Nostalgie



 

Nina Simone

(klik op de afbeeldingen om ze te vergroten)

Nina Simone werd op 21 februari 1933 als Eunice Kathleen Waymon geboren in Tryon in de Amerikaanse staat North Carolina. Ze was de zesde van acht kinderen (vier jongens en vier meisjes). Hun vader was John D. Waymon, een klusjesman en soms kapper die vaak sukkelde met zijn gezondheid. Hun moeder was Mary Kate Waymon, een bevoegde Methodistische dominee.

Het huis was altijd vol met muziek en al op zeer jonge leeftijd leerde de kleine Eunice piano spelen. De familie zag dat Eunice een grote aanleg had voor dit instrument en ze zorgden ervoor dat Eunice klassieke pianolessen kreeg. Om dat te kunnen bekostigen nam haar moeder een bijbaan als dienstmeid. Eunice ging spelen in de lokale kerk.

Op haar tiende gaf ze haar eerste klassieke pianoconcert in de stadsbibliotheek. Tijdens haar optreden werden haar ouders, die op de voorste rij zaten, gedwongen om achter in de zaal te gaan zitten om plaats te maken voor twee blanken. Eunice weigerde verder te spelen totdat haar ouders weer hun oude plaatsen kregen. Dit voorval droeg er toe bij dat ze later betrokken zou raken bij de mensenrechten beweging.

Tijdens het laatste jaar van haar middelbare school volgde ze lessen aan de Juilliard School of Music. Dit deed ze als voorbereiding op haar toelatingexamen voor het Curtis Institute of Music.

Toen ze 17 jaar was verhuisde de familie naar Philadelphia (Pennsylvania) waar ze, om haar studie te kunnen bekostigen, klassieke zangers en zangeressen op de piano begeleidde en pianoles gaf. Ze deed haar toelatingsexamen voor klassieke piano voor het Curtis Institute, maar ze werd afgewezen. Eunice dacht zelf dat ze wel goed genoeg was om de lessen aan het instituut te kunnen volgen, maar dat ze was afgewezen omdat ze zwart was.

Toen ze ontdekte dat een van haar studenten in een bar speelde in Atlantic City en daar meer mee verdiende dan zij met haar muzieklessen, besloot ze om dit zelf ook te gaan doen. In 1954 begon ze te spelen in de ‘Midtown Bar and Grill’ in Atlantic City. Om te vermijden dat haar religieuze moeder zou afkeuren dat ze in een bar ging spelen, veranderde ze haar artiestennaam in Nina Simone. Haar voornaam kwam van het Spaanse woord Niña (meisje), een koosnaampje voor haar van een Zuid-Amerikaans vriendje en haar achternaam ontleende ze aan Simone Signoret, de Franse filmster die zij zeer bewonderde sinds ze die had gezien in “Casque d’or”.

Ze speelde van alles van klassieke muziek en jazz tot pop. Al snel eiste de bareigenaar dat ze naast pianospelen ook ging zingen. Nina trok daarmee een groot publiek van jonge mensen, dat gefascineerd was door haar uitgebreide muzikale repertoire en door haar stijl. Al snel speelde ze in de betere nachtclubs van Greenwich Village.

In 1957 vond Nina een agent en het jaar daarop kwam haar eerste album uit, “Little Girl Blue”. Haar eerste single was “I Loves You Porgy”, een lied van George Gershwin uit “Porgy and Bess”. De single verkocht goed en haar platencarrière kwam daarmee van de grond. Het was overigens het enige nummer uit haar 45 jaar durende carrière dat de Amerikaanse top 40 haalde. Helaas had ze bij het ondertekenen van het contract al haar rechten afgestaan en daarvoor een vast bedrag ontvangen, iets dat ze achteraf natuurlijk zeer betreurde. Voor haar volgende album tekende ze een contract met het label Colpix en ze bracht het album “The Amazing Nina Simone” uit. Door dit album kwam ze meer in de belangstelling van de critici en het publiek.

Simone

en  Lisa

Nina Simone was korte tijd getrouwd met Don Ross, van 1958 tot 1959. In 1960 trouwde ze met Andy Stroud, een voormalige rechercheur bij de politie, die haar manager werd. Hij zorgde ervoor dat haar carrière echt goed van de grond kwam. In 1961 kregen ze een dochter, Lisa Celeste. In haar kinderjaren zag Lisa haar moeder vaak voor langere tijd niet omdat die constant op reis was. Uiteindelijk kreeg ze haar eigen carrière onder haar artiestennaam Simone. Nina Simone en Andy Stroud dreven langzaam uit elkaar door haar muzikale carrière en haar politieke interesse. Het huwelijk eindigde in 1970 in een scheiding.

Lisa

In de jaren zestig maakte Nina deel uit van de beweging voor burgerrechten en later van de ‘Black Power’ beweging. Haar liedjes werden een soort lijfliederen voor deze bewegingen. En de teksten door de tijd heen, laten de toenemende hopeloosheid zien dat de Amerikaanse rassenproblemen ooit opgelost zouden kunnen worden.

Nina Simone schreef het nummer “Mississippi Goddam”, nadat bij een aanslag op de Baptistische kerk Alabama vier kinderen gedood waren en na de moord op Medgar Evers in Mississippi. Het lied dat vaak gezongen werd op bijeenkomsten van de beweging voor burgerrechten werd niet vaak op de radio gedraaid.

Hansberry

Andere liedjes die de burgerrechtenbeweging adopteerde als hun lied waren “Backlash Blues,” “Old Jim Crow,” “Four Women” (een bittere weeklacht van vier vrouwen wier materiële toestand en vooruitzichten samenhangen met hun subtiele verschillen in huidskleur. Het lied werd geboycot door de radiostations in Philadelphia en New York omdat het ‘beledigend was voor zwarte mensen …’) en “To Be Young, Gifted and Black”. Het laatste nummer had ze gecomponeerd voor haar vriendin Lorraine Hansberry, eveneens een mensenrechten activiste. Het werd het lijflied van de groeiende ‘Black Power’ beweging door de regel  “Say it clear, say it loud, I am black and I am proud !”.

Binnen de groeiende vrouwenbeweging werden haar lied “Four Women” en haar cover van Sinatra’s “My Way” eveneens lijfliederen van deze beweging.

Maar een paar jaar later waren haar vriendin Lorraine Hansberry en haar vriend Langston Hughes dood. De zwarte helden Martin Luther King jr. en Malcolm X waren vermoord. Eind jaren zeventig kreeg ze problemen met de belastingdienst die haar beschuldigde van belastingontduiking. Ze had namelijk een aantal jaren geweigerd om haar inkomen op te geven als protest tegen de Vietnamoorlog. Als gevolg van de belastingaanslag die ze alsnog kreeg verloor ze haar huis.

Haar toenemende bitterheid om het Amerikaanse racisme, haar meningsverschillen met de platenmaatschappijen (die ze piraten noemde), haar problemen met de belastingdienst, dit alles leidde ertoe dat ze besloot om de Verenigde Staten te verlaten. Eerst verhuisde ze naar Barbados met de gedachte dat haar man en manager Andrew Stroud contact met haar zou opnemen als ze weer moest optreden. Maar Andrew vatte haar plotselinge verdwijning (en het feit dat ze haar trouwring had achtergelaten) op als een teken dat ze wilde scheiden. Als haar manager zorgde Stroud er ook voor dat ze inkomsten had. Na haar scheiding had ze geen idee hoe ze haar zaakjes moest runnen en hoeveel ze moest vragen voor een optreden. Ze bleef een lange tijd in Barbados en had er een langdurige verhouding met de premier van Barbados, Errol Barrow.

Daartoe aangezet door haar vriendin Miriam Makeba en anderen, verhuisde ze vervolgens naar Liberia.

Voor de schoolopleiding van haar dochter verhuisde ze daarna naar Zwitserland. Ze probeerde een comeback te maken in Londen, maar slaagde daar niet in omdat ze haar vertrouwen gesteld had in iemand die een oplichter bleek te zijn die haar bestal, haar sloeg en haar vervolgens verliet. Ze probeerde zelfmoord te plegen, maar toen dat mislukte kreeg ze weer vertrouwen in de toekomst. Ze bouwde haar carrière langzaam weer op, verhuisde in 1978 naar Parijs, waar ze kleine succesjes boekte.

Makeba

In 1985 keerde Nina Simone terug naar de Verenigde Staten om platenopnames te maken en op te treden. Ze probeerde succes te krijgen in haar vaderland door te focussen op waar ze populair door was en haar politieke standpunten te verdoezelen. En ze kreeg steeds meer bijval.

Haar carrière beleefde een hoogtepunt toen in een Britse commercial voor Chanel No. 5 in 1987 haar opname van “My Baby Just Cares for Me” uit 1958 gebruikt werd. Het werd een grote hit in heel Europa.

Haar Koninklijke uitstraling en nadrukkelijke aanwezigheid op het podium bezorgden haar de naam ‘High Priestess of Soul’. Zelf had ze een hekel aan deze titel omdat ze het een marketing stunt vond, maar ook omdat ze daarmee in een hokje geduwd werd terwijl ze zo veel meer deed. Haar live optredens waren niet zomaar concerten, maar hele happenings. In één optreden was ze zangeres, pianiste, danseres, actrice, activiste en zowel therapeut als patiënt. Ze speelde van gospel tot blues, van jazz tot folk en klassiek. Tijdens haar optredens hield ze monologen, dialogen met het publiek en ze gebruikte soms stilte als een muzikaal element. Er ontstond bij haar optredens een soort massa hypnose. Tijdens vrijwel heel haar leven en bij de platenopnames werd ze begeleid door percussionist Leopoldo Fleming en gitarist en muzikaal regisseur Al Schackman.

Nina verhuisde terug naar Europa, eerst naar Nederland (van 1988 tot 1990 woonde ze in Nijmegen en daarna tot 1992 in Amsterdam) en in 1992 naar het zuiden van Frankrijk, naar Bouc Bel Air (waar ze tot 1999 woonde, daarna verhuisde ze naar Carry le Rouet). Ze publiceerde haar biografie “I Put a Spell on You” en ze ging door met het maken van platenopnames en met optredens.

In de jaren negentig kwam ze in Frankrijk verschillende keren in aanraking met justitie. Ze schoot met een luchtgeweer op herriemakende buurjongen en ze verliet de plaats van een ongeluk waarbij twee motorrijders gewond waren. Verder schoot ze met een pistool op een directeur van een platenmaatschappij die ze beschuldigde van het stelen van haar royalty’s. Ze betaalde boetes, ze kreeg een proeftijd en ze was verplicht om een psychologische behandeling te ondergaan.

In 1995 won ze een proces in San Francisco waarmee ze het eigendom van 52 van haar platenopnames verwierf. In 1994 en 1995 had ze wat ze beschreef als een ‘intense liefdesverhouding als een vulkaan’ met haar assistent Clifton Henderson.

In haar laatste jaren werd ze tussen twee optredens regelmatig gezien in een rolstoel. Ze overleed op 21 april 2003, 70 jaar oud, in haar huis in Carry le Rouet in Frankrijk aan borstkanker, een ziekte waar ze al jaren aan geleden had. Haar as werd uitgestrooid in verschillende Afrikaanse landen.

Haar grootste hit in Nederland, “Ain’t got no – I got life” (uit de musical Hair), werd in 1998 opnieuw uitgebracht, nadat deze gebruikt werd in een reclame voor Amev-verzekeringen.

Nina Simone kreeg twee eredoctoraten in de muziek en de menswetenschap van respectievelijk de University of Massachusetts en het Malcolm X College. Na deze onderscheidingen wilde ze Doctor Nina Simone genoemd worden. Slechts twee dagen voor haar dood kreeg ze een erediploma van het Curtis Institute, de school die haar aan het begin van haar carrière had afgewezen.

 Kijk en luister naar Nina Simone

(TIP: mocht uw internetverbinding niet snel genoeg zijn, klik dan links onder op II)

(er ontstaat dan een driehoekje met de punt naar rechts)

(laat u het filmpje downloaden en klik dan op het driehoekje)

 

Ain’t Got No – I Got Life (Nr. 1 Nederlandse top 40 1968)

To Love Somebody (Nr. 10 Nederlandse top 40 1969)

Revolution (Nr. 18 Nederlandse top 40 1969)

Mr. Bojangles (Nr. 14 Nederlandse tipparade 1971)

My Baby Just Cares For Me (Nr. 1 Nederlandse top 40 1987)

I Put A Spell On You

I Loves You Porgy

Mississippi Goddam

To Be Young Gifted And Black

Four Women

My Way

The House Of The Rising Sun

Ne Me Quitte Pas

Geraadpleegde bronnen o.a.:

Answers

IMDb

Jazzbrat

Musician Guide

Ninasimone.com

Sing 365

Swing Music

Wikipedia

Yahoo Music

Terug naar Nostalgie


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten