Klik op de figuren om ze te vergroten
Albert Mol werd geboren op 3 januari 1917. Zijn moede was niet gehuwd en daarom werd hij geboren in het “Huis voor gevallen vrouwen” in Amsterdam. Daar bleef hij samen met zijn moeder nog ongeveer een jaar. Daarna gingen ze wonen bij een vriendin van zijn moeder. Later ging hij naar de kostschool Sint Louis in Amersfoort, waar hij een Rooms katholieke opvoeding kreeg.
Na de kostschool keerde hij weer terug naar Amsterdam. Hij volgde er een dansopleiding en was regelmatig te vinden in homo cafés. Hij zakte wel voor zijn toelatingsexamen voor de toneelschool. Hij heeft in Amsterdam ook nog een tijdje bij Paul Huf gewoond.
Toen hij twintig was (1937) vertrok hij naar Parijs. Tot 1939 volgde hij er een balletopleiding bij Olga Preobrajenskaya (voormalig Ballet Russes van Diaghilev). In die tijd kwam ook Wim Sonneveld, die hij al kende van de homo scène in Amsterdam, samen met zijn toenmalige vriend, naar Parijs. Met zijn drieën woonden ze op een kamer in een goedkoop hotelletje in Montparnasse.
In Parijs ontmoette Albert in 1937 zijn eerste geliefde. Dat was fotograaf Waan Nijhoff, zoon van de bekende schrijvers Martinus en Netty Nijhof.
In 1939, op de dag van de oorlogsverklaring van Engeland en Frankrijk aan Duitsland, verlieten Albert en zijn vriend Wim Parijs om terug te keren naar Nederland.
In 1943 deed mee aan de revue van Fietje Giesen in Carré. Bij de audities ontmoette hij daar Lucy Bor. Hij werd verliefd op haar en het kwam werkelijk tot een relatie. Ze waren veel samen op reis met het Zweedse ballet waarin ze beiden dansten. In 1948 trouwde hij met haar omdat Lucy zwanger bleek te zijn. In januari werd hun dochter Kika in Den Haag geboren. Door de geaardheid van Albert hield de relatie echter geen stand. Wel zijn ze altijd bevriend gebleven.
Omdat hij in de oorlog gewoon doorgewerkt had werd hij na de oorlog gestraft door de cultuurkamer. Hij mocht een jaar lang niet dansen. Wim Sonneveld, die toen een eigen cabaret had, hielp hem echter en liet hem regelmatig bij hem optreden.
Albert was een actief en veelzijdig baasje. In 1948 werkte hij bij de Boumeesterrevue. Begin vijftiger jaren danste zo’n tweeëneenhalf jaar bij het Zweeds danstheater. In 1956 werkte hij in het Hollywood Turnabout theater in de Verenigde Staten. In 1957 had hij een rol had in de Shakespeare uitvoering “Veel leven om niets”. Hij danste in “De drie musketiers” in Praag en hij werd benaderd om een choreografie te doen in Wenen en tevens om een harlekijn te spelen in een Commedia dell’Arte in Venetië. Uiteindelijk kwam hij terecht in het Scala in Milaan in het Ballet Russe waar hij werkte met choreograaf Yura Shabelevsky.
In 1958 speelde hij zijn bekende rol als dirigent in de film “Fanfare” van Bert Haanstra. Verder speelde hij mee in de film “Het wonderlijke leven van Willem Parel” van Wim Sonneveld. In 1960 deed hij nog mee in de film “De zaak M.P.”, ook van Haanstra.
In 1962 begon ging Albert werken bij cabaret Tingel Tangel van Sieto Hoving.
In de zestiger jaren had hij ook een gastrol in de televisieserie “Ja Zuster, Nee Zuster”, geschreven door Annie M.G. Schmidt. Daarin zong hij een duet met Dick Swidde, die de rol van boze buurman speelde, “De jongens van de reisvereniging”. Een liedje dat weinig aan de verbeelding overliet en dat ging over homoseksualiteit.
Mol was overigens de eerste artiest die openlijk vertelde dat hij homo was. Dat was in de tijd dat hij de gastrol speelde in “Ja zuster, nee zuster”. Toen Koos Postema hem vroeg, of hij zoals zoveel artiesten homo was, keek hij de cameraman aan en zei in de lens tegen het grote publiek thuis: “Als u belooft om het niet verder te vertellen: Ja!”
In 1962 maakte hij het ballet Pinocchio voor Scapino, waarbij Cor Lemaire de muziek verzorgde.
Albert heeft ook een aantal boeken op zijn naam: “Breek me de bek niet open (met Frans Mulder)”, “Het doek viel te vroeg”, “Wat zien ik”, “Haar van Boven”, “Blonde Greet”, “Mengele broek en pintje billen” en “Dag dag welterusten”.
In 1971 werd het boek “Wat sien ik” verfilmd. Hij speelde er ook zelf in mee en met de royalty’s die hij voor de verfilming van zijn boek kreeg kocht hij een huis in Giethoorn, waar hij met zijn grote liefde Guerdon Bill, die hij een paar jaar daarvoor ontmoet had, ging wonen.
Klik op de figuur om te vergroten
Bij het grote publiek werd hij in de jaren zeventig bekend als panellid van het televisiespelletje “Wie van de drie”, dat werd gepresenteerd door Herman Emmink.
In die tijd werd hij “de bekendste homo van Nederland” genoemd. In “Wie van de drie” maakte Mol op typisch nichterige manier grappen zonder dat dat conservatieve Nederlanders afstootte. Daardoor wist Mol homoseksualiteit bespreekbaar te maken. Toen hij later columnist in de Gaykrant was, ontving hij veel post van andere homo’s.
Daarnaast trad hij ook op met zijn eigen theatershow “De Albert Mol story”. Weer later speelde hij in de film “Lieve Jongens”, naar het boek van Reve.
Jaren lang werkte hij als dramatherapeut in instellingen voor “stoute kinderen” (zoals hij dat zelf verwoordde), verslaafden met wie hij een toneelvoorstelling in elkaar draaide.
Ook werkte hij nog mee met cabaretgroep Purper, waar hij een fraai balletnummer choreografeerde, de heren wel praktisch gezeten op een hoge barkruk.
In 1987 werd Albert Mol benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Klik op de figuur om te vergroten
In 1996 speelde hij nog een oude vrouw in “Fout in ’45”, een docu-drama van Arjan Ederveen. Voor deze rol kreeg Mol, die door Ederveen werkelijk overgehaald moest worden, omdat Mol bang was om te falen, eindelijk veel waardering als acteur. Een waardering die voor Mol rijkelijk laat kwam.
De laatste jaren schreef Mol columns voor de Gaykrant.
Klik op de figuur om te vergroten
In 1998 trouwde Albert te Zutphen met Guerdon Bill, (Geurt voor vrienden), met wie hij toen al dertig jaar samen was.
In augustus 2003 kwam de documentaire “Malle Appie” op televisie, waarin Albert Mol een jaar gevolgd werd. Hierin kwam zijn integriteit en humor uitstekend naar voren, al bleef het jammer dat zijn meer serieuze kant zwaar onderbelicht bleef en hij soms werd afgeschilderd “als een clown in zijn nadagen”, aldus Jeroen Krabbé.
Ruim een week later, op 17 augustus 2003, overleed zijn echtgenoot Guerdon Bill op 67-jarige leeftijd.
Jeroen Krabbé en Paul Haenen bezochten Albert elke week om hem uit zijn depressie te houden. De gesprekken waren zo intiem en gaven zo’n mooi tijdsbeeld, dat Krabbé op het idee kwam om de gesprekken op te nemen. Haenen besloot om ze zelfs te filmen. Zijn hele leven kwam ter sprake, zelfs zijn eerste seksuele ervaring met de melkboer. Zij waren ook de zondag voor zijn dood nog bij Mol op bezoek. Midden in het gesprek zei Mol, dat al zijn spullen weg moesten. Hij was er klaar mee.
Op 9 maart 2004 overleed Albert Mol in zijn woonplaats Laren te Gelderland. Het nieuws werd namens de familieleden bekend gemaakt door Henk Krol, de hoofdredacteur van de Gay krant, waar Mol een column voor schreef. Zelfs op hoge leeftijd bleef hij actief voor de emancipatie van de homoseksuelen.
Albert Mol werd die zaterdag in Dieren gecremeerd. Hij had zijn grote liefde Guerdon Bill nog geen half jaar overleefd.
Met dank aan Mark de Vries voor een deel van de tekst en de plaatjes (http://vriesdemark.schrijft.nl/mol.htm)
Terug naar Nostalgie Terug naar SeniorPlaza
(klik op figuren om ze te vergroten)
Klaas Willem Ruis werd op 23 maart 1945 geboren in Haarlem. Na zijn middelbare school (Mulo) wilde hij naar de toneelschool in Amsterdam. Daar werd hij echter niet toegelaten. Daarom ging hij werken op een passagiersschip van de Holland Amerika Lijn als entertainer. Na een jaar probeerde hij weer toelating te krijgen tot de toneelschool en weer werd hij geweigerd. Daarom vervulde hij eerst maar zijn dienstplicht en trad daarna als steward in dienst van de KLM. Op locaties die hij met de vluchten van de KLM aandeed maakte hij met een bandrecordertje opnames. Bijvoorbeeld een radioreportage over een Mariaverschijning in een Koptische kerk in Egypte. Zijn opgewekte “Jaaaaa, ik zie haar komen”, waarmee hij de legendarische sportverslaggever Theo Koomen persifleerde, viel in de smaak bij de KRO radio en die zond het dan ook uit. Door zich voor te doen als verslaggever van de Nederlandse radio slaagde hij erin om interviews te hebben met onder andere Liza Minelli en Danny Kaye. Deze interviews werden ook op de radio uitgezonden. In 1970 treedt Willem Ruis in dienst van de VARA radio (programma’s: Dingen van de dag en Tussen start en finish). Al snel maakte hij ook deel uit van het team dat op zondagmiddag het sportprogramma “langs de lijn” presenteerde. Samen met Koos Postema maakte hij er op zondagmiddag een vrolijke boel van. De ene grap na de andere had hij en daardoor werd hij mateloos populair bij het publiek. Niet dat de sport bijzaak was, maar je zette er de radio voor aan. In 1971 presenteerde hij het tussendoor het radioprogramma “Alleen op een eiland”. In dat programma had hij contact met Jan Wolkers en Godfried Bomans. Die verbleven elk in hun eentje een week op Rottermerplaat. Jan Wolkers, als mens dat dichter bij de natuur stond, sloeg zich daar op een goede manier doorheen. Godfried Bomans ging bijna aan de eenzaamheid ten onder.
In 1976 verliet Ruis de VARA en trad in dienst bij de KRO televisie als quizmaster. Hij presenteerde er de “De Willem Ruis Show”. Het was een eenvoudige spelprogramma met een panel waarin o.a. Rita Corita, Alexander Pola, Joan Haanappel en Petra Laseur zaten. Kandidaat kon je worden door het goede antwoord te geven op de “zaalvraag”. Het werd een gevleugeld begrip. Alle aanwezigen hoopten aan het spel mee te mogen doen en er waren vele prijzen te vergeven, dus menigeen nam zijn boodschappentas alvast mee. Je kon immers niet weten. Hij verwierf al snel de bijnaam “kissmaster”omdat hij de kandidaten die aan zijn spelletjes meededen veelvuldig kuste. Hij had een voor die tijd bijzondere manier van presenteren. Het was tot dan toe gebruikelijk dat een quizmaster achter een desk stond en daar vandaan de kandidaten de vragen stelde. Willem Ruis stoof continu door het beeld. Dat leverde dus veel levendiger televisie op.
Willem Ruis wilde echter een grote show op televisie hebben. In 1981 kreeg hij daar de kans voor bij de VARA televisie. Het werd een veelbesproken transactie. De drie ton salaris die Willem Ruis aan de VARA vroeg, leidde zelfs tot Kamervragen. Niet eerder werd een presentator zo goed betaald. Het stellen van kamervragen lijkt wel gek maar is het niet als je bedenkt dat de omroepen grotendeels gefinancierd werden met geld van de overheid. Het eerste programma dat Ruis voor de VARA maakte, was de Lottoshow. Ruis kreeg van producent de vrije hand om te dansen, te zingen en te acteren met zijn gasten, variërend van André Hazes tot Gina Lollobridgida en Catharina Valente. De meeste spelletjes verzon hij ook zelf.
Na drie jaar was het wel over met de Lottoshow. Ook ander omroepen hadden dit type show ontdekt waarbij een show gebouwd werd rondom een kansspel. Een nieuwe, nog grotere, show moest er komen met nog grotere onderdelen. Dat werd de “Sterrenshow” die in 1984 startte. Dat was een live uitzending vanuit een grote tent met een podium en een tribune. Het was een show die in Las Vegas niet misstaan zou hebben. Dat waren spektakels die je tegenwoordig nooit meer ziet. Hele showorkesten werden geïmporteerd, musicals werden nagespeeld, sterren werden ingevlogen en dat alles werd begeleid door een grote horde balletdanseressen. Complete jazzorkesten, tangodansers, magiërs en circusacts, de Sterrenshow was spektakel. Per uitzending deden honderden mensen mee. Bij Willem Ruis moest alles perfect zijn, maar de shows waren daardoor logischerwijs peperduur. Maar Willem Ruis was het stralende middelpunt van deze spektakels. Hij introduceerde het beruchte spiraalspel waarbij je met een oog dat aan een stok zat over de spiraal mest gaan zonder deze te raken. Als je hem raakte moest je weer van voor af aan beginnen. En het einde van de spiraal moest binnen een bepaalde tijd gehaald worden. Zenuwslopend was dat voor zowel de kandidaat als de kijker.
De gedrevenheid waarmee Willem Ruis zijn shows maakte, had hem in 1982 zijn huwelijk gekost toen zijn echtgenote hem onverwacht verliet. Datzelfde jaar overleed, al even onverwacht, zijn moeder. Willem Ruis, alleen opgevoed door zijn moeder, had een zeer intense band met zijn familie. Door deze gebeurtenissen werd Willem Ruis wat cynisch en dat kwam zijn shows niet ten goede. Het publiek raakte ook aan deze spetterende shows gewend en de kijkcijfers begonnen te dalen. De VARA kon de lasten van de show toch al nauwelijks meer dragen. Ze gingen er bijna financieel aan onderdoor en daarom besloot de VARA deze geldverslindende shows stop te zetten. Op 16 april 1986 werd de laatste Sterrenshow uitgezonden. De laatste aflevering gaf een overzicht van alle hoogtepunten van de twee seizoenen, ingeleid door de showmaster zelf die zijn ontluistering niet meer verhullen kon. Hij begreep niet waarom de kijkers hem in de steek lieten. “Mijn doek valt, met deze tent” zei Willem Ruis in zijn allerlaatste Sterrenshow. Hoe kon hij weten dat dit echt het geval zou zijn. Totaal onverwacht kwam op 4 augustus 1986 (hij was toen 41 jaar) een abrupt einde aan het leven van Nederlands grootste showmaster. Op vakantie in Denia in Spanje overleed hij aan een hartaanval. Met het overlijden van Willem Ruis kwam er een einde dit type televisie van grootse shows vol glitter en glamour.
Kunt u zich de dromen uit de shows nog herinneren. Willem knipte met zijn vingers en Anita Meijer veranderde in Evita, Sonja Barend in Ceopatra of hij liet Marilyn Monroe van het witte doek stappen. Hoewel hij geen echte zanger was zong hij toch samen met onder andere Gina Lollobrigida en Dionne Warwick.
Terug naar Nostalgie Terug naar SeniorPlaza
Terug naar Nostalgie Terug naar SeniorPlaza
(klik op figuren om ze te vergroten)
Herinnert u zich nog het legendarische duo Snip & Snap. De radioluisteraars bleven er voor thuis.
Willy Walden werd geboren op 30 maart 1905 als Herman Kaldewaay (niet echt een artiestennaam dus). Hij woonde in de Amsterdamse Pijp. Hij begon zijn loopbaan als correspondent op een handelskantoor. Dat beviel hem niet erg en in 1927 stapte hij daarom over naar de revue. Daar ontmoette hij zijn leermeesters Louis Davids en Johan Busio en zijn latere partner Piet Muyselaar
De echte doorbraak kwam in 1937 bij het toen zeer populaire radioprogramma “De bonte dinsdagavondtrein“. Dit programma werd live uitgezonden met publiek in de zaal. Omdat Louis Davids ziek werd en de uitzending toch door moest gaan werd aan Willy Walden en Piet Muyselaar gevraagd om wat oude sketches van Jaques van Tol als het damesduo juffrouw Snip en juffrouw Snap te brengen. De grote vondst was dat ze zich als dames verkleedden met een bloemetjesjurk, een handtasje en een hoedje op. Het studiopub
liek was wildenthousiast. Oh ja, voor de duidelijkheid, Willy Walden was Snip en Piet Muyselaar was Snap. Willy was, met zijn zeer karakteristieke stem en zijn mimiek degene die de grappen maakte en Piet Muyselaar was meer de aangever.
Kent u dit liedje nog:
Want Snip snapt niet wat Snap snapt.
En Snap snapt niet wat Snip snapt.
Als Snip snapt Snap en Snap snapt Snip,
verdwijnt het Snip en Snap begrip.
Maar Snip snapt niet wat Snap snapt
en Snap snapt niet wat Snip snapt.
Als Snap snapt Snip en Snip snapt Snap,
doen Snip en Snap geen klap.
Als Snip & Snap traden ze ook op in de theaters. Zo’n 40 jaar lang trokken ze volle zalen met de Snip & Snap-revue.
Hun herkenningsmelodie was:
Ja dat is Revue, Revue
Die wij presenteren u
Ja dat is Revue, Revue
Die wij brengen hiervoor u.
Leuke liedjes melodietjes en een gulle lach.
Ja dat is Revue, Revue
Die wij brengen hier voor u
Ze traden door het hele land op in theaters. Meer dan 20 jaar was de Sleeswijk revue waarin zij de sterren ware de grote publiekstrekker van Carre.
Kent u het raadsel nog van Willy Walden: “Het is niet mijn broer maar toch is het de zoon van mijn vader. Ra, ra, raaa wie is dat”.
Toen eind jaren 70 het succes van de revue afnam stopten ze ermee en werd Walden radiomaker. Samen met zijn vrouw Ase Rasmussen deed hij het programma ‘Raad een lied of niet’.
Luister en kijk naar Snip & Snap
Terug naar Nostalgie Terug naar SeniorPlaza
Hij noemde zichzelf Hullekie Dullekie of Harrie de harige aap. In de zestiger jaren presenteerde hij samen met Henk van Dorp het KRO radioprogramma “Klik en Adem 66”. In 1969 presenteerde hij voor Radio Veronica het programma “Sportief zijn, beter worden”. Voor Veronica presenteerde hij ook het programma “Help, er zit een olifant in de tram”. Hij was ook één van de presentatoren van Sport in Beeld, de voorloper van Studio Sport.
In de tweede helft van de zestiger jaren vestigt hij zijn naam bij het grote publiek omdat hij, vaak samen met Chriet Titulaer, verslag deed van de Apollo ruimtevluchten op de televisie. Hierdoor kreeg hij de bijnaam Apollo Henkie. De programma’s hadden een bijna honderd procent kijkdichtheid want de bemande Apollovluchten waren mateloos populair. Bij een lancering zat half Nederland aan de buis gekluisterd. Natuurlijk had niemand er in die tijd veel verstand van. We dachten toen nog dat er wel een halve meter stof op de maan zou liggen. Hoogtepunt was wel de landing van de Apollo 11 op de maan. Op 21 juli 1969, 03.56 uur Nederlandse tijd, zette Neil Armstrong voet op de maan. Hij sprak de legendarische worden: “That’s one small step for man, one giant leap for mankind” (“Dit is maar een kleine stap voor een man, maar het is een reusachtige sprong voor de mensheid”). Door deze landing kwam pas aan het licht dat er helemaal geen dikke stoflaag op de maan ligt. Met angst en beven volgden we de Apollo 13 die bijna verongelukte. Na Apollo 17 stopte NASA met dit type vluchten
Hoewel hij daar slechts incidenteel aan meewerkte was Henk Terlingen een aanhanger van radio Veronica. Door een zware storm sloeg de Norderney, het zendschip waar de Veronica programma’s vandaan kwamen, op 2 april 1973 van haar ankers. Om half elf diezelfde avond strandde de Norderney voor de kust van Scheveningen. Op 4 april werd het geplande Hilversum III programma van Henk Terlingen, de Paul Meyer Show, dat Henk vanaf de gestrande Norderney wilde uitzenden door de NOS leiding vlak voor de uitzending verboden.
Terlingen laat als reactie in zijn programma een paar hartgrondige vloeken horen, maakt grappen over een uitzending vanuit een patatkraam aan zee en draait op de achtergrond Veronica jingles. Het programma van Terlingen werd vervolgens helemaal van de radio gehaald. In 1994 overleed Henk Terlingen, hij was toen 52 jaar oud.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.