Beroemdheden



Henk Elsink

(met dank aan Liesbeth de Nijs)

 

(klik op de plaatjes om te vergroten)

Henk Elsink was een typische individualist die veel bekendheid kreeg door zijn humoristische monologen en liedjes als “Johanna” en “Harm met de harp” (een persiflage op de muzikale homofiel).

Een charmante man met een beminnelijke uitstraling.

Henk Elsink, geboren op 20 april 1935, heeft tot zijn veertiende op de Janninksweg nummer 5 in Enschede gewoond. Tijdens het bombardement van 22 februari 1944 waren in zijn buurt eigenlijk nog maar drie huisjes overgebleven. Eén ervan was dat van de familie Elsink en dit huis staat er nu nog steeds.

In 1945 is men gelijk begonnen met renoveren en moderniseren van de gebombardeerde huizen. ‘Niet dat we toen douches kregen, want daarvoor was er nog steeds het badhuis.’ Moeder wilde wat groter wonen, in verband met haar vele kostgangers – een stuk of acht – en dus schoof de familie één deur verderop naar nummer 7. Elsink: ‘Ja, het was een leuke tijd, daar in Enschede !’ Elsink zat op de Volksparkschool en de Prinsenschool tot zijn zestiende en werkte direct na school bij drukkerij Van de Schaaf waar hij werd opgeleid tot lithograaf en waar de even oude Gert Timmerman een tijdje zijn collega was.

Van jongs af aan echter wilde hij al in “het vak”. Hij maakte in zijn vrije tijd revues en won de eerste prijs op een talentenjacht. Frans Vrolijk gaf hem zijn eerste kans. Hij kwam in 1956 (21 jaar oud) bij Tom Manders in Saint Germain des Prés. Tom Manders omringde zich graag met jong talent. Naast Henk Elsink startten ook Mini en Maxi bij hem hun carrière. Hij werkte mee aan televisieprogramma’s als “Ad Ladin en de Wonderlamp”, “Capriolen”, “Vlooienspel” en “Sche®tsboek”. Begin jaren zestig draaide hij twee seizoenen mee in het ABC-cabaret van Wim Kan.

In 1963 kreeg Henk Elsink een eigen radioprogramma “Vrij Entree”, waarin hij tal van gasten uit de amusementswereld ontving. Dit programma werd tot 1969 precies honderd keer uitgezonden. Het werd opgenomen in De Koopermoolen, een theater-restaurant in de Amsterdamse Warmoesstraat waar hij tot 1974 optrad met liedjes en sketches en waar hij gasten ontving als Wim Sonneveld, Leen Jongewaard en Frans Halsema. Na zijn “Koopermolen-tijd” begon hij door het land te reizen met onemanshows (“Tot en met nu”, “Theater en thuis”, “Theatershow Henk Elsink”, “Onemanshow” etc.).

Enkele nummers uit die shows haalden zelfs de hitparade:

Harm met de harp (1969), De supporter (1970) en Johanna (1973).

Ook bepaalde conferences (De Bom, De lift, De supporter) kent iedere Nederlander die de jaren zeventig bewust heeft meegemaakt. De naam Bakema (he’j dan geen kwatje) is nog altijd een “beladen” naam.

Henk Elsink koos voor de muzikale begeleiding van zijn programma’s onder meer voor de oud-plaatsgenoot Harry Bannink en later voor de Zwollenaar Helmig van der Vegt, die hem 15 jaar begeleidde en tegenwoordig (anno 2004) net als vroeger weer bij Harry Muskee en zijn Blizzards de toetsen bespeelt

Op televisie werden regelmatig specials en registraties van zijn theaterprogramma’s uitgezonden. In 1981/1982 maakte hij voor de KRO televisieshows met een aantal gasten waaronder Jasperine de Jong en Paul van Vliet. Henk Elsink werd voor zijn cabaret-activiteiten in 1973 onderscheiden met de Gouden Harp van Conamus.

Hij werkte in een tijd dat cabaret en engagement vaak samengingen. Zijn a-politieke teksten en zijn stijl (hij noemde zichzelf wel een “amuseur”) oogsten bij een aantal journalisten vaak geen waardering. Over zijn sterkste punt waren de critici het meestal wel eens: de interactie met zijn gasten die hij ontving. Zijn dialogen met bijvoorbeeld Wim Sonneveld en andere grote artiesten waren zeer bevlogen en grappig.                                                                      

In 1988 zette hij toch wel vroegtijdig (hij is dan 53) een punt achter zijn theatercarrière. Tijdens de voorbereidingen van een nieuw programma dat hem weer van “Herejezusveen naar Bommelsdijk” zou brengen, hield hij het voor gezien. Hij reisde af naar Mallorca waar hij en zijn gezin sinds begin jaren tachtig een huis bezaten, overgehouden aan de verkoop van de Koopermoolen.

Na een paar jaar rentenieren legde hij zich toe op een ander métier, dat van thrillerauteur. Zijn eerste boek “Tenerife!” ging over de vliegramp in 1977, een onderwerp dat hem ook naderhand blijvend zou interesseren.

Hij schreef tussen 1990 en 1995 vijf thrillers, die door de vakcritici gunstig werden ontvangen. Als sterk punt werden vooral de dialogen genoemd. Ook de opbouw van het verhaal waarin de plot op het juiste moment wordt ontrafelt werd gewaardeerd. Een goede opbouw en timing zijn elementen die hem uit zijn theaterverleden niet vreemd zijn.

Henk schreef overigens onder het pseudoniem Elsinck. “Dat is vooral omdat mijn eigen naam lezers op het verkeerde been zet. Anders denken mensen dat ze een grappig boek kopen en dat is niet zo”.

“Moord per fax” is geheel samengesteld uit faxberichten. Een belangrijke zakenman ontvangt een fax van een organisatie die zich het ‘Radicaal Volksfront Voor Afrika’ noemt en een bijdrage vraagt van ƒ 5.000.000, – voor de strijd van de zwarte bevolking van Zuid-Afrika. De lezer volgt de opzet en de uiteindelijke misdadige bedoelingen van deze organisatie via een reeks van ongeveer tweehonderd faxberichten die tussen verschillende bedrijven, personen en politiemensen verzonden worden. Alle communicatie gaat via het faxverkeer, en dit blijkt uiteindelijk te kunnen leiden tot ontvoering en moord. Volgens de achterplattekst geeft de thriller ‘een beangstigend beeld van het gebruik en misbruik van moderne communicatiemiddelen.’ Aardig om te zien hoe snel ‘modern’ ouderwets wordt.

In “¡Tenerife!” wordt de politie geconfronteerd met een aantal raadselachtige moorden. Ogenschijnlijk hebben de mannen die vermoord zijn, niets met elkaar te maken, behalve de manier waarop ze gedood en gevonden zijn.

Ook hier leek het heilige moeten weer een eind te maken aan zijn nieuwe carrière. Naar eigen zeggen behoort een thrillerauteur jaarlijks een boek te schrijven om zijn publiek te bedienen.

In 2002 zei hij in een interview: “Ik ben een beetje gestopt. Als je schrijft, moet je steeds in de publiciteit. Maar moet ik als ouwe lul een boekje gaan aanprijzen? Ik ken die mensen van de radio en tv niet meer. Ik zoek het niet meer”.

Af en toe komt Henk Elsink nog terug naar Enschede om door Pathmos te wandelen. De architectuur van de huisjes bevallen hem zeer, maar Elsink betreurt het verdwijnen van de mooie vijver. Elsink: ‘Pathmos was echt een tuindorp. De meeste mensen hadden maar vijf dagen in het jaar vakantie en toch hadden ze de tijd om de tuin te verzorgen. Dan denk ik: wat zijn we eigenlijk toch lui geworden.’

Henk Elsink was één van de eerste Bekende Nederlanders, veel gevraagd in programma’s van collega’s en als pannellid. In een interview in de Roskam in 1996 is hij eerlijk over zijn talent: “Ik was geen natuurtalent”. Hij moest het hebben van de universele humor, met als voorbeeld Toon Hermans. Twee en een half uur vullen met niets en toch de zaal aan het lachen houden. Daar heb je toch een speciaal talent voor nodig, dat maar weinigen gegeven is.

In 2005 heeft Henk Elsink zijn huis op Mallorca verkocht en woonde hij op een boerderij bij Baarn. In datzelfde jaar werd een dvd-set uitgebracht met verzameld cabaretwerk en daarbij verloren gewaande, maar teruggevonden, fragmenten.

Vanaf 2010 leed Elsink aan Alzheimer. Op 24 februari 2017 is Henk Elsink op 81-jarige leeftijd overleden in een verzorgingshuis in Amersfoort.

Twee citaten van Henk Elsink:

Ze waren zo arm dat ze Sinterklaas pas in februari vierden.

Wat hebt U tegen ambtenaren? Die mensen doen toch niks?

Geraadpleegde bronnen:

Tonny Peters (Overijsselse Bibliotheekdienst)

Citatatennet

Crime Nederlandstalige misdaadauteurs

 

Terug naar nostalgie


Ramses Shaffy

(met dank aan Liesbeth de Nijs)

 

(klik op de plaatjes om te vergroten)

Acteur en kleinkunstenaar van Egyptisch-Russische afkomst.

Kwam na de toneelschool in 1955 bij de Nederlandse Comedie, maar koos in 1963 voor de kleinkunst. Hij ontwikkelde zich tot een zeer persoonlijk chansonnier.

In 1964 begon zijn jarenlange samenwerking met de zangeres Liesbeth List , waar hij een aantal theatershows mee maakte
“Ramses Shaffy leeft !” De illustere bohémien, de goeroe van de vrijheid, waar half Amsterdam in de roemruchte jaren zestig verliefd op was, die is inmiddels ruim de zeventig gepasseerd en verblijft in een Amsterdams verzorgingstehuis. Waarom hij daar woont? Moeilijke vraag… Het heeft met de alcohol te maken, dat lijkt duidelijk. Natuurlijk, de alcohol! Jarenlang dronk hij onmatig, op zijn minst een fles wodka per dag. Liesbeth List, met wie hij op het podium lange tijd een onafscheidelijk duo vormde, weet er alles van! Toch zijn ze nog altijd innig bevriend. Zij is het die ervoor gezorgd heeft dat Shaffy in het verzorgingstehuis kon worden opgenomen.

Het is eigenlijk een wonder dat Ramses nooit echt in de goot is terechtgekomen. Wel zonk zijn woonboot, werd hij failliet verklaard en raakte hij verslaafd aan bijna alles waar een mens maar verslaafd aan kan raken. Bovenal aan het leven! Een stormachtig leven heeft hij geleid, dat al vanaf het begin veel weg had van een sprookje.

Ramses Shaffy is op 29 augustus 1933 geboren in Neuilly-sur-Seine, een voorstadje van Parijs. Zijn eerste levensjaren brengt hij door in Cannes, samen met zijn alleenstaande moeder, een Poolse gravin van Russische afkomst. Zijn vader, een Egyptische diplomaat, zal Ramses pas een halve eeuw later voor het eerst ontmoeten. Omdat zijn moeder tbc krijgt komt hij op zesjarige leeftijd terecht bij een tante in Utrecht en wanneer ook die ziek wordt in een streng kindertehuis. Daarna wordt hij geadopteerd door een pleeggezin in Leiden. Hier krijgt hij een degelijke en liefdevolle opvoeding. Wanneer zijn echte moeder genezen is en hem – in een rijtuig! – wil komen ophalen besluit hij bij zijn pleegouders te blijven. Later zal hij zeggen dat hij zonder hen waarschijnlijk een zwerver of junk zou zijn geworden. 

Ramses gaat naar de Toneelschool, en kan daarna als acteur aan de slag bij de gerenommeerde Nederlandse Comedie. De ‘jeune premier’ doet er menig hart sneller kloppen, onder meer als Arend in Vondel’s Gijsbregt.

Maar echt zijn draai vindt hij pas wanneer hij in 1964 Shaffy Chantant opricht, een theatergezelschap waarin talentvolle jongeren als Liesbeth List, Louis van Dijk en Thijs van Leer naam zullen maken. Er worden gedichten voorgedragen en veel chansons gezongen. Want behalve met acteertalent is Ramses ook begiftigd met een weergaloze muzikaliteit. De sfeer van uitbundige artisticiteit en vrijheid valt uitstekend in het hippe Amsterdam van die dagen, hoewel Shaffy nauwelijks geëngageerd is. Tout Amsterdam komt naar Shaffy Chantant!

Ook met prachtige solo-elpees als ‘Zonder bagage’ (1970) en de zogenaamde ‘zwarte elpee’ (1972) bewijst Shaffy daarna als kleinkunstenaar op eenzame hoogte te staan. Liedjes als ‘Sammy’, ‘Zing-vecht-huil-bid-lach-werk-en-bewonder’ en ‘We zullen doorgaan’  worden klassiekers die vrijwel iedereen kent.

In de zomer van 1955 zet Ramses Shaffy met enkele klasgenoten van de Amsterdamse toneelschool een eerste theaterproductie op touw: Olé La Marguérita. In de late jaren vijftig speelt hij verschillende rollen bij de Nederlandse Comedie zoals in Anatole, Zoete Vogel Der Jeugd, Joseph In Dothan, Engel Kijk Terug, Midzomernachtdroom en Driekoningenavond. Een aantal van deze toneelstukken wordt op televisie uitgezonden.

Op 22 oktober 1964 gaat in Amsterdam het literair-poëtisch cabaret Shaffy Chantant in première. Shaffy werkt hierin samen met Joop Admiraal, pianist Polo de Haas, zangeressen Liesbeth List en Loesje Hamel. In het programma zijn onder andere gedichten van Hans Lodeizen en composities van Scarlatti opgenomen. Ook de meeslepende Shaffy Cantate, op single uitgebracht in 1966, stamt uit deze tijd.

In 1967 speelt Ramses Shaffy de hoofdrol in een drietal speelfilms: Liefdesbekentenissen van Wim Verstappen (ook met Johnny Lion), Een Vreemde Vogel van Lennaert Nijgh en De Verloedering Van De Swieps van Erik Terpstra. In deze laatste film speelt hij een parasiterende bon-vivant. Shaffy wordt onderscheiden met een Edison

In 1968 gaat in Felix Merites (het latere Shaffy Theater) een nieuw programma van start met Marjol Flore, Sylvia Alberts, Thijs van Leer en Louis van Dijk: Shaffy Verkeerd. Samen met Liesbeth List brengt hij de single Pastorale uit. De single bereikt de derde plaats.

In 1971 heeft Ramses Shaffy twee bescheiden hits: Zing, Vecht, Huil, Bid, Lach, Werk En Bewonder en Aan De Andere Kant Van De Heuvel met Liesbeth List van de lp Zonder Bagage. Hij heeft een theaterprogramma met Liselore Gerritsen. Shaffy ontvangt de Louis Davidsprijs.

Begin jaren tachtig sluit Ramses zich aan bij de Bhagwan-beweging. Hij stopt met drinken, maar bekommert zich zo mogelijk nog minder om zijn carrière als voorheen. In deze periode doet hij vooral weer als acteur van zich spreken.

In 1980 wordt Shaffy onderscheiden met de Gouden Harp van Conamus.

In 1985 speelt hij, samen met onder meer Danny de Munk, in de nieuwe verfilming van Op Hoop Van Zegen.

In 1993/1994 oogst hij lovende kritieken met het spelen van de dubbelrol van Cervantes/Don Quicohote in de musical Man Van La Mancha van het Koninklijk Ballet van Vlaanderen.

Zijn laatste “tour de chant”, in 1997, krijgt goede kritieken. Datzelfde jaar verschijnt er een reisdagboek van zijn hand. Maar daarna wordt het stil rondom hem.

In 2002 maakt regisseur Pieter Fleury een portret van de zanger. De documentaire Ramses gaat in september tijdens het Nederlands Film Festival in première en wint daar een Gouden Kalf. Tijdens de openingsavond van het festival krijgt eregast Ramses Shaffy een koninklijke onderscheiding in de rang van Ridder van de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Eind november wordt Ramses Shaffy onderscheiden met de Blijvend Applausprijs 2002 voor zijn opmerkelijke en bijzondere bijdragen aan het Nederlandse theater. De onderscheiding bestaat uit een bronzen beeldje en een geldbedrag van 2500 euro. De prijzenregen gaat verder als de zanger op 10 december uit handen van burgemeester Cohen de zilveren medaille van de stad Amsterdam ontvangt. De onderscheiding is bedoeld voor mensen die zich buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor de stad. 

Op 25 maart 2006 overlijdt Ramses’ goede vriend Joop Admiraal overwacht aan een hartstilstand. Op 5 mei treedt Ramses Shaffy samen met de band Alderliefste op tijdens Bevrijdingspop in Haarlem. Op 31 mei, tijdens de presentatie in De Rode Hoed te Amsterdam van de acht cd’s tellende box Laat Mijn Liedjes Nu Maar Zwerven, krijgt Shaffy uit handen van Edisonvoorzitter Kees van Weijen de Edison Oeuvreprijs Kleinkunst.

De zanger krijgt de eervolle prijs voor zijn enorme oeuvre en buitengewone verdiensten voor de Nederlandse muziek. Op 6 september gaat in de Stadsschouwburg Mechelen de Vlaamse theaterproductie Ramses! in première. In het programma brengen de acterende zangers Truus Druyts, Thomas Lauwers en Jenne Decleir brengen een eerbetoon aan Ramses Shaffy.

Uitspraken Ramses

Ramses heeft wel eens gezegd dat hij tijdens interviews vaak zo maar wat zei tegen journalisten (die verdienden soms ook niet beter). Bovendien beweert hij altijd heel slecht te zijn in zelfanalyse. Maar als je oude interviews doorleest, dan blijkt Ramses toch heel consistent, openhartig en geloofwaardig een beeld van zichzelf te schetsen:

( Eva, 27 september 1958:)

“In dit leven moet men rustpunten vinden. Wonderlijk genoeg vind ik die in het theater. Natuurlijk, er is geen chaotischer gemeenschap denkbaar en daarom vind ik er rust, omdat ik zélf chaotisch ben. Elke avond, als ik de kleedkamer binnen kom, kom ik thuis.

Dan gaat het leven weer beginnen. Het leven buiten deze schouwburg gevangen in de vorm: toneel. Ik mag vanavond via mijzelf een ander zijn.”

 (tegen Frank Wuyters, in Wereldkroniek, 1965:)

“Er stroomt nu eenmaal bloed door mijn lijf dat om avontuur schrééuwt!”

“Ik heb in het verleden zoveel aangepakt dat ik onophoudelijk struikelde.”

“Het is flauwekul om te zeggen, dat je geen prestaties meer kunt leveren, als je je talent versnippert, want het gaat er immers alleen om of je vitaal genoeg bent om je eigen tempo bij te benen.”

“Je moet je noodlot kunnen dragen. Als je echt van het leven wilt genieten, als je je wilt bedrinken aan elke dag, dan heb je geen tijd om na elke mislukking je wonden te likken.” 

(tegen René de Bok, 1971 [uit collectie Lizette Roorda]:)

“Als ik dronken ben, staat er een totaal ander mens in mij op. Ik hou hem niet tegen. Maar ik ken die man niet. Ik weet dat hij agressief en opdringerig is, een vochtige oogopslag en een scherpe tong heeft. Diabolisch noemen de mensen me dan.”

“Ik schrijf recht-toe-recht-aan-verzen. Ik ben een realist, mijn liedjes hebben de functie, dat ze de luisteraar iets van het gewone en het ongewone leven vertellen. Ik hou niet van vage teksten, die horen in een bundel thuis en niet in een lied.”

“Ik kan het soms niet hebben, dat mensen me vragen hoe het met me gaat. Ik duik net zo lang onder totdat ik weer in een stemming ben, dat ik er naar smacht dat de mensen me op straat aanhouden en vragen hoe het met me is.”

“Creatief werk draagt iets arrogants in zich, de lef om te denken dat je producten niet opgevreten zullen worden door de verscheurende dieren van de kritiek.”

Het ‘Kwik-incident’ (1963)

Zoals iedere bekende Nederlander wordt Ramses af en toe lastiggevallen door medewerkers van schandaalblaadjes en de societypers. Toch hebben die nooit zo’n greep op hem gehad; Ramses speelt met ze, zoog bijvoorbeeld ooit tijdens een interview de canard uit zijn duim dat er ergens een zoon van hem rondliep. Ook bracht hij hoogstpersoonlijk het gerucht in de wereld dat Liesbeth en hij in het geheim getrouwd waren.

En zonder met zijn ogen te knipperen beweerde hij vijf halfzusjes en vijf halfbroertjes te hebben, “volbloed Egyptenaartjes.”

Tegenwoordig volstaat Ramses meestal glimlachend met cryptische oneliners: “Hoe het ermee is? Geen idee. Daar bemoei ik me niet mee!” (Stan Huygens Journaal, 3 augustus 2004).

Begin jaren zestig verschenen er naaktfoto’s van hem in het blad ‘Kwik’. Toen Louis van Gasteren hem daar twintig jaar later mee confronteerde was zijn eerste reactie: “Nee, nee, nee! Ha, ha, wat leuk!” Vervolgens legde hij uit:
“Ik zit daar in Old Inn met Danielle. En we hebben het over het Leven. Jasper Grootveld kende ik eigenlijk niet goed. Wel enigszins, maar niet goed. Het is zes uur in de morgen, en hij zegt: ‘Ik heb een tempel hier om de hoek.’ Ik zeg: ‘Nou dat is ook geen halve maatregel, iemand, die een tempel om de hoek heeft!’ Dus ik denk, nou, die tempel wil ik graag zien. Danielle en ik gaan naar die tempel toe en opeens komen er fotografen aanzetten. Het waren er een stuk of drie, vier. Onder andere die… hoe heet-ie? Ik word razend en zeg: ‘Nou dan zal je het hebben ook!’ Begrijp je, zoals je in een sfeer kan zijn om zes uur ’s morgens. We zijn ons uit gaan kleden – en ik besefte wat ik deê! En toen heb ik ze… eh… ik heb ze gewoon, eh, de Leidsedwarsstraat opgeslagen. Maar in m’n naakte kont, dat wel. En toen de volgende dag zei Robert Jasper: ‘Weet je dat er nu op ’t ogenblik gedrukt wordt en gedaan wordt?’ en… weet ik veel…”

(opgetekend door Louis van Gasteren, gepubliceerd in ‘Allemaal rebellen: Amsterdam 1955-1965’. Amsterdam: Uitgeversmaatschappij Tabula, 1984)

Ramses Shaffy is op 1 december 2009 overleden aan de gevolgen van slokdarmkanker.

Ramses 1975

Liesbeth & Ramses

Muziek is mijn leven!

 

Kijk en luister naar Ramses Shaffy

(TIP: mocht uw internetverbinding niet snel genoeg zijn, klik dan links onder op II)

(er ontstaat dan een driehoekje met de punt naar rechts)

(laat u het filmpje downloaden en klik dan op het driehoekje)

Laat me (Vivre) (met Alderliefste)

Laat me

We zullen doorgaan

Pastorale

Zing vecht huil bid lach werk en bewonder

Sammy

Shaffy cantate

’t Is stil in Amsterdam

Geraadpleegde bronnen:

Sylvester Hoogmoed Blad Impuls 2002/2004

Shaffy fanpagina

 

Terug naar nostalgie


We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten