Elsje Christiaens en Rembrandt Harmensz. van Rijn



Elsje Christiaens was een achttienjarige Deense die in 1664 in Amsterdam kwam. Ze was net als vele anderen op zoek naar een baan als dienstmeisje in de grote stad. Ze vond onderdak aan het Damrak bij een slaapvrouw, een soort pensionhoudster. Na twee weken had Elsje nog geen werk gevonden en begon de slaapvrouw aan te dringen op betaling: een daalder. De volgende ochtend vroeg de vrouw weer om het geld, dreigde Elsjes bezittingen in beslag te nemen en begon haar te slaan met een bezem. Elsje verloor haar zelfbeheersing en sloeg de vrouw met een bijl die toevallig binnen handbereik lag de kelder in. De hospita was meteen dood. Ondertussen waren de buren op het lawaai afgekomen. Elsje vluchtte naar buiten en sprong in paniek in het Damrak. Ze werd uit het water gehaald en gearresteerd. Ze wordt voorgeleid aan de schepenen, die haar na enkele verhoren ter dood veroordeelden.

Rond 1 mei wordt Elsje voor het stadhuis door een beul gewurgd. Daarna werd haar lichaam opgehangen aan een paal op de Volewijck, een veld aan de overzijde van het IJ waar Amsterdamse terdoodveroordeelden ter afschrikking werden opgehangen. Naast haar hoofd hing men de bijl.

Rembrandt was in 1664 in zijn laatste fase aanbeland: zijn tweede vrouw was overleden, hij had geldproblemen en woonde in een bescheiden woning aan de Rozengracht. Toen hij vernam van het lot van Elsje Christiaens liet hij zich naar de Volewijck roeien. Zo werd Elsje op de dag van haar dood vereeuwigd door de meester, die twee sobere tekeningen van haar maakte: een van opzij en een van voren. Het onschuldige gezicht is zeer treffend getekend: het lijkt zowel ongeloof als berusting uit te drukken.

Kunsthistorici dateerden de tekening op grond van de stijl aanvankelijk rond 1655. Archiefonderzoek toonde echter behoorlijk zeker aan dat ze pas in 1664 gemaakt kon zijn; een les voor degenen die bij datering blind varen op stijlkenmerken.

Schrijfster Margriet de Moor gebruikte het verhaal van Rembrandt en Elsje voor haar roman De schilder en het meisje (2010).

Elsje Christiaens Rembrandt

1664, Elsje Christiaens door Rembrandt

Bronnen:
Geert Mak: Een kleine geschiedenis van Amsterdam, Atlas/Amsterdam 1995.
Erika Kuijpers, Maarten Prak: Gevestigden en buitenstaanders, in Geschiedenis van Amsterdam deel II-1, SUN/Amsterdam 2004.

We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie

Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.

Sluiten