Ik heb een vriend met ijz’ren hand
En koel gebiedend oog;
Met recht gevoel en kloek verstand,
Doch vaak wel nors en droog.
Zijn woord voor mij, zijn wil is wet,
Zijn wenken is gebod;
Wee! zo mijn ziele zich verzet
Hij rooft mij elk genot.
Hij stoort mij soms in ’t zaligst uur,
Bij lust en feest en lied;
Als in de weelde der natuur
Mijn dromend hart geniet.
Hij jaagt mij van de liefste plek,
Hoe zoet de morgen lacht,
En sluit mij op in ’t eng vertrek
Daar lastige arbeid wacht.
Hij dwingt mij kalm te zijn en sterk,
Terwijl mij ’t harte bloedt;
En als ik ween, dan zegt hij:
Werk!
Als ik niet kan: gij moet!
Hij baart mij strijd, hij geeft mij rust
In zorg of zweet verdiend;
Hij is mijn Last, hij is mijn
Lust,
Mijn Plaag en toch – mijn Vriend,
Want volg ik hem, dan rondom mij
Schept hij mij vrede en licht,
En stemt mij h’t hart zo ruim, zo vrij.
Hoe is zijn naam? – De Plicht.
We gebruiken cookies om er zeker van te zijn dat u onze website zo goed mogelijk beleeft. Als u deze website blijft gebruiken gaan we ervan uit dat u dat goed vindt. Meer informatie
Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website voor de bezoeker beter werkt. Daarnaast gebruiken wij o.a. cookies voor onze webstatistieken.