van Arthur Miller. Het stuk bleek succesvol en hun optredens met het stuk duurden tot Kerstmis 1955.

In de herfst van 1956 was Montand bezig met de voorbereiding van een grote tournee door de Sovjet Unie. Maar toen de Russische tanks op 24 oktober Boedapest binnenvielen zag hij zich, net als vele andere Franse artiesten met sympathie voor het communisme, voor een dilemma geplaatst. Zijn geweten werd verscheurd. Hij stond zeker niet achter de actie van de Sovjet Unie, maar hij wilde ook niet breken met de Franse communistische partij en zijn eigen familie. Hij stemde er schoorvoetend mee in dat zijn tournee door Rusland doorgang zou vinden. Zijn beslissing ontlokte veel kritiek in Frankrijk, maar Montand viel een warm welkom ten deel in Moskou. Tijdens zijn verblijf in Moskou werd Montand uitgenodigd voor een ontmoeting met president Chroesjtsjov en de twee raakten in een verhit debat over de Sovjet invasie in Boedapest. De heftige discussie duurde meer dan vier uur en geen van hen gaf een millimeter toe. Montand keerde met opgeruimd gemoed terug naar Parijs, tevreden over het feit dat hij ten minste zijn afkeuring had laten horen aan de Russische communistische partij.

In de lente van 1957 ging Montand naar Polen als start van een tournee door Oost-Europa. Hij bleek zeer populair te zijn in het Oostblok met tienduizenden mensen die op zijn concerten afkwamen en zijn platen kochten. Toen hij terugkwam in Frankrijk koos hij ervoor om zijn politieke mening wat minder sterk te verkondigen en nam hij wat afstand van de Franse communistische partij.

Het jaar daarop besteedde hij weer aandacht aan zijn filmcarrière. In juni 1958 had hij opnames voor “La Loi” onder regie van Jules Dassin en met als tegenspelers Marcello Mastroiani en Pierre Brasseur. Tot zijn grote teleurstelling flopte de film. Hoewel hij al een grote zangcarrière had ambieerde hij nog steeds een echte filmcarrière.

Nadat de film klaar was trad hij tussen oktober 1958 en oktober 1959 weer op in het Théâtre de l’Etoile. Hij had een programma van gevoelige romantische liedjes, waarvan er 16 nieuw waren zoals “Le chat de la voisine” en het beroemde “Sir Godfrey”. Toch was de show niet zo’n enorm succes als zijn eerdere concerten. Zijn publieke imago was een beetje bezoedeld door de voorgaande gebeurtenissen en het leek hem aan de zelfverzekerdheid uit zijn vroegere jaren te ontbreken.

Zijn communistische sympathieën leidden er ook toe dat hij tot ‘persona non grata’ was verklaard in de Verenigde Staten. Niettemin werd hij in 1959 door een Amerikaanse theateragent benaderd om op te treden in New York. Montand bracht zijn show dus naar New York waar hij bij de première op 21 september 1959 grote bijval oogstte. Van de critici kreeg hij geweldig goede kritieken en hij werd daarom direct geboekt voor nog een serie concerten.

Tijdens hun verblijf in New York ontmoetten Yves Montand en Simone Signoret de toneelschrijver Arthur Miller en zijn vrouw Marilyn Monroe. Direct nadat zijn serie concerten beëindigd was vloog hij naar Hollywood en San Francisco, voordat hij met Kerst naar Frankrijk terugkeerde. Nadat hij een korte tijd rust had gehouden in zijn landhuis vloog hij naar Japan voor een serie concerten in Tokyo en Osaka.

Nu hij het met zijn zingen gebracht had tot internationaal sterrendom was Yves er nog steeds van overtuigd dat hij hetzelfde kon doen met zijn filmcarrière. En kijk aan, na zijn succesvolle reeks concerten in Amerika bood een producer uit Hollywood hem een hoofdrol aan voor de film “Le Milliardaire” met als tegenspeelster Marilyn Monroe. Al snel nadat de opnames begonnen waren in februari 1960 kregen Montand en Monroe een gepassioneerde verhouding. Toen de media hier lucht van kregen was dit groot nieuws op de voorpagina’s van de kranten en de tijdschriften over de hele wereld. De affaire dreigde een eind te maken aan zijn huwelijk met Simone Signoret, maar op een bepaald moment besloot Montand om toch bij Simone Signoret te blijven en naar Frankrijk terug te keren om dicht bij zijn vrouw te kunnen zijn.

In oktober 1961 keerde Montand terug naar New York om dit keer alleen op te treden op Broadway. Zijn show in het Golden Theatre was een groot succes en liep voor acht weken. Daarna ging hij op wereldtournee waarbij hij onder andere Japan en Engeland aandeed. Daarna gaf hij weer een lange reeks concerten in het Théâtre de l’Etoile, een reeks die tot ver in het volgende jaar door liep.

En nog steeds probeerde hij het te maken als filmacteur. Nadat hij in 1964 gespeeld had in “Compartiment tueur”, onder regie van Costa Gavras onderbrak hij zijn reeks concerten om zich weer te wijden aan de film. Hij maakte een aantal succesvolle films: “La guerre est finie” (1966, regie Alain Resnais),  “Paris brûle t’il ?” (1967, regie René Clément) en “Z” (1968, regie Costa Gavras).

In september 1968 trad hij gedurende zes weken op in het Olympia theater in Parijs. Hoewel Montand nu tot een gerespecteerd figuur in de Franse muziekwereld behoorde, stond hij ook bekend als uitgesproken militant. Hij sympathiseerde met de algemene staking en de studentenopstand in mei 1968 in Frankrijk. Toch wilde hij niet meer direct in de politiek actief zijn. Het was ook in die tijd dat hij brak met de Franse communistische partij, een actie waarvan een aantal directe familieleden van hem van streek raakten. Na de dood van zijn vader in oktober 1968 keerde hij zich zelfs nog verder van de politiek af.

Intussen stond Montand op het punt om een lang gekoesterde droom van hem in vervulling te zien gaan, een groot Frans acteur worden. In 1970 bood zijn vriend Costa Gavras hem de rol van Arthur London aan in zijn nieuwe film “L’Aveu”. Voor zijn indrukkwekkende optreden kreeg hij veel lof van de critici en bij het uitkomen van de film in april van dat jaar ontdekte ook het grote publiek het formidabele acteertalent van de zanger. De volgende tien jaar zou Montand werken met de beste Franse regisseurs, met rollen in actiefilms, kunstfilms en komedies. De hoogtepunten van zijn filmcarrière zijn zijn rollen in de komedie “La folie des Grandeurs” (1971, regie Gérard Oury) en in “César & Rosalie” (1972, regie Claude Sautet).

Omdat hij zich in de jaren zeventig geheel wijdde aan zijn filmcarrière, gaf hij in die periode maar één concert, een benefietshow in 1974 voor het werven van fondsen ten behoeve van Chileense politieke gevangenen. Zijn fans van hem als zanger moesten tot eind 1981 wachten voordat hij weer ging optreden. Maar toen hij op 7 oktober een reeks concerten gaf in het Olympia was zijn show weer als vanouds formidabel. Hij bleef optreden in het Olympia tot 3 januari 1982. Maar alle concerten waren uitverkocht en een serie van concerten van drie maanden was te weinig om aan de vraag van het publiek te voldoen. Daarom gaf hij opnieuw een reeks concerten van 20 juli tot 14 augustus. Bij zijn terugkeer in het Olympia bracht hij voor het eerst een van zijn meest beroemde liedjes “Les Bijoux”, gebaseerd op een gedicht uit de 19-de eeuw van de Franse dichter Baudelaire. Na zijn reeks concerten in het Olympia maakte hij een uitgebreide internationale tournee, die van Rio tot aan New York weer een groot succes was.

In de jaren tachtig ging hij zich weer met de politiek bemoeien, waarbij hij opkwam voor de mensenrechten en hij tekende in december een petitie ten faveure van de Poolse vakbeweging Solidarnosz. Twee jaar later stond hij politiek gezien weer midden in de belangstelling, waarbij hij zich afzette tegen de oprichting van de rechtse politieke partij Front National van Le Pen. Verder deed hij, samen met zijn vrouw Simone Signoret, mee aan een campagne tegen extreem rechtse politici. Montand was niet terughoudend in het verheffen van zijn stem op politiek gebied. Tijdens een televisie-interview in 1988 gaf hij uitgebreid zijn mening over de oplossingen die hij zag voor de toenemende werkeloosheid in Frankrijk.

Carole Amiel

Op 30 september 1985 overleed Simone Signoret, die al een aantal jaren kanker had, op de leeftijd van 64 jaar. Yves Montand was erg aangedaan door de dood van zijn vrouw, maar al snel begon hij een verhouding met zijn persoonlijke assistente Carole Amiel, die al voor hem werkte sinds zijn tournee in 1982. In 1987 trouwden ze en uit het huwelijk werd op 31 december 1988 hun zoon Valentin geboren (het enige kind van Yves Montand). Hij was er niet bij aanwezig omdat hij midden in de opnames zat van “Manon des Sources” (regie Claude Berri).

Na de filmopnames settelde Montand zich rustig met zijn gezinnetje in Autheuil. Hij bereidde een mega-concert voor in het Bercy Stadium (de grootste concertzaal van Parijs). Maar dat heeft hij niet meer mogen meemaken, op 9 november 1991 overleed hij op 70-jarige leeftijd aan een hartaanval.

Met zijn direct herkenbare stem, het feit dat hij er goed uitzag en zijn charisma was Yves Montand een van de grootste sterren uit de internationale muziek- en filmwereld.

Kijk en luister naar Yves Montand

Sous le Ciel de Paris (met Piaf)

Les Grands Boulevards

Les Feuilles Mortes

A Paris

Le chat de la voicine

A Bicyclette

Syracuse

C’est si bon

Geraadpleegde bronnen o.a.:

Films de France

IMDb

NNDB

RFI Musique

Wikipedia

Terug naar Nostalgie


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten