
Baron Johan van Kruizenvreugd
Is elke keer weer zeer verheugd
Wanneer hij vrij en onbeteugeld
Het kruis van Freule Fien beveugelt
En ook de Freule raakt in gloed
Als Kruizenvreugd zijn kunstje doet
En roept dan vrolijk, blij te moede
“Welaaan Johaaan, beweeg de roede!”
Maar gisternacht liep ’t uit de hand
De vlam sloeg in het ledikant
’t Had niets van doen met vurig minnen
Een shagtabak onstak het linnen
Dus minnaars leer uit dit sonnet
“Geen sigaret in ’t liefdesbed”